INLIA


Medisch Contact: "Kritiek op artsen IND" (03-12-10)

Medisch_contact-thumb
Het weekblad Medisch Contact besteedt in aflevering 48 (2-12-10) twee artikelen aan het systeem van beoordeling van de medische situatie van asielzoekers. In het ene artikel, geschreven door een viertal artsen, wordt de werkwijze van het BMA (Bureau Medische Advisering) van de Immigratie- en Naturalisatiedienst flink op de korrel genomen. In het artikel wordt niet alleen de kritiek op de BMA vanuit de medische wereld (medici, tuchtcolleges, commissies en inspectie) van de afgelopen jaren samengevat, maar wordt ook aan de hand van een casus toegelicht, dat de medische advisering in vreemdelingenzaken onder de maat is.
In het andere artikel levert straatdokter Frans Sikken uit Rotterdam ongezouten kritiek op de IND en de werkwijze van het BMA.

De vier artsen zijn een neuroloog en een psychiater van de Reinier de Graaf Groep uit Leiden, een hoogleraar Gezondheidsrecht van de UVA/AMC en medewerker van Pharos, Evert Bloemen. De casus die besproken wordt betreft een Afghaanse asielzoeker bij wie PTSS (posttraumatische stress-stoornis) en een ernstige depressie was vastgesteld. Nadat zijn asielverzoek was afgewezen vroeg zijn advocaat een verblijfsvergunning op medische gronden aan. Deze werd afgewezen omdat de BMA-arts (die alleen advies geeft en geen patiënten ziet) vond dat er geen sprake was van een medische noodsituatie, zich hierbij beroepend op interne procedures. Verder stelde hij dat PTSS toch niet te genezen viel en ontkende hij dat nieuwe psychotraumata een bestaand beeld konden verergeren. De Inspecteur voor de Gezondheidszorg wilde zich er pas mee bemoeien na dreiging met juridische maatregelen. In zijn uiteindelijke rapport staat dat de BMA-arts zich aan de regels had gehouden. Een poging van de specialisten om de zaak zelf aanhangig te maken bij het tuchtcollege faalde omdat zij niet als belanghebbenden werden gezien. De artsen noemen in het artikel verder nog een groot aantal punten van kritiek. Een van die kritiekpunten die we hier willen noemen is dat een BMA-arts onafhankelijk dient te zijn en allereerst gebonden dient te zijn aan de medische professionele standaard van de beroepsgroep. Aanwijzingen van een opdrachtgever waardoor niet beroepsmatige elementen in de advisering een rol kunnen gaan spelen, waarmee die onafhankelijkheid in gevaar komt, dient de arts dan ook naast zich neer te leggen. Wie meer wil weten over de kritiek van de vier artsen op de BMA en hun conclusies: lees hier het hele artikel. (Het stuk bevat ook een weerwoord van Rob van Lint, hoofddirecteur IND).

Het andere artikel laat straatdokter Frans Sikken, praktijkman bij uitstek op dit gebied, aan het woord. Hij noemt het vreemdelingenbeleid in Nederland repressief en het schendt de rechten van de mens. Zijn kritiek geldt met name de IND en de BMA. Van de laatste vindt hij zelfs dat deze moet verdwijnen als adviesorgaan van de IND. "Daar moet een onafhankelijke instelling voor in de plaats komen, artsen moeten zich daar niet mee bemoeien. Artsen moeten mensen helpen". Wie meer wil weten over zijn standpunt: klik hier.

Meer informatie:
Bij aanvragen voor een verblijfsvergunning op grond van medische behandeling of uitstel van vertrek op medische gronden (conform art. 64 Vw.), schakelt de IND het BMA in, om zich een oordeel te vormen over de medische situatie van de betreffende vreemdeling. Het BMA onderzoekt tevens of de vreemdeling een vergelijkbare medische behandeling en/of medicatie kan verkrijgen in het land van herkomst. Het BMA formuleert op basis van de beschikbare medische informatie een advies aan de IND, die dit advies meeneemt in de beslissing op de aanvraag.