Ministerie van Buitenlandse Zaken

Negende Vergadering van Statenpartijen bij het Internationaal Strafhof

Kamerbrief inzake Negende Vergadering van Statenpartijen bij het Internationaal Strafhof

Kamerbrief | 29 november 2010

Geachte Voorzitter,

Hierbij doen wij u, ingevolge Artikel 5 van de Goedkeuringswet voor het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof ^^1 , de voorlopige agenda toekomen van de Negende Vergadering van statenpartijen bij het Internationaal Strafhof (Assembly of States Parties, hierna: ASP). De ASP heeft dit najaar zitting van

6 tot en met 10 december in New York.


1. Het Internationaal Strafhof in 2010

Herzieningsconferentie

Afgelopen zomer vond in Kampala (Oeganda) de (eerste) herzieningsconferentie van het Internationaal Strafhof (ISH) plaats. Wat betreft het onbetwiste hoofdonderwerp, het misdrijf agressie, eindigde de herzieningsconferentie tegen de meeste verwachtingen in succesvol. De amendementen op het Statuut van Rome met betrekking tot het misdrijf agressie konden met consensus worden aangenomen. Tijdens de herzieningsconferentie werd tevens de balans opgemaakt van het ISH en internationaal strafrecht (stocktaking), bijna acht jaar na de inwerkingtreding van het Statuut van Rome. Voor het overige zij verwezen naar de Kamerbrief inzake het verslag van de herzieningsconferentie d.d. 12 juli 2010.

Universaliteit

Bangladesh, de Seychellen, Sint Lucia en Moldavië ratificeerden in 2010 het Statuut van Rome, waarmee op dit moment 114 staten partij zijn bij het Statuut. Nederland zal universele ratificatie en implementatie van het Statuut actief blijven bevorderen, zowel bilateraal als samen met de overige landen van de Europese Unie.

Situaties en zaken voor het Hof

Er zijn rechtszaken gaande tegen vier personen: Thomas Lubanga (Democratische Republiek Congo, verdacht van het ronselen van kindsoldaten), Jean-Pierre Bemba (voormalig vice-president van de Democratische Republiek Congo, verdacht van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid in de Centraal Afrikaanse Republiek) en Mathieu Chui en Germain Katanga (Democratische Republiek Congo, verdacht van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid). Acht verdachten, onder wie de leider van de Lord's Resistance Army Joseph Kony (Oeganda) en de Soedanese president Omar Hassan Ahmad Al Bashir, zijn nog op vrije voeten.

Soedan/Darfur

In juli 2010 werd een tweede aanhoudingsbevel wegens genocide uitgevaardigd tegen de Soedanese president Al Bashir. In maart 2009 was reeds een aanhoudingsbevel tegen hem wegens oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid uitgevaardigd. Naast president Al Bashir zijn ook aanhoudingsbevelen uitgevaardigd tegen Ahmed Harun (de gouverneur van Zuid-Kordofan) en Ali Kushaib (voormalig Janjaweed-militieleider). Zij worden verdacht van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Drie Darfuri rebellenleiders, allen verdacht van oorlogsmisdrijven, verschenen reeds vrijwillig voor de rechters van het Internationaal Strafhof.

Afgelopen zomer reisde president Al Bashir voor de eerste maal sinds het ISH aanhoudingsbevelen tegen hem uitvaardigde naar twee statenpartijen van het Hof, te weten Tsjaad en Kenia. Eerdere plannen van Al Bashir om reizen te maken naar statenpartijen werden niet uitgevoerd ten gevolge van internationale druk op desbetreffende landen. De internationale gemeenschap, de Europese Unie voorop, reageerde fel op het uitblijven van aanhouding van Al Bashir. Kenia en de Afrikaanse Unie (AU) lieten daarop in verklaringen weten dat naleving van het ISH Statuut strijdig zou zijn met AU-resoluties ingevolge waarvan lidstaten niet met het ISH zullen samenwerken inzake de aanhouding van Al Bashir. Nederland deelt deze zienswijze niet en bracht dit ook over aan de Keniaanse ambassadeur die werd ontboden nadat Al Bashir vrijelijk naar Kenia kon reizen. Tijdens de ministeriële week van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties sprak ook toenmalig minister-president Balkenende zijn onvrede uit over het vrijelijk reizen van verdachten van het Internationaal Strafhof, zoals president Al Bashir, naar ISH statenpartijen. Hij benadrukte dat voor Nederland het ISH een cruciale schakel is in de strijd tegen straffeloosheid.

Op 24 oktober jl. besliste de Kamer van Vooronderzoek van het ISH, ingegeven door een verzoek van de Aanklager, om Kenia te verzoeken uitleg te geven indien er problemen zouden rijzen m.b.t. de aanhouding van Al Bashir tijdens diens mogelijke tweede bezoek aan Kenia. Al Bashir zou aanwezig zijn bij een ingelaste top van de Intergovernmental Authority on Development (IGAD) op 30 oktober in Nairobi. De IGAD-top werd daarna verplaatst naar Addis Abeba (Ethiopië is geen statenpartij bij het Statuut) om vervolgens definitief te worden afgelast. Volgens doorgaans goed ingevoerde NGO's bestaat er een verband tussen de beslissing van de Kamer van Vooronderzoek en de verplaatsing van de IGAD-top.

Democratische Republiek Congo
Op 8 oktober jl. besliste de Kamer van Beroep dat de zaak tegen Thomas Lubanga Dyilo voortgezet zou worden. Op 8 juli 2010 had Kamer van Berechting I van het Hof besloten de zaak aan te houden nadat de Aanklager had geweigerd benodigde informatie te verschaffen over een tussenpersoon. Hierdoor was er volgens de rechters geen sprake meer van een eerlijk proces omdat de verdediging zonder deze informatie niet in staat was haar werk te doen. De Kamer van Beroep bevestigde dat de Aanklager had nagelaten orders van de rechters op te volgen, maar gaf aan dat deze niet direct hadden moeten overgaan tot aanhouding van de zaak. Eerst hadden zij, aldus de Kamer van Beroep, de Aanklager door middel van sancties moeten proberen te bewegen om te voldoen aan hun verzoeken.

Centraal Afrikaanse Republiek

Op 19 oktober 2010 verwierp de Kamer van Beroep het beroep van Jean-Pierre Bemba Gombo waarin deze de ontvankelijkheid van het Hof betwistte. De rechtszaak tegen de voormalige vice-president van de Democratische Republiek Congo, verdacht van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid in de Centraal Afrikaanse Republiek, wordt vervolgd op 22 november 2010.

Op 11 oktober jl. werd bekend dat de Franse autoriteiten Callixte Mbarushimana (Rwandees, verdacht van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid in de Democratische Republiek Congo) hadden aangehouden. Hij zal binnenkort, na afronding van de Franse overleveringsprocedure, naar het ISH worden overgebracht.

Kenia

Op 31 maart 2010 gaf de Kamer van Vooronderzoek de Aanklager van het ISH toestemming om een onderzoek te starten naar de situatie in Kenia ter zake van misdrijven tegen de menselijkheid gepleegd in de periode 1 juni 2005 tot 26 november 2009. Na bestudering van het verzoek van de Aanklager en het door deze overgelegde materiaal oordeelde de Kamer dat er redelijke gronden zijn om voornoemd onderzoek te beginnen. In reactie op de beslissing heeft de Aanklager aangegeven te verwachten twee rechtszaken te starten, elk tegen een tot drie personen. De verwachting is dat de Aanklager de Kamer van Vooronderzoek in december 2010 of uiterlijk begin 2011 verzoekt om een of meerdere aanhoudingsbevelen of oproepen tot verschijning uit te vaardigen. Het onderzoek van Aanklager Ocampo richt zich naar verwachting op degenen die de grootste verantwoordelijkheid dragen voor het post-verkiezingsgeweld. In aansluiting hierop zullen de Keniaanse autoriteiten personen die in deze periode geweld pleegden of uitlokten moeten vervolgen, als essentieel onderdeel van de strijd tegen straffeloosheid.

Voorlopige onderzoeken

Naast de strafrechtelijke activiteiten in hierboven uiteengezette strafzaken, analyseert het Hof verscheidene situaties, onder meer in Colombia, Georgië, Afghanistan, Guinee, Ivoorkust en de Palestijnse Gebieden. Ingevolge het complementariteitsbeginsel zullen deze situaties in eerste instantie op nationaal niveau worden berecht. Pas als dat niet lukt, zal het ISH een rol kunnen spelen ten aanzien van de hoofdverantwoordelijken. De Aanklager van het ISH volgt de ontwikkelingen in deze landen en gebieden nauwgezet.

Het voorlopig onderzoek in de Palestijnse Gebieden is het gevolg van de verklaring die de Palestijnse Autoriteit in 2009 bij het ISH heeft overgelegd naar aanleiding van de Israëlische inval in Gaza. In de verklaring aanvaardde de Palestijnse Autoriteit de rechtsmacht van het ISH. De Aanklager dient naar aanleiding hiervan onder meer te beoordelen of `Palestina' zich kan kwalificeren als `staat' die onder het Statuut rechtsmacht kan erkennen. Alleen als dat het geval is, en ook aan overige voorwaarden voor uitoefening van rechtsmacht is voldaan, zou de Aanklager een onderzoek kunnen beginnen uit eigen beweging of na verwijzing door een statenpartij.

Nederland blijft zich inzetten om de samenwerking tussen staten en het ISH, in het bijzonder ten aanzien van de uitvoering van aanhoudingsbevelen, te bevorderen. Nederland vraagt hiervoor regelmatig aandacht in bilaterale ontmoetingen, alsook in multilateraal verband.

Permanente huisvestiging

Voor de bouw van de permanente huisvesting van het Internationaal Strafhof is het Deense architectenkantoor Schmidt Hammer Lassen geselecteerd. De voorbereidingen voor het bouwrijp maken van het terrein van de Alexanderkazerne zijn in volle gang. De planning is om medio 2012 te starten met de nieuwbouw.


2. De 9 ^e ASP

De belangrijkste onderwerpen die aan de komende ASP zullen worden voorgelegd zijn de volgende.

Opvolging Herzieningsconferentie

Er zullen consultaties worden gehouden over het vervolg van de herzieningsconferentie in Kampala. In het bijzonder zal worden gesproken over de vier onderwerpen waarover tijdens de herzieningsconferentie de balans werd opgemaakt: complementariteit (het beginsel dat staten primair verantwoordelijk zijn voor onderzoek en vervolging), samenwerking tussen staten en het ISH, het effect van het Statuut van Rome op slachtoffers en getroffen gebieden, en vrede en gerechtigheid. Tijdens de ASP zullen over deze onderwerpen verscheidene resoluties in stemming worden gebracht. Gedurende de voorbereidende werkzaamheden hiervoor de afgelopen maanden heeft Nederland zich in het bijzonder ingezet voor behoud van de in Kampala geboekte resultaten op het gebied van complementariteit en samenwerking. Nederland blijft zich ook na de ASP actief inzetten om samenwerking met het ISH en uitwerking van het complementariteitsbeginsel verder gestalte te geven.

Ook zal worden gesproken over het tijdens de herzieningsconferentie succesvol geïntroduceerde instrument pledges. In Kampala presenteerden Peru en Nederland, de coördinatoren voor pledges in ASP-verband, in totaal 112 van dergelijke toezeggingen die waren ingediend door 36 landen en de EU. De toezeggingen hebben onder meer betrekking op financiële bijdragen; het sluiten van overeenkomsten inzake tenuitvoerlegging van straffen en inzake privileges en immuniteiten; herhuisvesting van getuigen; complementariteit en verscheidene vormen van samenwerking met het ISH. Nederland streeft ernaar (de tenuitvoerlegging van) de toezeggingen ook tijdens toekomstige vergaderingen van de ASP te bespreken.

Verkiezingen voorzitter van de Vergadering van Statenpartijen (ASP) en leden Committee on Budget and Finance (CBF)

Op de agenda staat de verkiezing van een nieuwe voorzitter van de ASP. Het tweejarig mandaat van de huidige voorzitter van de ASP, de Permanente Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties van Liechtenstein, Christian Wenaweser, loopt eind dit jaar af. Voor de verkiezing van de nieuwe ASP voorzitter geldt dat er nog geen kandidaten zijn. Wel duidelijk is dat de nieuwe voorzitter bij voorkeur uit Afrika of Oost-Europa komt en gestationeerd is in New York. De benoeming van de ASP-voorzitter kan vanwege het geografisch evenwicht binnen het ISH niet los worden gezien van de verkiezing van de nieuwe Aanklager van het ISH in 2011. De termijn van de huidige Aanklager Ocampo (Argentinië) loopt af in juni 2012. Mogelijk zal de termijn van de huidige voorzitter met enige maanden worden verlengd.

Voor de zes vrijkomende posities binnen het CBF hebben zich zes financiële experts zich gekandideerd. Nederland zal instemmen met hun benoeming.

Independent Oversight Mechanism

Tijdens de achtste ASP werd een resolutie aangenomen waarmee een Independent Oversight Mechanism (IOM) in het leven werd geroepen. Het IOM is een hulporgaan in de zin van art. 112(4) Statuut dat onderzoek verricht naar administratieve onregelmatigheden begaan door personeel van het ISH. Gekozen is voor een - in eerste instantie - licht mechanisme, met de mogelijkheid uit eigen beweging onderzoek te verrichten t.a.v. ISH-staf, inclusief gekozen stafleden, en ter aanvulling op reeds bestaande onderzoeksmogelijkheden. Nederland is tevreden met het voorstel voor het operationeel mandaat dat tijdens de aankomende ASP in stemming wordt gebracht. Het IOM krijgt voldoende middelen om adequaat onderzoek te verrichten, terwijl de juridische onafhankelijkheid van de diverse organen van het Hof gewaarborgd blijft.

Amendementen Statuut van Rome

Tijdens de achtste ASP (eind november 2009) beslisten de statenpartijen dat voorstellen ter amendering van het Statuut van Rome die niet naar de Herzieningsconferentie in Kampala werden doorgestuurd, zouden worden besproken in een nader op te richten werkgroep. Een van de voorstellen die onvoldoende steun kregen om direct te worden doorgestuurd naar de herzieningsconferentie was het Nederlandse voorstel om aan de lijst misdrijven in het Statuut daden van terrorisme toe te voegen. Gezien de geringe steun voor het Nederlandse voorstel heeft Nederland zich tijdens de achtste ASP uiteindelijk een voorstander getoond van de oprichting van een dergelijke werkgroep.

Tijdens de aankomende ASP zullen consultaties plaatsvinden over de vorm en het mandaat van de op te richten werkgroep. Het zwaartepunt zal daarbij liggen op de procedurele borging van de werkgroep.

Budget

Het budget voor 2011 dient te worden goedgekeurd door de komende ASP. Dit budget kent een marginale stijging ten opzicht van het budget van dit jaar. De afgelopen maanden hebben statenpartijen en het ISH samengewerkt om, waar mogelijk, verdere kostenbesparingen te realiseren. Nederland steunt de begroting zoals die door het ISH is opgesteld op hoofdlijnen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Mr. I.W. Opstelten


1 Stb. 2001 343, 17 juli 2001.

Laatst aangepast: 29 november 2010