03 december 2010
Werkgevers: flexibel werken niet bij wet regelen
MKB-Nederland en VNO-NCW zijn tegen een wettelijke regeling die
werknemers het recht geeft op flexibele, wisselende werktijden en op
thuiswerken. Arbeidstijden en arbeidsvoorwaarden zijn onderdeel van de
afspraken tussen werkgever(sorganisaties) en werknemer(sorganisaties),
vastgelegd in het arbeidscontract en in cao's. Dit is principieel geen
rol voor de overheid
De ondernemerskoepels wijzen daarom het initiatief af van de Kamerleden
Van Hijum (CDA) en Van Gent (Groen Links).
Een wet Flexibel Werken, zoals de parlementariërs hun plan hebben
gedoopt, is bovendien onnodig. In de praktijk blijkt namelijk dat een
groot deel van de werknemers invloed heeft op begin- en eindtijden
(afspraken in inmiddels 60 procent van de cao's) en werkroosters (40
procent). Dit blijkt uit cijfers van het ministerie van sociale zaken
en werkgelegenheid (SZW). Ook het zelfroosteren vindt steeds meer
opgang. Eén op de vier cao's kent bovendien een regeling voor
thuiswerken.
Gelet op maatschappelijke ontwikkelingen zullen deze cijfers nog verder
groeien. Op centraal niveau hebben sociale partners ook aanbevelingen
gedaan die het belang en de mogelijkheden van verdergaande
flexibilisering benadrukken, zoals over mobiliteit en telewerken.
Wetgeving over arbeidstijden zal altijd gekunsteld en geforceerd zijn
en gaat voorbij aan het verlangen naar en de tevredenheid over maatwerk
van zowel werkgever als werknemer. Samen maken ze de afweging tussen
het bedrijfsbelang en de privéwensen rondom arbeid en zorg.
De initiatiefnemers spiegelen hun plan aan de Wet Aanpassing
Arbeidsduur. Maar hun veronderstelling dat deze wet ertoe heeft geleid
dat deeltijdwerk een grote vlucht heeft genomen is onjuist. Er wordt
niet of nauwelijks een beroep op gedaan, zo heeft SZW onderzocht. Toch
is Nederland koploper deeltijdwerk. De wet is daarmee niet meer dan
symboolwetgeving, zoals het ministerie zelf erkent. Dit initiatief zal
eenzelfde lot beschoren zijn, zo verwachten MKB-Nederland en VNO-NCW,
en is het wettelijke paard achter de praktijkwagen spannen.
*