07-12-2010
Tunnelontwerp TEC voor Fehmarn Belt verbinding krijgt de voorkeur
Een onderzeese tunnel is de beste oplossing voor de vaste
oeververbinding tussen Denemarken en Duitsland (Fehmarn Belt). De
risico's voor het milieu en de scheepvaart zijn minder en de bouwkosten
lager in vergelijking met een tuibrug, blijkt uit recent onderzoek.
Reden voor de Deense organisatie Femern A/S, belast met de toekomstige
realisatie en exploitatie, om de Deense verkeersminister te adviseren
een onderzeese tunnel aan te leggen. De minister neemt naar verwachting
begin 2011 een besluit over het 6,6 miljard kostende project, waarbij
het Nederlandse Tunnel Engineering Consultants (TEC), een
samenwerkingsverband tussen DHV, Royal Haskoning en Witteveen+Bos een
grote rol speelt. TEC is onderdeel van de Ramboll-Arup-TEC joint
venture, verantwoordelijk voor het tunnelontwerp.
Uit een vergelijking tussen de ontwerpen van de onderzeese tunnel en de
tuibrug blijkt dat een tunnel niet alleen in de bouw, maar ook in de
gebruiksfase beter scoort. Daarbij is rekening gehouden met alle
technische-, milieu- en veiligheidsaspecten. De risico's voor het
milieu en de scheepvaart zijn bij een tunnel minder dan bij een
tuibrug. Bovendien zijn de bouwkosten van een tunnel lager. De 19 km
lange tunnel bestaat uit een 2x2 baans autoweg met vluchtstroken, een
vlucht- annex leidingenkoker en een tweesporige treintunnel. Daarmee is
het één van de grootste vaste oeververbindingen ter wereld. De kosten
zijn geraamd op 5,1 miljard euro. De kosten van de aanpassing van de
infrastructuur op de Deense en Duitse oevers bedragen 1,5 miljard euro,
waardoor het totale project op 6,6 miljard euro uitkomt. De
voorbereidende ontwerpwerkzaamheden nemen naar verwachting nog drie
jaar in beslag. Doel is om de verbinding eind 2020 in gebruik te nemen.
De Deense politiek buigt zich de komende tijd over de aanbeveling van
Femern A/S. De Deense verkeersminister neemt begin 2011 een beslissing
over het project. Een definitieve keuze voor een afgezonken tunnel
betekent voor TEC een continuering van haar betrokkenheid tot de
eindoplevering van het project. En dit biedt een uitstekende
uitgangspositie voor een nieuwe rol bij andere vergelijkbare
oeververbindingen, waar duidelijk behoefte bestaat aan de specifieke
Nederlandse ingenieurskennis op dit terrein.