Ingezonden persbericht


A4 Delft-Schiedam: van draagvlak naar doordrukken

Henk Tetteroo en Chris Smitskamp van de Stichting Stop RW19/A4

De A4 tussen Delft en Schiedam, een stuk snelweg van 7 kilometer dat dwars door het groene Midden-Delfland is gepland, komt al vijftig jaar niet van de grond. Door politiek gedraai en ambtelijke ondeskundigheid, maar ook door weerstand vanuit de regionale bevolking. In het jaar 2000 leek het betrekken van regionale overheden en maatschappelijke partijen, bij de inpassing van de weg en bij projecten die het hele gebied een impuls moesten geven in de vorm van het IODS (integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam), een uitkomst te bieden. Inmiddels is er een definitief Tracébesluit voor de aanleg van de A4, maar van draagvlak lijkt weinig sprake meer te zijn. De gemeenten zijn monddood gemaakt door de Crisis- en herstelwet en een deel van de maatschappelijke organisaties is uit het IODS gestapt. Deze organisaties zijn van mening dat het Tracébesluit voor de weg op een aantal punten ernstig tekort schiet en daarom gaan zij in beroep bij de Raad van State.

Beroepsprocedure Raad van State
In onze samenleving wordt het volk vertegenwoordigd door bestuurders. Bij het nemen van besluiten dienen zij zich te houden aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. De samenleving zelf controleert of de besluiten van de bestuurders inderdaad voldoen aan deze voorwaarden, en als dat niet het geval is heeft de samenleving het recht in beroep te gaan. Het Tracébesluit voor de A4 Delft-Schiedam en de totstandkoming ervan zijn volgens de Milieufederatie Zuid-Holland (MZH) en de Stichting Stop RW19/A4 op een aantal punten in strijd met de wet- en regelgeving, en zij zien het daarom als hun verantwoordelijkheid jegens de samenleving om tegen het Tracébesluit bij de Raad van State in beroep te gaan. Het doel van het beroep is dus niet het dwarsliggen of vertragen van plannen, maar in de eerste plaats het waarborgen van een democratisch besluitvormingsproces. MZH en St. Stop RW19/A4 zijn van mening dat het besluit om de weg aan te leggen niet op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Er heeft geen integrale analyse van het mobiliteitsvraagstuk in de Zuidvleugel van de Randstad plaatsgevonden middels een plan-MER, waardoor nut en noodzaak van de weg niet onomstotelijk vast staan. De wet stelt het maken van zo'n plan-MER (Milieu-Effect-Rapport) verplicht.

Andere gebreken
In het Tracébesluit is de tunnelveiligheid niet voldoende geborgd. De initiatiefnemer van de weg was verplicht om advies te vragen aan de Commissie Tunnelveiligheid over het ontwerp van de weg. Dit advies was negatief. Het advies is niet bindend, maar wel zwaarwegend en volgens de Tracéwet dient wel rekening te worden gehouden met het advies en de risicoanalyse. In de reactie van Rijkswaterstaat op het advies van de commissie wordt echter onvoldoende gemotiveerd waarom het advies niet opgevolgd wordt. MZH en St. Stop RW19/A4 willen voorkomen dat een onveilige tunnel wordt aangelegd waardoor bij bijvoorbeeld een tunnelbrand ernstige schade voor mens en milieu ontstaat. Een ander punt dat MZH en St. Stop RW19/A4 zorgen baart, is de luchtkwaliteit. Uit eigen berekening blijkt bij aanleg van de weg de luchtkwaliteit dusdanig te verslechteren dat de wettelijk vastgelegde grenswaarden overschreden worden. Bovendien lopen langs de weg hoogspanningslijnen van 380 kV. In combinatie met fijn stof levert dit geladen deeltjes op die bij neerslag in de longen schadelijke effecten hebben, zoals het veroorzaken van leukemie bij kinderen. Verder voldoet het Tracébesluit niet aan de geluid- en zichtgarantie zoals vastgelegd in het IODS-convenant. De weg loopt door het stiltegebied Midden-Delfland en de stilte hier moet behouden blijven. In het Tracébesluit staat dat het gemiddeld stil blijft, maar dat betekent dus dat bijvoorbeeld overdag, wanneer er het meeste verkeer is, maar ook de meeste recreanten en rustzoekers, de weg steeds te horen zal zijn. Gemiddeld stil vinden MZH en St. Stop RW19/A4 dus niet stil genoeg voor een stiltegebied, het gemiddelde is hier geen goede maat. Bovendien hoopt Rijkswaterstaat deze gemiddelde stilte te bereiken door zich te baseren op allerlei onzekere of verkeerde veronderstellingen. Zo wil zij gebruik gaan maken van een geluidabsorberende laag waarvan de werking nog niet bewezen is. Een onafhankelijke contra-expertise toont onweerlegbaar aan dat het geluidsonderzoek van Rijkswaterstaat niet deugt en dat de geluidsoverlast van de weg dus enorm veel hoger zal zijn dan Rijkswaterstaat wil doen geloven. Daarnaast zijn de effecten van de weg op de natuur niet aanvaardbaar voor MZH en St. Stop RW19/A4. Door de veel hogere geluidsbelasting zal de verstoring van de in Midden-Delfland voorkomende weidevogels en wintergasten een feit zijn. En zelfs het Natura 2000-gebied Meijendel zal van een hogere stikstofneerslag last krijgen.Bovendien doorkruist de weg de Ecologische Hoofd-Structuur en dit zou alleen maar mogen als uit een zorgvuldige afweging zou blijken dat er geen alternatieven zijn en er 'een dwingende reden van groot openbaar belang' is. Deze afweging heeft niet plaatsgevonden. Tenslotte zijn MZH en St. Stop RW19/A4 van mening dat het Tracébesluit vernietigd moet worden omdat het fors afwijkt van de afspraken die zijn vastgelegd in het IODS-convenant. Zo ontbreekt een volledige aansluiting op het Kethelplein, is de tunnelmond bij Schiedam niet volledig gesloten en wordt niet voldaan aan de geluid- en zichtgarantie, terwijl deze punten wel als eis waren overeengekomen en opgenomen in het convenant. Zoals gezegd hebben MZH en St. Stop RW19/A4 deelgenomen aan het IODS. Zij willen er dus op toezien dat alle minimale eisen voor inpassing die daarin zijn vastgelegd, ook echt gerealiseerd worden. Nu dat niet blijkt te gebeuren, voelen zij zich genoodzaakt om hiertegen bezwaar te maken.

Nog niet alles
Naast het feit dat MZH en St. Stop RW19/A4 het Tracébesluit op een aantal punten ernstig te kort vinden schieten, maken zij zich ook zorgen over de verdere ontwikkelingen in het Midden-Delflandgebied. Als de A4 wordt aangelegd, lijken de problemen pas echt te beginnen: binnen afzienbare tijd worden hierdoor grote verkeersproblemen verwacht bij de Beneluxtunnel en bij de knooppunten Kethelplein en Ypenburg. Het aanleggen van nòg meer wegen zal de voor de hand liggende oplossing zijn: de Blankenburgtunnel, de A24 (óók dwars door Midden-Delfland) en de A13/A16 (waarvoor op korte termijn al een Ontwerp Tracébesluit verwacht wordt). De uitspraak die de Raad van State binnen een half jaar zal gaan doen, zal dus in grote mate gaan bepalen hoe de toekomst van de leefkwaliteit van Midden-Delfland eruit ziet.



Ingezonden persbericht