Rijksoverheid
7 december 2010
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Straus, Venrooy ,
Van Ark, Mulder en Van der Burg (VVD) over "Zorg voor autisten ver onder de
maat " (ingezonden 9 november 2010).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Straus, Venrooy , Van Ark,
Mulder en Van der Burg over "Zorg voor autisten ver onder de maat".
(ingezonden 9 november 2010).
1
Kent u het artikel 'Zorg voor autisten ver onder de maat'?
Antwoord vraag 1.
Ja, ik heb kennis genomen van de inhoud van het krantenartikel in het Algemeen
Dagblad van 5 november 2010.
2
Hoe beoordeelt u de stelling dat veel autisten in Nederland totaal verkeerde zorg
krijgen? Wat is volgens u de oorzaak van deze totaal verkeerde zorg?
Antwoord vraag 2.
Zorg voor autisme is specialistisch en vergt daarom extra kennis van hulpverleners
die niet elke GGZ,instelling kan bieden. Het is van belang dat er spreiding van
kennis plaatsvindt op dit terrein zodat hulpverleners op het juiste moment
doorverwijzen.
3
Kunt u ook goede voorbeelden geven waarin passende zorg wordt geboden voor
autistische mensen?
Antwoord vraag 3.
Goede voorbeelden waarin passende zorg wordt geboden zijn bijvoorbeeld binnen
de GGZ: de autismeafdeling van Yulius in Dordrecht, het ATN politeam in
Groningen, het Dr. Leo Kannerhuis, Centrum Autisme in Leiden, Ribw Den Haag,
Ribw Arnhem & Veluwevallei. In de gehandicaptensector zijn dat bijvoorbeeld
Amarant in Tilburg, de Driestroom in Druten.
4
Bent u ervan op de hoogte dat de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)
stelt dat er binnen zorginstellingen onvoldoende kennis is over autisme, en dat
hulpverleners vaak niet weten hoe ze met autistische patiënten om moeten gaan?
Kunt u aangeven waarom autistische mensen terecht komen in zorginstellingen
die niet zijn toegerust op de behandeling en het bieden van de juiste zorg aan
deze groep mensen?
Antwoord vraag 4.
De vraag naar specialistische zorg overschrijdt het beschikbare aanbod. Dat is een
belangrijke reden waarom mensen met autisme in instellingen terechtkomen die
onvoldoende zijn gespecialiseerd voor deze doelgroep. De meeste instellingen en
hulpverleners willen zich overigens graag toerusten om te kunnen werken met
mensen met autisme. De afdeling opleidingen van het Dr. Leo Kannerhuis levert
bijvoorbeeld jaarlijks opleidingen aan 80 tot 100 zorgaanbieders en/of scholen.
Autismezorg vereist specialistische kennis en ervaring. De overdracht van die
kennis en ervaring kost tijd.
5
In hoeverre kunt u druk uitoefenen op de instellingen om de zorg voor autisten te
verbeteren?
Antwoord vraag 5.
Ik kan niet direct druk uitoefenen op de instellingen om de zorg voor autisten te
verbeteren. Als er klachten zijn met betrekking tot de zorg dan kan de IGZ op
basis hiervan een onderzoek instellen.
6
Kunt u aangeven of de signalering van autisme adequaat en tijdig is?
Antwoord vraag 6.
Er worden initiatieven genomen om de mogelijkheden wat betreft de signalering
van autisme te verbeteren en te versterken. De universiteit Nijmegen heeft
hiertoe een module ontwikkeld (Dianeproject) die aangeboden wordt via de
consultatiebureaus. Het Dr. Leo Kannerhuis heeft een module ontwikkeld voor
ouders en leerkrachten die beschikbaar is op het internet. Verbetering van de
vroegsignalering wordt gezien als een belangrijke kans om de zorg tijdig in te
kunnen zetten en tijdig het gezin te ondersteunen in het leren omgaan met
autisme.
7
Kunt u aangeven hoe de diagnose van autisme plaatsvindt? Wordt hierbij
onderscheid gemaakt tussen kinderen en volwassenen?
Antwoord vraag 7.
In de kinder, en jeugd GGZ is men al 20 jaar bezig met de ontwikkeling van de
diagnosestelling autisme terwijl de kennis pas enkele jaren doordringt in de
volwassenenpsychiatrie.
Een reden dat bij kinderen autisme eerder wordt ontdekt komt doordat ouders de
problemen signaleren. Daarnaast betrekt de behandelaar de ouders bij de
informatievoorziening en diagnosestelling. Voor volwassenen met autisme is het
moeilijker te constateren dat het niet goed met hen gaat, onder andere omdat de
behandelaar de diagnose moet stellen op basis van de informatie van de patiënt
zelf.
8
Deelt u de mening dat de diagnosticering omtrent autisme moet worden
verbeterd, om te voorkomen dat deze mensen terecht komen bij hulpverleners die
niet op deze groep berekend zijn, waardoor zij de verkeerde zorg krijgen?
Antwoord vraag 8.
Ik ben het met u eens dat de diagnose omtrent autisme moet worden verbeterd.
Bij de beantwoording van vraag 9 kom ik daar op terug.
9
Heeft u er kennis van genomen dat in het artikel wordt aangegeven dat in
Nederland 160.000 autisten leven, en dat deze mensen niet per definitie zorg
hoeven te ontvangen vanuit bijvoorbeeld instellingen, maar dat een gedeelte van
deze groep wel zorg en begeleiding nodig heeft? Beschikt het huidige aanbod van
hulpverlening over voldoende capaciteit om deze groep mensen van de juiste zorg
en begeleiding te voorzien? Zo nee, wat zijn uw plannen om het huidige aanbod
van hulpverlening te laten aansluiten op de zorgvraag van deze groep?
Antwoord vraag 9.
Het versterken van het aanbod en een spreiding van kennis en deskundigheid
naar de regio's is een belangrijk aandachtspunt. Het Ministerie van VWS heeft
daartoe sinds 2005 actief bijgedragen aan het uitwerken van het franchiseconcept
van het Dr. Leo Kannerhuis Nederland. De feitelijke uitrol van dit concept dient nu
zijn beslag te krijgen. Daarnaast heeft de ontwikkeling van zorgproducten,
inclusief ICT mogelijkheden, expliciet de aandacht. Tijdige behandeling en tijdige
ondersteuning van het gezinssysteem en ook het onderwijssysteem kan er toe
bijdragen dat meer mensen met autisme binnen de eigen omgeving kunnen
blijven functioneren en dat zij minder afhankelijk worden van de zorg.
10
Bent u ervan op de hoogte dat naar aanleiding van de Wet zorg en drang in de
afgelopen jaren is gewerkt aan de verbetering van zorg bij mensen met een
psychische stoornis zodat isolatie zoveel mogelijk voorkomen wordt? Hoe verhoudt
zich dit tot de inhoud van het genoemde artikel?
Antwoord vraag 10.
In uw vraag refereert u naar de wet Zorg en drang. VWS werkt aan het
wetsvoorstel Zorg en dwang waarin de rechten van mensen met dementie of een
verstandelijke beperking geregeld worden. Mensen met autisme vallen nu onder
de Wet bopz die meer gericht is op psychiatrische behandelingen in een
psychiatrisch ziekenhuis.
Waar het gaat om het terugdringen van dwangtoepassingen is in het veld de
afgelopen jaren duidelijk een cultuurverandering ingezet. Het toepassen van
dwangmaatregelen en met name separaties is geen toepassing (meer) die
standaard in het arsenaal van de GGZ thuis hoort. De aandacht om
dwangmaatregelen en met name separaties te voorkomen, is toegenomen. Het
aantal separaties laat, mede als gevolg van het dwang, en drangproject van GGZ
Nederland, een daling zien. Dit blijkt ook uit het Rapport "Separeren in de GGZ:
beleid, praktijk en toezicht" van de Stichting IVA beleidsonderzoek en Advies, van
juli 2010. VWS zal in samenwerking met veldpartijen verder inzetten op het
toewerken naar een kwalitatief verantwoorde dwang en drang in de GGZ.
Ook ten aanzien van mensen met autisme zijn wat dat betreft vorderingen
geboekt. Er zijn al meerdere initiatieven waarbij cliënten door een juist
zorgaanbod minder of niet afhankelijk zijn van isolatievoorzieningen. Woon,
werkvoorzieningen voor autisten en de aangepaste huisvesting waardoor cliënten
minder overprikkeld raken zijn hiervan voorbeelden.
11
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat autistische personen vanwege
onjuiste zorg terechtkomen in zeer traumatische situaties , zoals lange periodes in
separatie of langdurige opname op afdelingen voor chronisch zieken , die de
problemen voor deze groep alleen maar verergeren? Zo ja, hoe wilt u voorkomen
dat dergelijke zware en blijkbaar contraproductieve maatregelen getroffen
worden?
Antwoord vraag 11.
Ik kan de stelling in het eerste deel van uw vraag volledig onderschrijven. Door
het project van het Dr. Leo Kannerhuis wordt kennis over de behandeling van
mensen met autisme gedeeld. Daarnaast komt er verspreid over Nederland meer
gespecialiseerd aanbod van zorg waardoor patiënten de zorg ontvangen die ze
nodig hebben. Er zijn echter ook gevallen waar geen keuzes of alternatieven
beschikbaar zijn om een dergelijk ingrijpen te voorkomen.