Rijksoverheid
Datum 3 december 2010
Motie van het lid Dijkstra c.s. t.a.v. het bewegingsonderwijs
Hierbij stuur ik u mijn reactie op de motie van het lid Dijkstra c.s., voorgesteld
tijdens het Wetgevingsoverleg van 29 november 2010, van VWS, waarmee de
regering wordt verzocht alle studenten op de pabo te verplichten het vak
bewegingsonderwijs te volgen.
Aangezien het onderwerp in mijn portefeuille zit, zal ik en niet de minister van
VWS op de motie reageren.
Tijdens de begrotingsbehandeling van 11 november jl. heeft het lid Dijkgraaf een
soortgelijke motie ingediend (Kamerstuknummer 32500#VIII). Het verzoek was
toen de keuze voor een gespecialiseerde vakleerkracht bewegingsonderwijs bij de
school te leggen en binnen het reguliere curriculum van de pabo te voorzien in
een algemene bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs.
Ik heb vervolgens aangegeven dat het een specifieke wens van de Kamer was om
van het bewegingsonderwijs een gespecificeerde leergang te maken. Dit was een
kwalitatieve overweging gebaseerd op een evaluatie van het bewegingsonderwijs
op basisscholen. Ik heb de toezegging gedaan om vinger aan de pols te houden
bij de vraag of de in gang gezette ontwikkeling tot ongewenste neveneffecten
leidt. De effecten van de gespecificeerde leergang bewegingsonderwijs zullen
worden gemonitord en de Kamer zal op de hoogte worden gesteld van de
uitkomsten. Daarbij zal ook goed worden gekeken naar scholen die in de knel
komen met deze verplichting. De motie Dijkgraaf is vervolgens ingetrokken.
Ik houd vast aan deze toezegging en ontraad de motie van het lid Dijkstra c.s.
Voor de zomer van 2012 kan de Kamer de uitkomsten van de monitor tegemoet
zien.
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Onze referentie
256319