Gemeente Lochem


Nieuw onderzoek naar ontwikkeling goederenvervoer per spoor

Op 4 november heeft de Tweede Kamer gestemd over de vele moties die tijdens het debat over het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) zijn ingediend. Kamerbreed zijn er grote zorgen over de gevolgen van de herroutering en groei van het goederenvervoer in Oost-Nederland over bestaand spoor. Het huidige kabinetsplan kijkt vooral naar de korte termijn tot 2020 en wordt als een tijdelijke oplossing gezien. Daarom heeft de Kamer de minister opgedragen onderzoek te doen naar de ontwikkeling op lange termijn van het goederenvervoer, een maximale benutting van de Betuweroute en het goederenvervoer via Duitsland.

In het PHS heeft de Rijksoverheid vastgelegd hoe het personen- en goederenvervoer in Nederland zich de komende decennia moet ontwikkelen. Over het spoor in het oosten van het land moet meer goederenvervoer plaatsvinden. Na de hoorzitting van 8 september, waarbij ook namens de gemeente Lochem is gesproken, heeft de kamer nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de lokale leefbaarheid en bereikbaarheid en de groeimogelijkheden van regionaal personenvervoer per spoor.

Kamer deelt zorg Oost-Nederland
De wens van de Kamer sluit aan bij de zorg die Oost-Nederland (hierin zijn gemeenten en regio's in de provincies Gelderland en Overijssel vertegenwoordigd) heeft ten aanzien van de groei van het goederenvervoer per spoor. In het PHS staat dat meer goederenvervoer plaatsvindt over het bestaande spoor in Oost-Nederland (IJssellijn en Twentelijn en ook in Rivierenland). Hierdoor komen de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in het gedrang. De aangenomen moties en de toekomstige onderzoeken scheppen verwachtingen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft toegezegd om Oost-Nederland nauw te betrekken bij het onderzoek naar alternatieve tracés.

Andere conclusies
Andere conclusies uit besprekingen van de Tweede Kamer zijn:
- de korte boog bij Deventer is geen optie meer, maar andere varianten bij Deventer worden nog wel verder onderzocht, onder andere de twee overblijvende bogen bij Deventer en de Twentekanaallijn
- het streven blijft om zoveel mogelijk goederenverkeer over de Betuweroute te leiden;
- begin 2011 komt het kabinet met plannen op het gebied van trillingshinder;
- alternatieven voor het goederenvervoer worden onderworpen aan een MER. Hierbij worden provincie, regio en gemeenten nauw betrokken.

De verwachting is dat er in januari 2011 meer bekend wordt over het vervolgproces van het ministerie. Wij houden u op de hoogte.