Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 179 / 18 november 2010

Oratie prof.dr.mr. Rinus Otte, hoogleraar Organisatie van de rechtspleging:

Organisatie rechtspraak gebaat bij autonomie en verantwoording

De Nederlandse strafrechtspraak maakt moeilijke tijden door. In zijn oratie beschrijft prof.dr.mr. Rinus Otte, hoogleraar Organisatie rechtspraak aan de Rijksuniversiteit Groningen en vice-president van het Gerechtshof Arnhem, een stagnerende organisatie van de strafrechtspraak. Hij schetst een cultuur die naar zijn mening teveel verambtelijkte strafrechters heeft gecreëerd. Otte doet voorstellen die de organisatie van het strafproces verbeteren en de positie van de strafrechter versterken.

'Bij de rechtbanken staat zowel de cultuur op de werkvloer als de bestuurs- en de managementcultuur onder spanning,' stelt Otte. Vaak wordt een kloof ervaren tussen de strafrechters en hun leidinggevenden. Een deel van de strafrechters klaagt over de werkdruk en over het gebrek aan inspraak en zeggenschap over de organisatie van hun strafproces.

Oorzaken van de stagnatie

Otte zoekt vanuit sociologische en juridische inzichten naar verklaringen voor de huidige ontwikkelingen. Naar zijn mening wordt het strafproces, in tegenstelling tot de ratio van het wetboek van strafvordering, tegenwoordig vóór de strafrechter georganiseerd en niet langer dóór de strafrechter. Zowel de relatie tussen de rechter en leidinggevende als de verantwoordelijkheidsband tussen rechter en strafzaak raakt daardoor verzwakt.

Gevolgen

Mede door de organisatiedichtheid in de grootschalige rechterlijke organisaties zijn rechters zich steeds meer een schakel in de rechtspraak gaan voelen, en minder de centrale spil in de organisatie. In die beleving heeft het management teveel invloed en ontstaat minder constructief gedrag bij rechterlijke professionals, aldus Otte. 'Dat bevordert de stabiliteit van de gerechten niet.'

Herstel

In zijn oratie ontwikkelt Otte een verantwoordelijkheidsconcept waarin de strafrechter weer meer de klassieke plaats in de rechterlijke organisatie inneemt in ruil voor het bereiken van bestuurlijke doelen en het afleggen van verantwoording over de eigen werkwijze. Otte bepleit een vergroting van de professionele autonomie van de strafrechter, een afstandelijker gerechtsbestuur en het nemen van verantwoordelijkheid door de strafrechter voor het behalen van bijvoorbeeld productiedoelen. De bepleite herinrichting van de organisatie van de strafrechtspraak vergroot het rechterlijke elan op de werkvloer en leidt naar een betaalbare strafrechtspraak.

In breder verband kan de oratie worden gezien als een studie over de kloven in het publieke domein en over het herstel van de band tussen bestuurders en professionals onder het motto: geef de professional wat des professional is en de bestuurder wat des bestuurders is.

Otte is vice-president van het Gerechtshof Arnhem en hoogleraar in de Organisatie van de rechtspleging aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarvoor was hij bestuurder van een strafsector, hoogleraar in een ander rechtsgebied, voorzitter van verschillende juridische commissies en raadadviseur op het ministerie van Justitie.

De oratie wordt in boekvorm uitgegeven door Boom juridisch in Den Haag. Over dezelfde thematiek heeft de auteur een omvangrijk niet-wetenschappelijk boek geschreven dat op 19 november 2010 bij Boom Amsterdam is uitgekomen onder de titel De nieuwe kleren van de rechter. Achter de schermen van de rechtspraak.