Gemeente Utrecht

Armoedebestrijding ook na armoedejaar broodnodig

2010 is het Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Vandaag is de nationale slotconferentie in Den Haag gehouden. Er is onder meer een Stedenestafette gehouden, waaraan 23 steden meededen. De conclusie was: samenwerken op lokaal niveau om armoede te bestrijden werkt! Wethouder Rinda den Besten (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) roept het Rijk op om gemeenten en maatschappelijke organisaties hiervoor de ruimte te blijven geven. "Het Europees jaar is straks ten einde, maar de armoedeproblemen in onze steden en dorpen nog lang niet. Mensen hebben ons nodig", aldus Den Besten.

De Stedenestafette is een initiatief van MOVISIE, het Verwey-Jonker Instituut, de Sociale Alliantie, Divosa en de gemeente Utrecht. De 23 deelnemende gemeenten organiseerden met lokale organisaties, vrijwilligers en MOVISIE vele manifestaties. Allemaal met één doel: het versterken van samenwerking om armoede en sociale uitsluiting nog beter te bestrijden. Een terugblik op de manifestaties laat een top vier van thema's zien: armoede onder kinderen, werkende armen, het versterken van eigen kracht en de lokale samenwerking. Het begint met elkaar kennen en weten te vinden. Naast de manifestaties heeft de Sociale Alliantie regionale bijeenkomsten gehouden met minima en hun vertegenwoordigers, waaronder veel cliëntenraden.

Het Verwey-Jonker Instituut deed voor de Stedenestafette onderzoek in de 23 gemeenten naar de lokale praktijk. Daaruit blijkt dat de meeste gemeenten voor de aanvullende regelingen een inkomensnorm hanteren, die hoger is dan de 110% van het wettelijk minimumloon die het kabinet in de toekomst voorstelt. Gemeenten doen dit ondermeer om de participatie van kinderen uit minimagezinnen succesvol te kunnen bevorderen. Door deze regelingen kunnen kinderen bijvoorbeeld sporten, of gebruik maken van een computer voor hun schoolwerk. Ook blijkt dat het maatschappelijk middenveld een cruciale rol speelt in het bestrijden van armoede. Onder meer voedselbanken, woningcorporaties en welzijnsorganisaties vormen schakels in de lange keten van preventie van sociale uitsluiting.

Gemeenten onderschrijven het belang van participatie. Meedoen is in heel Nederland een speerpunt. "Maar verlies daarbij niet uit het oog dat inkomensbescherming ook hard nodig blijft", aldus wethouder Den Besten. "Inkomensbescherming maakt meedoen mogelijk. Het kabinet is voornemens om de inkomensgrens van het gemeentelijk minimabeleid op maximaal 110% van het wettelijk minimum loon vast te stellen. De meeste gemeenten hanteren nu een inkomensnorm die wat hoger ligt. Veel werkende mensen met een laag inkomen zullen de dupe worden van het kabinetsvoornemen. Dit gaat uiteindelijk participatie tegen en vergroot alleen maar de armoedeproblemen."




Gemeente Utrecht