Rijksoverheid
6 december 2010
Het Nederlandse beleid ten aanzien van de creatieve industrie
Op 16 september stuurde u mijn voorganger een brief (uw kenmerk:
2010D35251) met aantal vragen met betrekking tot het beleid ten aanzien van de
creatieve industrie.
Het is mij een genoegen u hieronder een antwoord te geven op de door u
gestelde vragen.
U verzoekt het nieuwe kabinet aan te geven of zij het door u ingezette beleid
inzake het aandeel van de creatieve industrie in de toekenningen van de FES
aanvragen onderschrijft.
Ik kan u melden dat het kabinet positief is over de toekenningen aan de creatieve
industrie vanuit de FES#middelen.
In uw brief verzoekt u het kabinet een reactie te geven op het nog te ontvangen
programmavoorstel en het SAC advies inzake een eventuele overheidsbijdrage
voor het innovatieprogramma creatieve industrie.
Op 14 oktober jl. is het voorstel voor een innovatieprogramma voor de creatieve
industrie in de Strategische Advies Commissie Innovatieprogramma's onder
leiding van de heer Rinnooy Kan besproken. Aansluitend hierop is op 28 oktober
door de Commissie een advies uitgebracht aan de Minister van Economische
Zaken, Landbouw & Innovatie over dit voorstel. Het Kabinet werkt de komende
tijd aan de nadere uitwerking van de nota bedrijfslevenbeleid en de Homogene
Groep Economische Topgebieden zoals die worden benoemd in het
Regeerakkoord. Het ingediende voorstel en het door de SAC uitgebrachte advies
hierover zullen in dit licht worden bezien. Daarbij wordt in overweging genomen
dat de creatieve industrie in het regeerakkoord als een van de economische
topgebieden is aangeduid.
Tot slot vraagt u in uw brief om een beleidsreactie van het nieuwe kabinet op het
Groenboek Creatieve Industrie.
Op 25 oktober jl. heeft u een reactie van het kabinet ontvangen op het Groenboek
Creatieve Industrie. Er is gekozen om de reactie aan te houden, zodat deze ook
kon worden onderschreven door het huidige kabinet. Met de Europese Commissie
is contact onderhouden om ons ervan te verzekeren dat de Nederlandse reactie
zal worden meegenomen. Deze reactie is inmiddels naar de Europese Commissie
gezonden.
Mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
drs. M.J.M. Verhagen,
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra