Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Meer oog voor de muskusrat dankzij amendement en drie moties

Den Haag, 23 november 2010 - De Tweede Kamer heeft vandaag een amendement aangenomen waardoor muskusratten niet langer bestreden hoeven te worden als doel op zich, zoals dat tot op heden wel uit de wet voortvloeide. Voortaan ligt de zorg voor het voorkomen van schade door muskusratten bij de waterschappen. Dankzij het amendement kunnen zij bepalen of bestrijding noodzakelijk is, of dat er afdoende alternatieven zijn. De Tweede Kamer steunde vandaag in overgrote meerderheid een amendement dat door Marianne Thieme en Esther Ouwehand was ingediend.

Muskusratten worden in het hele land bestreden omdat hun graafactiviteiten de veiligheid van dijken in gevaar zouden kunnen brengen, afgelopen jaar werden er 155.000 gevangen. Deze bestrijding kost ons gemiddeld 35 miljoen euro per jaar. De bestrijding gebeurt meestal via klemmen en vallen. Die methoden zijn uitermate wreed. De klemmen doden de dieren vrijwel nooit direct. De gevangen muskusrat stikt of verdrinkt pas na een minutenlange lijdensweg, of zelfs nog langer. Daarnaast zijn de vallen niet selectief, waardoor er afgelopen jaar 14.000 andere dieren slachtoffer werden: waterhoentjes, meerkoeten, eenden, futen, bunzings en hermelijnen. Ook zij sterven een afschuwelijke dood in de vallen en klemmen die in het kader van de muskusrattenbestrijding worden uitgezet. Daarnaast is de effectiviteit van muskusrattenbestrijding op schade en populatieontwikkelingen tot op heden niet aangetoond of onderzocht. De verantwoordelijkheid voor de muskusrattenbestrijding wordt door een wetswijziging overgeheveld van de provincies naar de waterschappen. De Partij voor de Dieren greep deze gelegenheid aan om via een amendement het waterschap de zorg te geven voor het voorkomen van schade veroorzaakt door muskusratten en moerasbevers in plaats van het bestrijden van deze dieren ter voorkoming van schade. Op deze wijze kunnen waterschappen zelf kiezen of bestrijding van muskusratten noodzakelijk is, of dat alternatieven voor bestrijding afdoende zijn. Immers per waterschap moet kunnen worden vastgesteld of de dieren al dan niet een gevaar voor de plaatselijke veiligheid vormen. Ook drie moties van de Partij voor de Dieren werden aangenomen. Dankzij de eerste motie moeten voortaan bij aanleg, ontwerp en groot onderhoud aan waterkeringen preventieve maatregelen tegen muskusrattengraverij zoveel mogelijk worden mee genomen. Dankzij de tweede motie komt er een onderzoek naar de effectiviteit van muskusrattenbestrijding: welke gevolgen hebben deze voor eventuele schade en de omvang van de populatie. En dankzij de derde motie worden wrede verdrinkvallen verboden en zal gezocht moeten worden naar diervriendelijke alternatieven. Esther Ouwehand: "Muskusratten zijn het slachtoffer van allerlei schrikbeelden zoals doorgezakte dijken. Feitelijke onderbouwing ontbreekt hiervoor. Daarom hebben wij deze wetswijziging voorgesteld, zodat bestrijding alleen in geval van een substantieel veiligheidsrisico aan de orde kan zijn."

Noot voor de redactie,