Ingezonden persbericht
Opnieuw ophef over Uithof
Opnieuw vragen over huisvesting arbeidsmigranten in De Uithof
De Haagse Stadspartij heeft uitgezocht dat de komst van woonbarakken voor
Oosteuropese arbeidsmigranten in natuurgebied de Uithof door uitzendbureau
Jobcenter in strijd is met de mededingingsregels van de Europese
Commissie. De gemeente Den Haag heeft Jobcenter, de toekomstige exploitant
van de barakken, het aanbod gedaan om vijf jaar lang gratis van het terrein
van het voormalige tennispark in de Uithof gebruik te maken om er
woonbarakken neer te zetten. Aangezien Jobcenter vrijwel uitsluitend
actief is in de agrarische sector dient de staatssteun van de gemeente Den
Haag aangemeld te worden bij de Europese Commissie. Ook lijkt het er op
dat het voordeel voor Jobcenter zelfs uitkomt boven de vrijstelling van
200.000 euro voor niet-agrarische steun. De Haagse Stadspartij heeft
hierover de volgende schriftelijke vragen gesteld aan het College van B&W.
Aan de voorzitter van de Gemeenteraad
Den Haag, 22 november 2010
Inzake: huisvesting arbeidsmigranten/Lozerlaan
Geachte voorzitter,
Ik heb op 26 augustus 2010 schriftelijke vragen gesteld over de grond en
de gebouwen van het Tennispark Lozerlaan die gratis in bruikleen worden
gegeven aan uitzendbureau Jobcenter voor de huisvesting van 350 Poolse
uitzendkrachten. Onder verwijzing naar het desbetreffende artikel van het
reglement van orde heb ik de volgende vervolgvragen.
1. Event Plaza betaalde tot aan het beëindigen van de pachtovereenkomst
een pacht van ¤ 2.254,17 per maand voor gebruik van het terrein. Volgens
het kadaster is er nog steeds een recht van opstal gevestigd door Event
Plaza Beheer op het terrein van het tennispark, en moet de (rest)waarde
van de opstal door de gemeente nog vergoed worden. Is dit juist? Zo nee,
waarom niet?
2. In antwoord op feitelijke vragen van Bart Brands heeft de wethouder
geantwoord dat de kosten voor het beschikbaar stellen van de lokatie aan
Jobcenter EURO 98.000,- bedragen. Kan het college een specificatie geven
van deze kosten? Zo nee, waarom niet?
3. Onder staatssteun in de landbouwsector dient volgens de Europese
Commissie te worden verstaan: alle staatssteun, die wordt verleend voor
activiteiten op het gebied van productie, verwerking en afzet van
landbouwproducten. Vallen de werkzaamheden van Jobcenter, een commercieel
bedrijf gespecialiseerd in het aanbieden van in Polen geselecteerde
arbeiders voor de agrarische sector, onder werkzaamheden voor de
landbouwsector zoals gedefinieerd door de Europese Commissie? Zo nee,
waarom niet?
4. Na multilateraal overleg met de lidstaten heeft de Commissie in 2006
nieuwe algemene communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de
landbouwsector goedgekeurd, die met ingang van 1 januari 2007 van kracht
zijn. Als uitgangspunt voor de nieuwe richtsnoeren geldt dat alle
staatssteun in de landbouwsector verenigbaar moet zijn met het
gemeenschappelijk landbouwbeleid en het plattelandsontwikkelingsbeleid van
de Gemeenschap, alsook met haar internationale verplichtingen, en meer in
het bijzonder de WTO-overeenkomst inzake de landbouw. Staatssteun
uitsluitend gericht op verbetering van de financiële positie van de
ontvanger zonder dat deze enige tegenprestatie hoeft te leveren, kan niet
als verenigbaar met het verdrag worden beschouwd. In welk opzicht is de
staatssteun aan Jobcenter verenigbaar met het gemeenschappelijk
landbouwbeleid van de Europese Commissie. En waaruit bestaat de
tegenprestatie die Jobcenter aan de gemeenschap levert?
5. Volgens het college is er geen sprake van ongeoorloofde staatssteun
omdat de bijdrage kleiner is dan ¤ 200.000,- en derhalve valt onder de
z.g. 'de minimus' regeling. Om de overschrijding van het 'de
minimisplafond' te voorkomen, dient de decentrale overheid volgens de
regels van de Europese Commissie, alvorens steun te verlenen, de betrokken
onderneming een verklaring te vragen over alle andere in de twee
voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar ontvangen 'de
minimissteun'. Heeft het college deze verklaring al ontvangen? Zo nee,
waarom niet?
6. Is het college er van op de hoogte dat de 'de minimus regeling' niet
geldt voor de landbouwsector? Zo nee, waarom niet?
7. Heeft het college al een berekening gemaakt van de huurprijs van het
terrein en het gebouw die gebaseerd is op marktconforme huurprijzen om
daarmee het bedrag aan staatssteun te berekenen? Zo nee, waarom niet?
8. Staatssteun is elk voordeel dat met overheidsmiddelen ten goede komt
aan een onderneming. Kan het college een gespecificeerde berekening
overleggen van alle voordelen die de gemeente met de bewuste locatie aan
Jobcenter verleend, zoals geen huur in rekening brengen, plan- en
apparaatskosten, aanleggen van openbare werken, bouwrijp maken, etc.?
9. Wat doet de gemeente aan de veroorzaker van het probleem van slechte
huisvesting van Oost-Europeanen, namelijk de uitzendbureaus die werknemers
op straat zetten als er geen werk meer is of om andere redenen hun
huisvestingstaak verwaarlozen?
10. In het kader van de bouwvergunningsprocedure zal een informatieavond
voor bewoners worden georganiseerd. Is al bekend wanneer deze bijeenkomst
plaats zal vinden? Zo nee, waarom niet?
Met vriendelijke groet,
Joris Wijsmuller
De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op:
http://www.denhaag.nl/disclaimer