Hogeschool Windesheim

Persbericht, 23 november 2010

Kun je buspassagiers sneller laten in- en uitstappen en daardoor de reistijd verkorten? Op 25 november starten studenten Verkeerskunde van Windesheim, Ruben Janssen en Maxim Meijers op Windesheim een onderzoek hiernaar.

Als mensen net zo snel of misschien wel sneller met het openbaar vervoer kunnen reizen als met de auto, zullen ze er eerder gebruik van maken. Met deze aanname in hun achterhoofd onderzoeken Verkeerskundestudenten Ruben Janssen en Maxim Meijers hoe ze dit voor busreizigers het best zouden kunnen bewerkstelligen.

Achterin of voorin?
Als het gaat om het verkorten van de reistijd, is het belangrijk om te ontdekken hoe je grote groepen passagiers het snelst kunt laten in- en uitstappen. Meestal stappen passagiers aan de voorkant in, stempelen hun strippenkaart af of kopen een kaartje en stappen aan het einde van hun reis vervolgens aan de achterkant uit. Met de komst van de OV-chipkaart kunnen passagiers zelf in- en uitchecken waardoor ze zowel voor- als achterin kunnen in- en uitstappen. De studenten gaan meten wat de snelste manier is.

Proef bij Windesheim en bij de lijndienst
Het onderzoek start op 25 november bij Windesheim. Medewerkers en studenten die op deze dag aan de meting meewerken krijgen de opdracht eerst volgens de traditionele manier en vervolgens door beide deuren in- en uit te stappen. Busmaatschappij Syntus heeft hiervoor een stadsbus ter beschikking gesteld. Naast de proef bij Windesheim gaan de studenten ook meten op twee verschillende lijnbussen. Eén waar je alleen aan de voorkant in- en aan de achterkant kunt uitstappen en één waar je zowel aan de voorkant als aan de achterkant kunt in- en uitstappen.

Met de resultaten van hun metingen willen beide studenten busbedrijven adviseren over regelgeving betreffende de snelste manier van in- en uitstappen.