Nederlandse Vereniging van Journalisten

Vak apart

dinsdag 30 november 2010 | `Na jarenlang getouwtrek tussen werkgevers en de NVJ wordt dan eindelijk een loongebouw voor vaktijdschriftjournalisten ingevoerd. Als de leden akkoord gaan, wordt het nieuwe loongebouw per 1 januari 2011 ingevoerd, eventueel met terugwerkende kracht. We vinden het een grote stap voorwaarts, zowel in materieel opzicht als op het gebied van perspectieven voor de vaktijdschriftjournalist. Het beroep van vakbladjournalistiek en de bijbehorende functies zijn nu veel beter gedefinieerd.'

`Vorig jaar concludeerde adviesbureau HayGroup al dat de salariëring van vaktijdschriftjournalisten gemiddeld tien procent lager lag in vergelijking met dagblad- en publiekstijdschriftjournalisten. Toen werd vastgesteld dat de functies en de benodigde competenties gelijkwaardig zijn aan die van de dagblad- of publieksbladjournalisten. Bovendien bleek uit het onderzoek van HayGroup dat er geen aparte functiebeschrijvingen voor het werken voor print of online nodig zijn. Die journalistieke competenties zijn gelijk, dus redacteuren die online werken vallen gewoon onder de journalistieke VAK CAO. Met de invoering van het nieuwe functiewaarderings- en indelingssystematiek zullen de lonen worden opgetrokken, met name in die schalen waar de verschillen in salarisachterstand het grootst waren. Maar de komst van het loongebouw betekent veel meer dan alleen een materiële inhaalslag. Jarenlang werd de CAO VAK vergeleken met die van de CAO-BTU (boeken- en tijdschriftuitgeverijbedrijf) en werd de vraag opgeworpen waarom journalisten een eigen CAO verdienden. Meer dan vijftien jaar geleden voerden we acties dat vaktijdschriftjournalisten geen "administrateurs" zijn en dat vakbladjournalistiek een vak apart is. Met de komst van een eigen passend loongebouw en eigen functieomschrijvingen is de waardering en de beschrijving van vaktijdschriftjournalisten volwaardig geworden en vergelijkbaar met andere journalistieke sectoren zoals dagblad. We gaan nu direct aan de slag met de verdere uitwerking van het systeem.' Yvonne Dankfort, secretaris Tijdschriften