beantwoording vragen van de leden Van der Staaij, Voordewind en
Kortenoeven over de Arrestatie van vier ex-moslims in Azerbeidzjan
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Van der Staaij,
Voordewind en Kortenoeven over de Arrestatie van vier ex-moslims in
Azerbeidzjan
Kamerbrief | 29 november 2010
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Van der Staaij, Voordewind en Kortenoeven over de
arrestatie van vier ex-moslims in Azerbeidzjan. Deze vragen werden
ingezonden op 8 november 2010 met kenmerk 2010Z16105.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (ChristenUnie) en
Kortenoeven (PVV) over de arrestatie van vier ex-moslims in
Azerbeidzjan.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de arrestatie van vier ex-moslims
(christenen) in Azerbeidzjan tijdens een dankdagdienst?
Antwoord
Ja
Vraag 2 en 6
Kunt u aanduiden wat de aanleiding is voor deze arrestaties? Weet u
waarvan zij worden beschuldigd en wat hen eventueel boven het hoofd
hangt?
Bent u bereid om u ten zeerste in te spannen om de nu opgepakte
ex-moslims weer op vrije voeten te krijgen?
Antwoord
Mij is niet bekend op welke gronden de vier personen zijn gearresteerd
en wat hun ten laste is gelegd. Navraag heeft alleen opgeleverd dat de
vier arrestanten tijdens een nachtelijke gesloten rechtszitting
diezelfde zondag tot vijf dagen gevangenis zijn veroordeeld. De vier
mannen zijn inmiddels weer op vrije voeten gesteld.
Vraag 3 t/m 5
Op welke wijze heeft u in de afgelopen periode, eventueel middels
internationale gremia, de zorgelijke positie van christenen in
Azerbeidzjan aan de orde gesteld bij de betreffende autoriteiten? Welke
resultaten heeft dit opgeleverd? Betoont Azerbeidzjan zich enigszins
gevoelig voor internationale kritiek hieromtrent?
In hoeverre heeft de positie van godsdienstige minderheden in
Azerbeidzjan thans de aandacht van de Europese Unie? Kan deze aandacht
verder geïntensiveerd worden? Wilt u dit in Europees verband
bevorderen?
Bent u bereid - zo mogelijk ook in internationaal verband - om de nu
aangeduide casus te benutten als handvat om opnieuw de
godsdienstvrijheid van religieuze minderheden aan de orde te stellen
bij de autoriteiten van Azerbeidzjan? Zo ja, op welke wijze en op welke
termijn?
Antwoord
Nederland stelt in bilaterale gesprekken met Azerbeidzjan de
mensenrechten, en niet in de laatste plaats godsdienstvrijheid, aan de
orde. Nederland heeft dit de afgelopen jaren tot en met het niveau van
de Minister-president bij de President van Azerbeidzjan gedaan.
Nederland vraagt ook in de verschillende internationale fora (zoals de
Raad van Europa en OVSE, waar ook Azerbeidzjan lid van is) krachtig
aandacht voor schendingen van mensenrechten. Azerbeidzjan zegt open te
staan voor een dialoog op het terrein van mensenrechten maar zet daar
vooralsnog geen concrete stappen tegenover.
De positie van godsdienstige minderheden in Azerbeidzjan heeft de
aandacht van de Europese Unie. Dit komt onder meer tot uiting in de
Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en
Azerbeidzjan. In het kader hiervan is in 2010 een "Subcomité voor
Justitie, Vrijheid en Veiligheid en Mensenrechten en Democratie"
ingesteld, dat op 30 november en 1 december 2010 voor de eerste maal
bijeenkomt. Met de instelling van dit subcomité is de aandacht van de
Europese Unie geïntensiveerd. Vrijheid van godsdienst en overtuiging
staat als apart onderwerp geagendeerd, waarbij ook vervolging van
islamitische en christelijke minderheden aan de orde komt. Nederland
heeft de arrestatie van deze vier personen aan dit agendapunt
toegevoegd.
Ministerie van Buitenlandse Zaken