Rijksoverheid
7 december 2010
Antwoord op schriftelijke vragen met kenmerk 2010Z18554
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door
het lid Dibi (GroenLinks) over de uitspraak van de minister dat Grieken zelf hun
asielprobleen moeten oplossen. Deze vragen werden ingezonden op
6 december 2010 met kenmerk 2010Z18554.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G.B.M. Leers
Vraag1
Klopt het bericht 'Grieken moeten zelf asielproblemen oplossen'? 1)
Antwoord 1
Ja, de inhoud komt overeen met hetgeen ik na de JBZ!Raad tegen de media heb
gezegd.
Vraag 2
Staat uw opstelling waarin elke EU!lidstaat verantwoordelijk is voor het eigen
asielbeleid niet haaks op de realiteit van vandaag de dag en de wens tot één
gezamenlijk Europees asiebeleid te komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee. Beknopt gezegd, behelst een gemeenschappelijk Europees asielsysteem
(GEAS) de situatie waarin asielaanvragen in de hele EU op gelijke wijze worden
beoordeeld. Dit laat onverlet dat iedere lidstaat primair zelf verantwoordelijk is voor
een juiste implementatie van dit geharmoniseerde EU!asielacquis. Zonder afbreuk
te doen aan deze verantwoordelijkheid, kunnen de lidstaten uiteraard wel praktisch
samenwerken om elkanders asielproces en de uitvoering ervan te verbeteren.
Vraag 3
Heeft Nederland niet ontzettend veel te winnen bij een gezamenlijk Europees
asiebeleid, waarbij EU!lidstaten solidair samenwerken om de asielinstroom eerlijk te
verdelen en asielzoekers humaan op te vangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ik hecht sterk aan de totstandkoming van het GEAS waarin de secundaire
migratiestromen afnemen. Deze ontwikkeling moet tot stand worden gebracht door
middel van harmonisatie van wet! en regelgeving én praktische samenwerking.
Voor deze samenwerking is de recente oprichting van het Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken van groot belang. Dit nieuwe agentschap
heeft onder andere als opdracht de praktische samenwerking tussen de lidstaten op
asielgebied te faciliteren, te coördineren en te versterken, en operationele steun te
verlenen aan lidstaten waarvan de asielstelsels en opvangvoorzieningen onder
bijzondere druk staan. Het verdelen van de asielinstroom maakt van het streven
naar het GEAS geen onderdeel uit.
Vraag 4
Op welke wijze is Nederland bereid Griekenland op de korte termijn te helpen bij de
asielproblemen?
Antwoord 4
Zoals ook aangegeven in mijn beantwoording van vragen van het lid Spekman
(PvdA) van 11 november jl. (Aanhangsel 427), heeft de Griekse regering op
15 september van dit jaar een nationaal actieplan gepresenteerd ("Greek Action
Plan on Migration Management and Asylum Reform"). Dit actieplan voorziet onder
meer in een herstructurering en verbetering van de Griekse asielprocedure en het
opzetten van een nieuwe asieldienst die de asielaanvragen zal gaan behandelen.
Onderdeel van het plan vormen ook het opzetten van screening centra, het
verbeteren van en realiseren van (nieuwe) opvangplaatsen en detentiecentra. In
reactie op een verzoek van de Europese Commissie heeft Nederland laten weten
graag een bijdrage te leveren aan de implementatie van dit plan. Dit door middel
van de inzet van menskracht en expertise.
Vraag 5
Als iedere lidstaat zelf verantwoordelijk is voor het afhandelen van een asielvraag,
hoe verklaart u de meer dan 2000 asielzoekers die eigenlijk naar Griekenland
teruggestuurd zouden moeten worden, maar in Nederland in afwachting zijn van
een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)?
Antwoord 5
Graag verwijs ik u naar de brief die de toenmalige Minister van Justitie op
13 oktober jl. aan uw Kamer heeft toegezonden (Kamerstukken II, 2010/11,
19637, nr. 1363). In die brief wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich
voordoen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, het Hof van Justitie
van de Europese Unie en de nationale rechtscolleges. Toegelicht wordt dat gezien
die ontwikkelingen naar in nagenoeg alle zaken waarin een asielzoeker ageert
tegen zijn overdracht aan Griekenland door de rechter wordt bepaald dat de
overdracht tijdelijk wordt opgeschort.
Vraag 6
Bent u bereid, in het geval het EHRM een uitspraak doet waarin het de uitzetting
van 'Dublin!claimanten' naar Griekenland verbiedt, op basis van de
'soevereiniteitsclausule' in de Dublinverordening de asielaanvragen van de
aanwezige Griekse 'Dublin claimanten' in behandeling te nemen?
Antwoord 6
Een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens over de
aanvaardbaarheid van een overdracht aan Griekenland in het kader van artikel 3
EVRM wordt eind 2010/begin 2011 verwacht (zaak M.S.S. vs België en
Griekenland). Deze uitspraak, die naar verwachting een leading judgment geeft,
wacht ik met bijzondere belangstelling af. De overwegingen die het Hof aan zijn
beslissing ten grondslag zal leggen, zal ik uiteraard betrekken bij de afweging of
een wijziging van mijn beleid voor Dublin!Griekenlandzaken in de rede ligt. Ik acht
het niet zorgvuldig daar thans op vooruit te lopen.
Vraag 7
Waarop baseert u zich dat Eurocommissaris Cecilia Malmström het met u eens is
dat het asielprobleem een probleem is van Griekenland en geen Europees
probleem?
Vraag 8
Wat waren de precieze bewoordingen van Eurocommissaris Malmström toen zij
aangaf het met u eens te zijn?
Antwoord 7 en 8
In het door u in vraag 1 gememoreerde mediabericht staat dat eurocommissaris
Malmström alleen in noodgevallen uitzonderingen wil maken op de Dublin!
verordening. Ik neem aan dat uw vraag op deze passage ziet, en wil hierover het
volgende nader toelichten. Eind 2008 heeft de Commissie haar voorstel voor een
aangepaste Dublin!verordening gepresenteerd. Eén van de voorgestelde
wijzigingen betreft het opnemen van een zogeheten "opschortingsmechanisme". Dit
behelst, kort gezegd, dat de Commissie kan besluiten dat de lidstaten de Dublin!
verordening ten aanzien van een bepaalde lidstaat tijdelijk niet mogen toepassen.
Zoals aangegeven in het BNC!fiche dat op 4 februari 2009 aan uw Kamer is
toegezonden ziet Nederland bezwaren bij dat mechanisme. De Nederlandse
bezwaren worden gedeeld door het overgrote deel van de andere lidstaten. Zoals
ook toegelicht aan uw Kamer in het AO JBZ!Raad van 1 december jl. beraadt de
Commissie zich nu over een voorstel om tegemoet te komen aan de bezwaren van
de lidstaten. In de Raad heeft Commissaris Malmström aangegeven te denken aan
een compromis waarbij het uitgangspunt is dat het mechanisme slechts onder zeer
uitzonderlijke omstandigheden kan worden toegepast en dat de Raad deze
beslissing kan nemen. Daarbij zal het mechanisme slechts voor een beperkte
periode van maximaal zes maanden van kracht zijn en enkel toegepast worden ten
aanzien van lidstaten die het EU!asielacquis toepassen.
Vraag 9
Als de Eurocommissaris van mening is dat het probleem in Griekenland een
Europees probleem is, welke conclusie trekt u dan voor de Nederlandse inzet op de
korte en lange termijn?
Antwoord 9
De Europese Commissie is nauw betrokken bij de totstandkoming van het
genoemde Griekse actieplan en de implementatie ervan. De Commissie heeft dit
plan aangegrepen om de lidstaten te vragen in hoeverre zij bereid zijn om
Griekenland bij de implementatie van dit actieplan te helpen. Inmiddels hebben al
zo'n vijftien lidstaten, waaronder dus ook Nederland, hun steun toegezegd. Ook de
UNHCR is betrokken bij de implementatie. De actieve bijdrage van Nederland aan
dit plan is mede ingegeven door de gedachte dat een goede implementatie van dit
plan kan leiden tot structurele verbeteringen in de Griekse asiel! en
migratiesituatie. Inmiddels heeft de Commissie laten weten dat zij een bedrag van
circa 9.5 miljoen euro onder emergency measures heeft gereserveerd voor de korte
termijn hulp aan Griekenland. Dit ziet onder meer op het creëren van nieuwe en
verbeteren van reeds bestaande opvangvoorzieningen. Voor de langere termijn zijn
vier terreinen geïdentificeerd (backlog management, training, registration &
screening, quality management) waarvoor lidstaten die steun aanboden in
december 2010 en januari 2011 op missie naar Griekenland gaan.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Algemeen Overleg
Vreemdelingen! en Asielbeleid 8 december aanstaande? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Hierbij voldoe ik aan uw verzoek.
1) www.nu.nl, 2 december 2010