Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 185 / 23 november 2010

Start onderzoek naar emotionele gevolgen van moord

Directe nabestaanden van slachtoffers van moord krijgen vaak te maken met een posttraumatische stressstoornis en gecompliceerde rouw. In Amerika is ervaring opgedaan met professionele hulp die de gevolgen hiervan kan beperken. De Rijksuniversiteit Groningen start, met medefinanciering door het Fonds Slachtofferhulp, een onderzoek naar de vraag of professionele hulp ook effectief kan zijn in Nederland.

Het hulpprogramma heeft als doel posttraumatische stress te voorkomen bij nabestaanden van slachtoffers van moord en zal landelijk worden aangeboden. De behandeling aan nabestaanden bestaat uit psycho-educatie en cognitieve gedragstherapie. Op indicatie kan dit worden toegespitst op EMDR (zie: www.emdr.nl) en/of gezinstherapie. Het onderzoek richt zich tevens op de wijze waarop nabestaanden omgaan met de behoefte aan wraak, de manier waarop zij betekenis geven aan het verlies, het belang van lotgenotencontact en de rol die het hebben van veerkracht speelt.

Het onderzoek is een initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectleider dr. J. de Keijser en begeleid door prof. dr. P.J. de Jong (RUG) en dr. P. Boelen (Universiteit Utrecht). De Vereniging Ouders van een Vermoord Kind (VOVK) ondersteunt dit onderzoek, is mede-initiator en participeert in de begeleidingscommissie. Het onderzoek wordt uitgevoerd door promovendus mw. drs. M. van Denderen.

Het vierjarige onderzoek resulteert in een wetenschappelijk onderbouwd hulpverleningsprogramma en wordt medegefinancierd door het Fonds Slachtofferhulp. Dit onderzoek is uniek omdat hulp aan nabestaanden van moord nog niet eerder systematisch op deze wijze is onderzocht.




Rijksuniversiteit Groningen