Ministerie van Financiën

Geachte voorzitter,

Bijgaand doe ik u toekomen een nota ter beantwoording van de vragen van de leden Heijnen en Groot van uw Kamer over gedwongen ontslagen bij de Belastingdienst.

Hoogachtend,
de staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. F.H.H. Weekers

Vragen van de leden Heijnen en Groot (beiden PvdA) aan de minister van Financiën over gedwongen ontslagen bij de Belastingdienst (Ingezonden 4 november 2010)


1. Kent u het bericht `Mes gaat in de Belastingdienst'?

Ja.


2. Is het waar dat de directeur-generaal Belastingdienst via een interne boodschap de vrees voor gedwongen ontslagen heeft uitgesproken? Zo ja, in hoeverre is die vrees gerechtvaardigd? Zo nee, wat was de boodschap dan wel?


3. Kunt u de Kamer informeren over de omvang van het aantal gedwongen ontslagen, het sociaal plan, de kosten ervan en de pogingen die worden ondernomen om overtollige medewerkers elders in de rijksdienst aan werk te helpen?

5. Bent u bereid om onafhankelijk onderzoek te doen plaatsvinden naar de vraag of de belastinginning op hetzelfde niveau kan blijven na realisatie van de opgelegde taakstelling, bijvoorbeeld door de Algemene Rekenkamer?

De directeur-generaal Belastingdienst heeft zijn medewerkers via een intern interview op de hoogte gebracht van de
bezuinigingstaakstellingen waarvoor de Belastingdienst staat. De taakstellingen uit de vorige kabinetsperiode bedragen ca EUR 270 mln. structureel, terwijl uit het Regeerakkoord een aanvullende taakstelling van ongeveer EUR 125 mln. structureel in 2015 voortvloeit. In totaal gaat het om een bedrag van ca EUR 400 mln. structureel in 2015. Er heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden over de precieze invulling van de taakstelling. Wel heeft de directeur-generaal in het interview aangegeven dat het onvermijdelijk is dat de formatie moet inkrimpen. De reden hiervoor is dat het grootste deel van het budget wordt besteed aan personele kosten.

Binnen de Belastingdienst wordt op dit moment uitgewerkt welke maatregelen nodig zijn om de taakstellingen in te vullen. Daarbij wordt ook gekeken naar de doelstellingen die de Belastingdienst zich voor de komende jaren stelt. Dit maakt het mogelijk expliciete keuzes te maken op welke wijze de taakstellingen doorwerken in het takenpakket van de Belastingdienst. Een onafhankelijk onderzoek naar de consequenties van de taakstellingen voor de taakuitoefening van de Belastingdienst is dan ook niet aan de orde.

Nadat er meer duidelijkheid is over de invulling van de taakstellingen bij de Belastingdienst zal ik uw Kamer daarover informeren. Overigens is de natuurlijke mobiliteit van medewerkers van de Belastingdienst naar de huidige stand bijzonder laag. Sowieso staat dan ook al wel vast dat moet worden ingezet op het verder stimuleren van hun mobiliteit. Daarbij is het streven zoveel mogelijk binnen fase 2 van het sociaal flankerend beleid te blijven, dit om de volgende fase - gedwongen mobiliteit - te voorkomen.


4. Hoeveel extern personeel werkt er bij de Belastingdienst en voor welk bedrag? Kan daarmee de taakstelling niet worden opgevangen?

Bij de invulling van de taakstellingen worden alle mogelijkheden in kaart gebracht. Niet alleen wordt gekeken naar efficiënter te werken, ook worden vereenvoudigingen van wet- en regelgeving geïnventariseerd en blijft de Belastingdienst kritisch kijken naar de noodzaak van externe inhuur.

De Belastingdienst huurde in 2008 voor ca. EUR 320 mln aan extern personeel in. Het betrof ca. 2900 fte uitzendkrachten en ca. 700 fte ander extern personeel. In 2009 ging het om ca. EUR 270 mln (ca. 2700 fte uitzendkrachten en ca. 550 fte ander extern personeel). Naar verwachting zullen de uitgaven voor de inhuur van extern personeel voor 2010 ca. EUR 170 mln bedragen (ca. 2100 fte uitzendkrachten en 300 fte ander extern personeel).

Een efficiënte bedrijfsvoering brengt met zich mee dat ook in de toekomst in voorkomende gevallen van externe inhuur gebruik zal worden gemaakt. Te denken valt bijvoorbeeld aan de inzet van uitzendkrachten in de flexibele schil van de Belastingtelefoon, waarmee effectief kan worden ingespeeld op fluctuaties in het aanbod van telefonische vragen. In de praktijk zal het ook incidenteel blijven voorkomen dat door middel van externe inhuur moet worden voorzien in een tijdelijke behoefte aan specifieke expertise.

Financieele Dagblad, `Mes gaat in Belastingdienst', 2 november 2010.