UMC Utrecht
Vrouwen willen andere zorg dan mannen
Mannelijke en vrouwelijke patiënten vinden verschillende zaken
belangrijk in de zorg rondom kanker. Dat blijkt uit het onderzoek van
Hester Wessels van het UMC Utrecht. Zij promoveert op 30 november.
Wessels ondervroeg in groepsinterviews vijftig patiënten met kanker
naar hun behoeften en wensen in zorg en behandeling rond hun ziekte. Op
basis van deze interviews ontwikkelde Wessels een vragenlijst over de
zorg rondom kanker die ze voorlegde aan bijna vierhonderd patiënten.
Het gaat om patiënten met verschillende soorten kanker, onder meer
borstkanker, maagdarmtumoren en urologische tumoren.
Uit de antwoorden blijkt een significant verschil in voorkeuren en
behoeften tussen mannen en vrouwen. Vrouwen vinden een groot aantal
zorgaspecten belangrijker dan mannen. Het gaat onder andere om
bejegening door verpleegkundigen; steun, advies en begeleiding; en
continuïteit van zorg. Maar ook om bijvoorbeeld de tijd tussen
onderzoek en diagnose en de timing van de start van de behandeling.
Op basis van haar onderzoek verwacht Wessels dat vrouwen meer gebruik
zullen maken van sommige onderdelen van het zorgaanbod. "In het
onderzoek scoren vrouwen onder meer hoger op privacy-aspecten dan
mannen. Dus zij zouden het bijvoorbeeld meer waarderen om in een
wachtkamer apart te kunnen zitten of te kunnen kiezen tussen een een-
of meerpersoonskamer. Ook scoren vrouwen hoger op psychosociale
ondersteuning, dus zij zouden bijvoorbeeld meer geïnteresseerd zijn om
deel te nemen aan gespreksgroepen of meer belangstelling hebben voor
steun bij de verwerking van gevoelens opgeroepen door de ziekte en
behandeling."
Eerder beschreef Wessels al dat patiënten meer belang hechten aan
expertise van artsen dan aan organisatorische en omgevingsfactoren van
het ziekenhuis. Patiënten vinden veiligheid en de expertise en houding
van artsen en verpleegkundigen heel belangrijk. Ook communicatie en de
zorgvuldige omgang met vertrouwelijke patiëntgegevens scoren hoog,
evenals de mogelijkheid zelf mee te beslissen over de behandeling.
Patiënten hechten relatief minder waarde aan voorzieningen op kamers,
de kwaliteit van eten en drinken of de aanwezigheid van naasten en
privacy. (Lees hier meer over dat onderzoek.)
Verder analyseerde Wessels in haar proefschrift hoe goed zorgverleners
de behoeften van patiënten kunnen inschatten; wat het effect is van
fysieke integratie van polikliniek, dagopname en kliniek op
patiënttevredenheid; en de `onbewuste' wensen van patiënten over de
ideale zorgprofessional.
Hester Wessels promoveert op 30 november aan het UMC Utrecht. Oncologen
prof. dr. Emile Voest en dr. Alexander de Graeff van het UMC Utrecht
Cancer Center begeleidden haar onderzoek.