Radboud Universiteit Nijmegen


Biodiversiteit in stadswater is verrassend hoog

Datum bericht: 11 november 2010

Goed nieuws over biodiversiteit: stadswateren herbergen minstens zo veel soorten als water in het buitengebied, ontdekte Kim Vermonden. Ze onderzocht sloten, plassen en vijvers in nieuwbouwwijken en zag dat stadswater met het juiste beheer een prima leefomgeving is voor waterdieren- en planten.

'Ja, ik was zelf ook verbaasd over hoeveel soorten we vonden,' zegt Kim Vermonden. 'De gemiddelde bioloog denkt toch: in de stad is weinig te vinden. Maar de biodiversiteit van stadswateren is even rijk als die van wateren op het platteland. We vonden ook zeldzame en beschermde soorten, zoals de platworm Planaria torva, de kokerjufferlarf Leptocerus tineiformis, de poelkikker Rana lessonae en de vis het vetje Leucaspius delineatus.'

Kim Vermonden is onderzoeker bij het Institute for Water and Wetland Research van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze promoveert 25 november op het onderzoek, dat ze deed in de nieuwbouwwijken van Nijmegen-West en Arnhem-Zuid. Haar onderzoek ontkracht de hypothese dat de waterkwaliteit afneemt als de hoeveelheid verhard oppervlak - wegen en daken en dergelijke - toeneemt. 'Het maakte in mijn onderzoeksgebied niet uit of het water naast een park of naast een winkelcentrum lag. Gemiddeld was het verharde oppervlak van het gebied dertig procent en de waterkwaliteit had daar niet onder te lijden.'

Gemeentes en waterschappen investeren soms grote bedragen in filtersystemen voor regenwater. Volgens Vermondens onderzoek is dat lang niet altijd effectief. 'Ze kunnen veel beter iets doen aan de riooloverstorten waar die nog bestaan. Instroom van rioolwater, dát is echt slecht voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit.'

Natuurlijke oevers en matig verstoren
Ook andere adviezen die voortvloeien uit Vermondens onderzoek hoeven niet veel geld te kosten. 'Begroeide, natuurlijke oevers - niet te steil, niet beschoeid - zijn heel belangrijk voor de soortenrijkdom. Dat is een kwestie van één keer aanleggen.'

Verder profiteert de biodiversiteit van geregeld baggeren - wat de gemeenten toch al doen omdat de sloten en plassen anders verlanden. Ook is er winst te halen door het maaibeleid aan te passen. Het hoogste aantal soorten wordt gevonden in water met een 'matig verstoringsniveau'. Vermonden legt uit: 'Dat heeft te maken met de opvolging van soorten in de tijd. In pas gegraven plassen zie je pioniers. Dit zijn soorten die vaak snel groeien, en makkelijk naar andere plekken toe kunnen komen. In een latere fase komen ook de soorten die wat langzamer groeien en zich minder snel verspreiden. Zonder verstoring verdringen deze 'late' soorten de pioniers. Maar als er nu regelmatig een matige verstoring optreedt, denk aan het maaien van de middelste geul van de stadswateren, dan houd je beide groepen. Dus raad ik beheerders aan om geregeld te maaien, niet de hele vijver in één keer leeg te halen en de oevers intact te houden. Zo bereik je de hoogste biodiversiteit.'

Regenwater minder belangrijk
Water met lage concentraties voedingsstoffen bieden de meeste kansen voor gevarieerde bewoning. 'De waterkwaliteit in ons onderzoeksgebied was niet zo slecht als we van te voren aannamen en regenwater leverde niet de belangrijkste bijdrage aan de vervuiling. Het water werd vooral verontreinigd door de instroom van kwelwater uit het Maas-Waalkanaal in Nijmegen en de Rijn bij Arnhem. In Nijmegen was dat effect nog sterker dan in Arnhem waar de kleigrond de vervuiling deels filtert. Door het kiezelachtige zand in Nijmegen stroomt het water met vervuiling zo de wijk in. Een schone rivier heeft dus ook voor stadswater prioriteit.'

Ook elders relevant
Stadsgebieden zoals Vermonden onderzocht zijn er veel op de wereld: in de buurt van grote rivieren, achter dijken, op voormalige uiterwaarden. Daarmee zijn de bevindingen ook geldig voor veel andere steden, tenminste als het rioolwater er apart van het regenwater wordt afgevoerd. Haar copromotor Rob Leuven toont zich verheugd . 'Al meer dan de helft van de wereldbevolking woont in steden, en het areaal stedelijk gebied neemt alleen maar toe. Het is goed nieuws dat de stedelijke omgeving toch een grote biodiversiteit kan herbergen.'

'Elke euro aan waterbeheer kun je maar een keer uitgeven. Het onderzoek van Vermonden laat zien dat je drie keer waar voor je geld kunt krijgen', zegt Leuven. 'Die stadswateren heb je toch nodig voor waterberging en veilige waterafvoer om wateroverlast te beperken. Voor hetzelfde geld kun je ze zo inrichten dat de natuur geholpen wordt. Dat ziet er dan ook nog eens veel mooier uit, met helder water en begroeide oevers. Dus de recreatieve waarde van die vijvers neemt nog eens toe ook.'

Key factors for biodiversity of urban water systems Promotie mevr. ir. K. Vermonden; donderdag 25 november 2010, 10.30 uur (Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica) Promotores: dhr. prof. dr. ir. J. Hendriks, dhr. prof. dr. J.G.M. Roelofs Copromotores: dhr. dr. R.S.E.W. Leuven, dhr. dr. G. van der Velde




Radboud Universiteit Nijmegen