Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie Mw. drs. G.A.C. Schellekens

Titel proefschrift
Language Abstraction in Word of Mouth

---

Promotors:
Prof.dr.ir. A. Smidts

---

Co-promotors:
Dr.ir. P.W.J. Verlegh

Datum
30 november 2010 13:30

---

Locatie:
Woudestein, senaatszaal

---

Faculteit
Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM)

Mond-op-mond-reclame effectiever bij abstract taalgebruik

Mond-op-mond-reclame is belangrijk bij aankoopbeslissingen. In haar proefschrift Language Abstraction in Word of Mouth (Taalabstractie in mond-tot-mond communicatie) analyseert Gaby Schellekens het taalgebruik van consumenten wanneer zij hun ervaringen met producten beschrijven. Zij concludeert dat abstracte beschrijving meer invloed hebben dan concrete. Dit ligt nietaan de positiviteit of negativiteit van de uitspraak, maar de taalabstractie van de communicatie in het gebruik van werkwoorden en naamwoorden. Bijvoorbeeld: 'het T-shirt is verkleurd' heeft minder effect dan 'het T-shirt is van slechte kwaliteit'. Schellekens promoveert dinsdag 30 november aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Haar onderzoeksresultaten tonen ook aan dat consumenten meer abstracte taal gebruiken bij het beschrijven van ervaringen die overeenkomen met de mening die zij reeds van tevoren hadden over een product, en dat meer abstracte omschrijvingen vaak een grotere invloed op andere consumenten hebben.

Of te wel als een consument vooraf negatief gestemd is over bijvoorbeeld T-Mobile en als de ervaringen toch positief zijn, dan zal het oordeel concreet zijn: ik kan prima bellen via T-Mobile. In het omgekeerde geval waarin de consument van te voren al positief is, zal het oordeel algemener en abstracter zijn: 'de dekking is goed', `T-Mobile is een goede provider.'

Schellekens: "Deze dissertatie kan om twee redenen interessant zijn voor bedrijven. Ten eerste tonen de bevindingen aan dat abstracte boodschappen een grotere invloed hebben op koopintenties. Dit kan direct vertaald worden in een aanbeveling tot het gebruik van abstracte taal als men iemand wil overtuigen om een bepaald product te kopen. Dus als je wil dat een vriend dezelfde pen koopt als jij moet je niet zeggen: "Deze pen schrijft goed", maar heb je meer overredingskracht met een uitspraak als "deze pen is goed".

Probeert men echter de invloed van negatieve boodschappen (die overgebracht moeten worden) te beperken, dan is het volgens de bevindingen beter concreet taalgebruik te gebruiken. Dus, als je niet wil dat mensen slecht denken over iemand, kun je beter zeggen "hij gedraagt zich crimineel", en niet "hij is crimineel. Ten tweede kunnen mijn bevindingen bedrijven ondersteunen bij het interpreteren van mond-tot-mond communicatie van consumenten. Op dit moment volgen veel bedrijven mond-tot-mond communicatie (met name online), waarbij zij proberen lering te trekken uit de feedback van klanten die beschikbaar is via bijvoorbeeld blogs en productbeoordelingen. Dit proefschrift biedt een nieuwe dimensie met het abstractieniveau van taalgebruik, waarmee bedrijven meer inzicht kunnen krijgen in mond-tot-mond communicatie bovenop het meten.

Het onderzoek van Gaby Schellekens is verricht in het Erasmus Research Institute of Management (ERIM), de gezamenlijke door de KNAW erkende onderzoeksschool van Rotterdam School of Management/ Erasmus University en de Erasmus School of Economics. Aan ERIM zijn ruim 300 onderzoekers verbonden. ERIM organiseert tevens het Erasmus Doctoral Programme in Business and Management voor de opleiding van jonge, veelbelovende wetenschappers. www.erim.eur.nl