Rijksoverheid
3 december 2010
Uitvoering regeerakkoord onderdeel media
In mijn brief over de mediabegroting 2011 heb ik toegezegd u apart te informeren
over de wijze waarop ik het regeerakkoord onderdeel Media zal uitwerken. Dat
doe ik hierbij.
De afspraken in het regeerakkoord vormen samen met de omvangrijke
bezuinigingen op het mediabudget een forse opgave, maar zijn ook een kans om
het publieke mediabestel te hervormen. De inzet is een toekomstgerichte en
toekomstbestendige publieke omroep, die goede programma's maakt, met minder
omroepen en minder geld.
Uitgangspunten
De wezenskenmerken van de publieke omroep blijven dezelfde. Zijn opdracht is
om een goed en gevarieerd audiovisueel aanbod te verzorgen dat de gehele
Nederlandse bevolking aanspreekt en bereikt. Omroepverenigingen met leden
waarborgen pluriformiteit; zij zorgen voor inkleuring en maatschappelijk
draagvlak. Het kabinet wijzigt de Mediawet om de landelijke publieke omroep
open, doelmatig en bestuurbaar te houden.
Bij de bezuinigingen op de landelijke publieke omroep is de inzet om zo min
mogelijk in te boeten aan verscheidenheid, kwaliteit en aantrekkelijkheid voor het
publiek. Indien het aanbod verschraalt vervalt er een televisienet.
De Wereldomroep en de regionale publieke omroep blijven belangrijk voor kijkers
en luisteraars over de grens en binnen de regio's. De financiële en bestuurlijke
verantwoordelijkheid voor deze organisaties worden helder belegd, zonder de
verbinding met de landelijke publieke omroep te verliezen.
Vanaf 2013 wordt het mediabudget stapsgewijs verlaagd, met een bedrag van
¤200 miljoen structureel in 2015. Besparingen van deze omvang zijn niet van de
ene op de andere dag te realiseren; zij vergen een grondige voorbereiding -
zowel aan de zijde van de overheid als bij de betrokken instellingen. Begeleidende
wetswijziging moet al eind 2013 zijn afgerond (zie planning). In de volgende
paragraaf deel ik daarom alvast de belangrijkste elementen van mijn aanpak met
uw Kamer.
Aanpak uitvoering regeerakkoord
o Fusies stimuleren
Bezuinigen met behoud van kwaliteit en bereik kan alleen wanneer omroepen snel
alle krachten bundelen en elke ondoelmatigheid bestrijden. Vergaande
samenwerking en fusies van verwante omroeporganisaties zijn noodzakelijk. De
publieke omroep bestaat straks uit maximaal 8 organisaties (nu 21), maar het
liefst uit minder. Via wijzigingen van de Mediawet ondersteun en stimuleer ik
fusies, en zo nodig dwing ik deze af. Als er minder omroepen zijn, dient ook de
bureaucratie bij de raad van bestuur te verminderen, maar coördinatie blijft
absoluut noodzakelijk om efficiënt te programmeren en het publiek te bereiken.
o Besparingen door fusies, minder bureaucratie en efficiency
Gezien de omvang van de bezuinigingen zijn ingrepen in het programma$aanbod
onvermijdelijk, maar pas nadat al het mogelijke is gedaan om de programma's te
sparen. Op hele korte termijn zal ik zeer kritisch bezien welke besparingen binnen
de landelijke publieke omroep mogelijk zijn door: a) efficiënter werken, b) minder
bureaucratie bij de raad van bestuur en c) fusie van omroepen.
o Muziekcentrum van de Omroep
Vanwege hun hoge kwaliteit en grote bijdrage aan het (klassieke) muziekleven in
Nederland en het belang van de live muziekprogrammering op radio en televisie,
onderzoek ik of enkele delen van het MCO kunnen blijven bestaan. Voor de zomer
besluit ik daarover. Eventuele kosten voor het financieren van onderdelen van het
MCO worden opgevangen door extra besparingen binnen het mediabudget. Ik
reserveer daarvoor ¤ 12$14 miljoen.
o Integratie landelijke en regionale omroep
Het integreren van landelijke en regionale publieke omroepen biedt inhoudelijke
grote voordelen en een uitgelezen kans op efficiëntere inrichting van het publieke
mediabestel in Nederland. Dit vraagstuk raakt aan de discussie over de kerntaken
van de provincie. Samen met het IPO ga ik daarom na wat het beste is voor de
toekomst van de regionale omroep en het Nederlandse publieke mediabestel:
vergaande samenwerking en integratie met de landelijke publieke omroep of de
volledige verantwoordelijkheid naar de provincies. In ieder geval geen dubbele
aansturing meer.
o Wereldomroep
De Wereldomroep wordt, zoals is afgesproken in het regeerakkoord, gefinancierd
uit de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken (mogelijk deels
HGIS). In de aanloop naar de formalisering hiervan in 2013, bepaalt de minister
van Buitenlandse Zaken in overleg met de minister van OCW welke kerntaken van
de Wereldomroep voor financiering in aanmerking komen. Op basis hiervan zullen
de inhoud en kerntaken van de Wereldomroep nader vormgegeven worden.
o Overige punten regeerakkoord
Enkele deelafspraken uit het regeerakkoord vragen nadere aandacht. Ik ga hier
nu slechts kort op in.
$ Voor themakanalen is de inzet dat deze uit eigen inkomsten van
omroepverenigingen worden bekostigd. Alleen NOS en NTR kunnen voor hun
bijdrage aan themakanalen financiering krijgen uit rijksmiddelen, de andere
omroepen niet.
$ Ten behoeve van het verruimen van de beschikbaarheid van
programmagegevens zal ik nader bezien hoe een en ander zorgvuldig en
evenwichtig kan worden vormgegeven.
$ De Mediawet geeft aan de publieke omroep audiovisuele taken. De publieke
omroep verspreidt zijn aanbod via diverse distributiekanalen; de kabel, de
satelliet, maar ook en juist in het huidige multimediale tijdperk, via het
internet. Wel moet hij scherpere keuzes maken en vanaf 2012 het aantal
themakanalen en websites terugbrengen. Ik maak daarover afspraken met de
raad van bestuur. Voor nieuwe diensten blijft een afzonderlijke
goedkeuringsprocedure gelden, waarbij commerciële media inspraak hebben.
Planning
De planning wordt bepaald door twee momenten. Ten eerste wordt al in 2013 de
rijksbijdrage aan de mediabegroting verlaagd. Ten tweede begint op 1 januari
2016 de nieuwe erkenningsperiode voor de landelijke publieke omroepen, maar
hieraan gaat 1,5 jaar voorbereiding vooraf (evaluatie, ledenwerving, aanvragen,
adviezen en besluit over de erkenningverlening). Eind 2013 moet voor omroepen
helder zijn dat fusies lonen en noodzakelijk zijn voor een toekomstige plaats in
het bestel. Snelle wetswijziging is ook nodig om vrijwillige fusies van (landelijke)
omroepen gedurende de lopende erkenningsperiode mogelijk te maken. Hieronder
de belangrijkste data voor de Tweede Kamer:
Juni 2011:
$ Brief aan Tweede Kamer met inhoudelijke uitwerking van het regeerakkoord
voor de onderdelen landelijke publieke omroep, Wereldomroep, regionale
publieke omroep en omroeporkesten.
$ Wetsvoorstel met beperkte, technische wijzigingen naar de Tweede Kamer,
zoals een verlaging van de rijksomroepbijdrage, bekrachtiging van de fusie
van NPS en Educom en een overgangsregeling ten behoeve van tussentijdse
(vrijwillige) fusies van omroepen.
$ Tussenrapportage naar mogelijke besparingen binnen de landelijke publieke
omroep.
Juni 2012:
$ Voorstel tot wijziging van de Mediawet naar de Tweede Kamer, gevolgd door
schriftelijke en mondelinge behandeling.
$ Het wetsvoorstel regelt de taak en organisatie van de landelijke publieke
omroep vanaf 2016, de verantwoordelijkheid voor de regionale publieke
omroep en de Wereldomroep, en de herpositionering van omroeporkesten.
Begin 2013:
$ Behandeling wetsvoorstel in de Eerste Kamer.
$ Aanvang bezuinigingen op de mediabegroting.
Eind 2013:
$ Wijziging Mediawet gepubliceerd in Staatsblad.
2014!2015:
$ Intensivering bezuinigingen op de mediabegroting.
2016:
$ Aanvang nieuwe erkenningsperiode landelijke publieke omroep
Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer hiermee voldoende informeer over de aanpak
en planning van de uitwerking van het onderdeel media van het regeerakkoord.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt$Vliegenthart