Centrale Raad van Beroep
1 Wraking van de wrakingskamer. 2 Verzoekers maken met het tweede
verzoek om wraking van de behandelend rechters misbruik van het
rechtsmiddel wraking. Een volgend verzoek om wraking wordt in geval van
misbruik niet in behandeling genomen.
Aan het verzoek om wraking van de rechters die zitting hebben in de
wrakingskamer zijn geen op de persoon van die rechters betrekking
hebbende feiten of omstandigheden naar voren gebracht waarin een
bezwaar zou zijn gelegen tegen behandeling van het wrakingsverzoek door
die rechters. Het verzoek om wraking van de wrakingskamer is, gelet op
de daarvoor door de gemachtigde gegeven motivering, een uiting van het
standpunt dat een verzoek om wraking van één of meer rechters van de
Raad moet worden behandeld door een wrakingskamer die is samengesteld
uit leden van buiten de Raad. Een bij de Raad ingediend wrakingsverzoek
wordt behandeld volgens de Wrakingsregeling Centrale Raad van Beroep
van 24 april 2007, gepubliceerd in de Staatscourant 2007, 82 (hierna:
Wrakingsregeling). De Wrakingsregeling voorziet begrijpelijkerwijs niet
in het in zeer bijzondere gevallen betrekken van rechters uit een ander
gerecht bij de behandeling van wrakingsverzoeken.
De Raad is van oordeel dat verzoekers met het indienen van het tweede
verzoek om wraking van de behandelende rechters, zonder feiten en
omstandigheden te stellen die aan verzoekers bekend zijn geworden na
afdoening van het vorige wrakingsverzoek en die blijk zouden kunnen
geven van twijfel aan de onpartijdigheid van de behandelende rechters,
misbruik maken van het rechtsmiddel van wraking. De Raad wijst de
gemachtigde erop dat bij een volgend verzoek om wraking van de
behandelende rechters toepassing van artikel 8:18, vierde lid, van de
Awb ertoe zal leiden dat een dergelijk verzoek om die reden niet in
behandeling zal worden genomen.
LJ Nummer
BO4591
Zie het origineel
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 23 november 2010 Naar boven