ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega inbreng Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming
oudere belastingplichtigen
dinsdag 16 november 2010 14:00
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling
kennisgenomen van het wetsvoorstel mogelijkheid
koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen. Zij onderschrijven
het belang van een goede regeling voor ouderen ter compensatie van het
koopkrachtverlies dat door beleidsmaatregelen ontstaat, maar hebben bij
het huidige wetsvoorstel nog diverse vragen. De leden van de
ChristenUnie-fractie willen van de regering een nadere toelichting
ontvangen waarom de regering verwacht dat het Hof van Justitie van de
Europese Unie de tegemoetkoming niet als een sociale
zekerheidsuitkering zal beschouwen, aangezien volgens het Hof het feit
of het om een rechtstreeks uit wetgeving voortvloeiend recht gaat
waarbij voor de vaststelling aan de administratie geen beleidsvrijheden
meer toekomen leidend is en daarmee niet het achterliggende doel, zoals
in dit wetsvoorstel het compenseren van koopkrachtvermindering.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten op basis van welke
criteria de hoogte van de tegemoetkoming, die bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur wordt bepaald, wordt vastgesteld. Ook vragen zij
hoe wordt voorkomen dat de onvervreemdbaarheid van de tegemoetkoming
wordt aangetast door de mogelijkheid dat op basis van een machtiging
van een gerechtigde de tegemoetkoming kan worden overgemaakt om een
bank- of girorekening van een ander dan de gerechtigde.
De leden van de ChristenUnie-fractie ontvangen graag nadere informatie
over in welke landen de ongeveer 275 000 AOW-ers die de
AOW-tegemoetkoming in het buitenland ontvangen woonachtig zijn en onder
welke inkomensgroepen zij vallen. Hoe is de verspreiding van de groepen
waarvan de regering verwacht dat zij onder de nieuwe regeling geen
respectievelijk nog wel recht hebben op tegemoetkoming over deze landen
en inkomensgroepen, zo vragen zij. Daarnaast vragen de leden van de
ChristenUnie-fractie om een nadere onderbouwing van de stelling dat
belastingplichtigen met een laag inkomen relatief sterk profiteren. Kan
de regering de koopkrachteffecten toelichten aan de hand van een aantal
voorbeelden voor belastingplichtigen met verschillende inkomensklassen?
Zij vragen bovendien of de nieuwe regeling door af te zien van
inkomensafhankelijkheid voor bepaalde groepen geen grotere
rechtsongelijkheid tot gevolg heeft.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe groot de extra kosten
voor een inkomensafhankelijke tegemoetkoming zouden zijn en door welke
factoren deze extra kosten dan worden veroorzaakt. In welke mate heeft
een inkomensafhankelijke tegemoetkoming daarnaast een besparend effect
doordat de hoge inkomens een lagere tegemoetkoming krijgen, zo willen
zij weten. Tevens willen de leden van ChristenUnie-fractie weten hoe
groot de uitvoeringskosten zijn voor de huidige AOW-tegemoetkoming. Ook
willen zij weten wat de financiële gevolgen zijn als de regeling bij
nader inzien toch onder de in het advies van de Raad van State genoemde
Europese verordening valt. Zij willen weten welke maatregelen de
regering dan nog wil nemen om de hogere uitvoeringskosten te voorkomen.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom de regering
invoering per 1 januari 2011 noodzakelijk acht. Wat zijn de gevolgen
van een latere inwerkingtreding van de wet?. Gaat de regering om haar
plan tot uitvoering te brengen dat mensen met een AOW-gat niet meer in
aanmerking komen voor de tegemoetkoming het huidige wetsvoorstel
nogmaals aanpassen en wanneer dan? Ook willen zij weten waarom de
regering mensen met een AOW-gat niet meer in aanmerking wil laten komen
voor de tegemoetkoming.
Cynthia Ortega