beantwoording vragen van de leden Driessen en Bontes over
ontwikkelingshulp van de Europese Unie aan Zimbabwe, Somalië, Libië,
Syrië, Iran en Myanmar
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Driessen en Bontes over
ontwikkelingshulp van de Europese Unie aan Zimbabwe, Somalië, Libië, Syrië,
Iran en Myanmar
Kamerbrief | 25 november 2010
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Driessen en Bontes over ontwikkelingshulp van de
Europese Unie aan Zimbabwe, Somalië, Libië, Syrië, Iran en Myanmar.
Deze vragen werden ingezonden op 12 november 2010 met kenmerk
2010Z16627.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Ben Knapen
Antwoorden van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op vragen van
de leden Driessen en Bontes (PVV) over ontwikkelingshulp van de
Europese Unie aan Zimbabwe, Somalië, Libië, Syrië, Iran en Myanmar.
Vraag 1
Bent u bekend met tabel 6.10 `Country Breakdown of EU Development Aid'
in het jaarverslag van de Europese Commissie over het externe
EU-beleid? ^^1
^
^Antwoord
^Ja.
^
^Vraag 2
Bent ook u geschokt over het feit dat de EU ontwikkelingshulp geeft aan
Zimbabwe, Somalië, Libië, Syrië, Iran en Myanmar, stuk voor stuk
schurkenstaten die in nog geen honderd duizend jaar in aanmerking
zouden komen voor bilaterale Nederlandse ontwikkelingshulp? Zo nee,
waarom niet?
^
^Antwoord
^Nee. Uw aanname dat de EU met deze hulp foute regeringen steunt is
niet juist. Het EU-beleid in deze landen is toegesneden op specifieke
mogelijkheden om daar meer stabiliteit, vrijheid, democratie en een
beter bestaan voor de burgers dichterbij te brengen. In bepaalde
gevallen wordt ook illegale migratie tegengegaan en vaak gaat het om
noodhulp. Nederland steunt het EU-beleid terzake, dat een welkome
aanvulling vormt op het Nederlandse bilaterale beleid.
^
^Zo heeft de EU in 2002 besloten om de hulp aan Zimbabwe (totaal EUR 57
miljoen in 2009) te beperken tot projecten die, buiten de regering om,
rechtstreeks ten goede komen aan de sterk verarmde bevolking; het gaat
onder meer om voedselhulp, gezondheidszorg en onderwijs. Sinds de
toetreding van oppositieleider Tsvangirai tot de regering in 2008, is
de EU ook in beperkte mate betrokken bij hervormingen binnen de
overheid zelf, met als doel om de overgang naar een democratisch
gekozen regering voor te bereiden. Overigens zijn de EU-sancties tegen
president Mugabe en zijn naaste bondgenoten onverminderd van kracht.
^Ongeveer tweederde deel van de EU-hulp aan Somalië (EUR 73 miljoen in
2009) bestaat uit directe noodhulp voor de miljoenen ontheemden in dit
door burgeroorlog en banditisme verscheurde land. Om te helpen
voorkomen dat de uiterst zwakke Somalische staat weer verder in elkaar
zakt - waardoor een nog grotere vrijhaven voor piraterij en mogelijk
terroristische groeperingen zou ontstaan - verleent de EU ook beperkte
steun aan bepaalde delen van het overheidsapparaat in Mogadishu (bv
training van politie en justitie via UNDP). Ook is de EU onder meer
actief op het gebied van onderwijs via NGOs. Verder wordt vanuit het
EOF (Europees Ontwikkelingsfonds) bijgedragen aan de VN-vredesmissie
AMISOM.
^In het geval van Libië (EUR 7 miljoen in 2009) gaat het om
EU-activiteiten op het gebied van de bestrijding van illegale migratie
(verbeterde grenscontrole, terugkeer van in Libië gestrande illegale
migranten) en om steun aan kleine NGO-projecten tegen HIV/AIDS.
^In Syrië (EUR 43 miljoen in 2009) geeft de EU in het kader van het
nabuurschapsbeleid gericht steun aan hervormingen op het gebied van
handelsliberalisatie, ondernemersklimaat, gezondheidszorg en onderwijs.
Daarnaast worden daar EU-middelen ingezet ter bestrijding van
mensenhandel en illegale immigratie.
^De EU-hulp in Iran (EUR 1,4 miljoen in 2009) wordt alleen via NGOs of
via VN-organisaties besteed en betreft voornamelijk hulp aan
vluchtelingen.
^Ook de EU-hulp in Birma wordt buiten het militaire regime om gegeven
via NGOs, VN-organisaties of lokale civiele besturen. Het grootste deel
van de EUR 55 miljoen in 2009 betrof noodhulp na de orkaan Nargis die
in 2008 vele miljoenen mensen trof.
^
^Vraag 3
Hoeveel Nederlands belastinggeld is er de afgelopen jaren in de vorm
van Europese ontwikkelingshulp naar deze landen gevloeid?
^
^Antwoord
^De uitgaven van de EU in deze zes landen beliepen in 2008 een bedrag
van EUR 222 miljoen en EUR 238 miljoen in 2009. Het Nederlandse aandeel
in de EU-begroting en in het EOF (Europees Ontwikkelingsfonds) is
ongeveer 5 procent. Derhalve zou een bedrag van EUR 11 miljoen (2008)
respectievelijk 12 miljoen (2009) als de Nederlandse bijdrage kunnen
worden aangemerkt. Hierbij moet wel worden aangetekend dat uitgaven uit
de EU-begroting niet één-op-één kunnen worden toegerekend aan
lidstaten.
^
^Vraag 4
Deelt u de mening dat de Europese Unie zich niet met ontwikkelingshulp
moet bezighouden? Zo nee, deelt u dan in elk geval de mening dat de
lijst van landen waaraan de Europese Unie ontwikkelingshulp geeft op de
schop moet en fors moet worden beperkt? Zo nee, waarom niet?
^
^Antwoord
^Nee. De EU heeft krachtens meerdere verdragen en in aanvulling op het
beleid van de lidstaten een duidelijke rol te vervullen op het gebied
van ontwikkelingssamenwerking. Ik verwijs graag naar mijn uitgebreide
antwoorden naar aanleiding van eerdere vragen van de leden van de
PVV-fractie hierover in het schriftelijk overleg over de Informele
OS-Raad van 21-22 oktober jongstleden (uw kamerstuk 21 501-04 nr.117)
en naar aanleiding van EU-hulp aan Egypte (uw kamerstuk 20102011-313).
^
^Met het oog op de voorbereiding van de nieuwe Financiële Perspectieven
2014-2020 ben ik overigens wel van plan om de lijst van landen waaraan
de EU ontwikkelingshulp verleent samen met de Commissie en andere
Europese partners tegen het licht te houden. Met name de huidige
EU-hulpbestedingen in middeninkomenslanden zouden heroverwogen kunnen
worden. Ik zal de Kamer hierover te zijner tijd informeren.
Nederland ziet al enkele jaren scherp toe op goede besteding van de
hulpgelden die de Europese Commissie beheert. Mede dankzij de kritische
Nederlandse inzet heeft de Commissie dit najaar een Groenboek over
begrotingssteun gepubliceerd (de kabinetreactie daarover ging uw Kamer
op 19 november toe). Ook op overige onderdelen van het
EU-ontwikkelingsbeleid (bv sector- en landenkeuze) behoort Nederland
tot de meer kritische lidstaten.
^
^Vraag 5
^Bent u bereid bij het eerstvolgende overleg met uw Europese
ontwikkelingshulpcollega's te pleiten voor het stoppen van alle
Europese ontwikkelingshulp aan in elk geval Zimbabwe, Somalië, Libië,
Syrië, Iran en Myanmar? Zo nee, waarom niet?
^
^Antwoord
^Ik verwijs u graag naar het antwoord op vraag 2.
^1
http://ec.europa.eu/europeaid/multimedia/publications/documents/annual-
reports/europeaid_annual_report_2010_en.pdf
^
Ministerie van Buitenlandse Zaken