Ahmed Marcouch
Tweede Kamerlid
Veiligheid
070-3182763
op 24 november 2010
Verplicht onderwijs voor jongere in cel
Foto Flickr / bies
Jongeren die veroordeeld worden tot een celstraf moeten verplicht een
vakdiploma halen. Zonder diploma komen ze niet op vrije voeten. Dat heb
ik vandaag bepleit bij het bespreken van de begroting van het
ministerie van Veiligheid en Justitie. In de strijd tegen de terugval
in de criminaliteit, moet ook de bagage van de gestrafte zélf
veranderen. Een vakdiploma halen. Verplicht, bovenop de straf. In een
gesloten onderwijsinstelling, net zo lang tot hij het vakdiploma heeft
gehaald. De overheid kan dat organiseren als variant van tbs, waarbij
gestraften in therapie moeten net zo lang tot zij geslaagd zijn. Daarom
noem ik het: tbo, ter beschikking stellen van het onderwijs.
Natuurlijk worden jongeren nu al niet zomaar in een kale cel opgesloten
en na verloop van tijd vrijgelaten. Er bestaan maatregelen van
opvoedingsondersteuning, kwalificatieplicht, taakstraf,
gedragsbeïnvloedende maatregelen tot celstraf, opvoedcampussen en
jeugd-tbs. Allemaal zinvolle bijdragen aan zowel het straffen van
jeugdige criminelen als aan het bieden van perspectief aan die
ontspoorde jongeren. Toch krijg je de onwillige en onverbeterlijke
jonge crimineel daarmee niet in de greep.
Jongeren gaan liever voor het snelle geld van de misdaad dan voor een
lange termijn perspectief van opvoeding en onderwijs. Deze groep wordt
nu feitelijk alleen aangepakt door ze steeds weer opnieuw en relatief
kort te straffen voor hun wangedrag. Die straffen zijn nodig. Maar
tegelijkertijd kunnen die straffen ook worden gebruikt voor het bieden
van perspectief en daarmee het voorkomen van ellende in de toekomst.
Hieronder mijn integrale spreektekst tijdens het debat vanochtend. Dit
was mijn zogeheten maidenspeech als Tweede Kamerlid.
'Voorzitter, collega's,
Ik wil graag beginnen met u te vertellen hoe eervol het voor mij is om
hier in de Tweede Kamer het Nederlandse volk te vertegenwoordigen. Ik
kom voort uit de generatie van mijn vader, die in de jaren zestig tot
tachtig hier zo enorm hard gewerkt heeft. Die generatie voelde zich
gast.
Ik heb mijn koffer al lang uitgepakt, zeg ik tegen mijn dierbare
collega Tofik Dibi. Tegen de Wildersgroep zeg ik: Ik ga die koffer ook
nooit meer inpakken. Nederland is mijn vaderland, Nederland dienen -
dat is wat ik wil. Dus hier sta ik.
Voorzitter,
Veiligheid is ons fundament, zo blijkt. Recent nog in wijken als
Oosterwei te Gouda en Holendrecht te Amsterdam Zuidoost. Het is
duidelijk dat de minister van Justitie en Veiligheid hier in Den Haag
aan de slag gaat. Met wetgeving en plannen. Dat is goed. En het is niet
goed genoeg. Want veiligheid hangt af van doen, niet van
administratieve trucs.
Ik noem een voorbeeld van zo'n begrotingstruc: wie denkt dat nu
drieduizend nieuwe agenten in de startblokken staan, komt bedrogen uit.
Die drieduizend agenten zijn er al, de minister gaat alleen maar
administratief regelen dat zij niet weg hoeven.
En wie denkt dat wij nu stadsmariniers of gespierde straatcoaches op
straat krijgen die intimiderende jongens een halt toeroepen, komt
alweer bedrogen uit. Opsporingscamera's aanschaffen - niks ervan.
De minister trekt juist de stekker uit het budget dat hiervoor nodig
is, de zogenoemde Montfransgelden, ik roep de minister op om dit vanaf
2011 te herstellen. Ik overweeg een motie.
De minister wil het gezag terug. In werkelijkheid zien wij het
tegenovergestelde gebeuren. Neem Gouda. Wij zien hier de burgemeester
die met droge ogen verklaart dat het twintig jaar gaat duren voor wij
tienjarige Marokkaanse jongens onder controle krijgen. Wij zien
daarnaast de korpschef die juist beweert dat alles nu al onder controle
is, op wat baldadigheid na.
En wij zien de burgers van Gouda wanhopig verklaren: 'de gemeente en de
politie hebben het niet in de hand, wij worden bedreigd tot in ons
portiek'.
Dus dan verwachten wij een minister te zien die ingrijpt. Niet in een
besloten vergadering met de burgemeester die hij stadsmariniers
adviseert en niet in een geregisseerd werkbezoekje, maar op straat. Als
de man die erover gaat.
Voorzitter,
Vanuit het Haagse ministerie gezien, tussen de nota's, rapporten en
staafdiagrammen, lijkt het inderdaad een twintigjarig probleem - de
straatcriminaliteit. Toch is feitelijk vertoond dat die wel degelijk
binnen één bestuursperiode is te halveren, kan ik u melden. En sinds
wij weten dát het inderdaad kán en weten hoé dat feitelijk moét, hebben
wij de morele plicht dit ook te doén. Met nadruk op doén. Niet in één
probleemwijk, maar in alle.
De minister kan de PvdA daarbij tot zijn bondgenoot rekenen, want wij
hebben hetzelfde doel: ervoor zorgen dat misdaad niet langer loont.
Door de pakkans te verhogen en de straffen te verzwaren. Dus ook de
PvdA wil dat criminelen zo lang mogelijk verdwijnen uit de wijken die
zij teisteren en dus wil ook de PvdA opsporen en handhaven.
Daarom reik ik minister Opstelten en staatssecretaris Teeven hier de
hand en kom ik met drie nieuwe praktische voorstellen die de wijken
bevrijden van hun kwelgeesten.
Het gaat om lokale politiequota, sociaal verhoor van ouders en ter
beschikking stellen van het onderwijs.
Eerst de politiequota. De bonnenquota voor de politie hebben inderdaad
geleid tot opvallend veel bonnen voor futiliteiten. De bewoners hebben
gelijk, als zij zeggen: 'ga toch boeven vangen'. Dit betekent niét dat
wij moeten stoppen met onze aansporingen om te beboeten.
Ik heb een idee. Onze lokale volksvertegenwoordigers in de gemeenteraad
stellen de top 10 samen aan belangrijke boetes - van wildplassen in de
ene gemeente tot alcoholmisbruik in de andere - én de korpschef komt in
de gemeenteraad agenderen wat hij tegenkomt aan lokale misstanden, waar
hij de prioriteiten krijgt.
Op dit moment zijn overal in Nederland overvallen hot, pakkans miniem.
De minister zegt: omhoog naar 40%, beter samenwerken en hogere
prioriteit. Punt. Alsof het dan geregeld is. Een beetje
volksvertegenwoordiger kan de korpschef zó vertellen wat er moet
gebeuren om wél een hoge pakkans te krijgen: een brigade aan
motoragenten. Want de overvallers vluchten op scooters en kiezen routes
waar de politieauto's niet bij kunnen, ook de helikopters niet, een
scooter is zó aan de kant gezet, zij gaan lopend verder en weg is het
signalement. Gewoon doén dus: massief motoragenten inzetten, en we
hebben het voor elkaar.
Als tweede het sociaal verhoor. Hét cruciale moment waarop de ouders
alsnog toezicht willen gaan houden op hun zonen, is het schokkende
moment waarop hun kind voor het eerst in aanraking komt met de politie.
De ouders zijn diep geraakt. Anno nu volstaan wij met een telefoontje
naar het ouderlijk huis. Dat is te weinig.
Ik stel voor dat wij de ouders van de first offenders een officieel
sociaal verhoor afnemen: hoe houdt u toezicht op uw kind? Kent uw gezin
genoeg structuur? Dat moet metéén, niet als de zaak al bij de rechter
ligt, of erger nog: geseponeerd is.
En eenmaal in de rechtszaal, moet de ouders daarbij zijn. Het sociaal
verhoor hoort bij trefzekere resocialisatie, wat betekent: de hele
omgeving van de jonge crimineel totaal veranderen - de thuissituatie,
de vriendenkring en zo nodig verhuizen. Dit is de methode die werkt
tegen recidive, terugval in de criminaliteit na de strafperiode. Het
draait om de uitvoering: timing en tempo.
Het derde voorstel is een tbo, de variant op tbs. In de strijd tegen de
terugval in de criminaliteit, moet ook de bagage van de gestrafte zélf
veranderen. Een vakdiploma halen. Verplicht, bovenop de straf. In een
gesloten onderwijsinstelling, net zo lang tot hij het vakdiploma heeft
gehaald.
Wij kunnen dit organiseren zoals tbs, waarbij gestraften in therapie
moeten net zo lang tot zij geslaagd zijn. Daarom noem ik het: tbo, ter
beschikking stellen van het onderwijs.
Voorzitter,
Het pad naar criminaliteit afsnijden, is het begin. Daarna volgt het
pad openen naar goed onderwijs en eerlijk werk.
Daarom roep ik de minister van Veiligheid en Justitie op om de minister
van Onderwijs aan te sporen, zeg haar: 'ik ga scholen openen in de
gevangenissen, zorg er nu voor dat de wijken ambitieuze scholen
krijgen'.
En ik roep de minister op om bovendien zijn collega van Wonen te
benaderen, met de woorden: 'Maak nu werk van het programma tegen de
verloedering, anders blijf ik de gevangenissen vullen met kinderen die
niemand kennen die eerlijk werkt voor zijn geld.'
Gaan wij het zó doen, dan kunt u met recht en gezag een beroep doen op
al die Nederlanders die ooit bereid waren de politie te melden wanneer
zij wapens signaleren in een buurt als Holendrecht. En bereid waren
aangifte te doen van straatgeweld in een wijk als Oosterwei. De
bewoners die het idee hebben opgegeven dat hun informatie van nut is
bij de opsporing. De burgers die nu het gevoel hebben dat zij er alleen
voor staan. Gaan wij het zó doen, dan kunt u rekenen op de PvdA.
Want sinds wij weten dát het inderdaad kán en weten hoé dat feitelijk
moét, hebben wij de morele plicht dit ook te doén. Met nadruk op doén.
In het land waar ik zo graag woon en werk. Het land waar mijn hart
ligt. Nederland.'
* vrijheid en veiligheid
* Criminaliteit-en-veiligheid
* Straffen
Partij van de Arbeid