Ingezonden persbericht


Reactie PO-Raad op internationale vergelijking onderwijskwaliteit: PISA-2009 Nederlands onderwijs verder weg van 'Top 5 ­ ambitie'

Utrecht, 7 december 2010. Het PISA-rapport, een internationaal vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs, heeft voor de Nederlandse overheid een onplezierige boodschap: in de internationale rangorde staat het Nederlandse onderwijs met leesvaardigheid op de tiende en met wiskunde en natuurwetenschappen zelfs op de elfde plaats. In de regeringsverklaring heeft het huidige kabinet als doel gesteld in de Top 5 te komen, maar Nederland blijkt te zijn gedaald. De aangekondigde bezuinigen staan volgens de PO-Raad haaks op de Top 5 - ambitie.

Om de kwaliteit te verhogen en beter te scoren in het PISA-onderzoek, is extra investeren in het onderwijs noodzakelijk. Maar in plaats van te investeren bezuinigt het kabinet 300 miljoen op Passend onderwijs, waarvan in eerste instantie de meest kwetsbare leerlingen de dupe worden. Kete Kervezee, voorzitter PO-Raad: "De aangekondigde bezuinigingen treffen alle leerlingen en zullen een averechts effect hebben op de kwaliteit van het onderwijs en op onze plaats in de internationale rangorde. De PO-Raad wil graag meegaan met een ambitieuze doelstelling, maar het moet wel een realistische ambitie zijn. Een eerste voorwaarde is daarbij het doorzetten van de professionalisering van leerkracht, schoolleider en schoolbestuur."

Nederland scoort nog wel boven het gemiddelde, maar de afstand tot dat gemiddelde is veel kleiner dan de afstand tot de nummer 1 op de wereldranglijst. In reactie op het rapport pleit minister Van Bijsterveldt voor een kwaliteitsimpuls. Deze bestaat, zo zegt zij in de Volkskrant, uit het focussen op de kernvakken en het tot twee terugbrengen van de examenprofielen in het voortgezet onderwijs. En ze volgt de PO-Raad in haar pleidooi voor het verplaatsen van de eindtoets in groep 8. Door deze later in het jaar af te nemen, wordt ook in groep 8 de maximale leertijd benut. Ook het verplicht stellen van de eindtoets, zoals zij voorstelt, stuit bij leden van de PO-Raad niet op verzet: het primair onderwijs wil, in het kader van opbrengstgericht werken, graag zichtbaar maken welk eindniveau zij met haar leerlingen bereikt en deze informatie ten behoeve van de doorgaande leerlijn goed overdragen aan het voortgezet onderwijs.

Wel wijst de PO-Raad op het gevaar van een te rigide focus op kernvakken en toetsen. Kete Kervezee: "Het invoeren van toetsen verbetert op zichzelf de kwaliteit van het onderwijs niet. Daar zijn investeringen voor nodig. Bovendien is een school meer dan een leerfabriek. Het onderwijs moet kinderen ook voorbereiden op een plek in de maatschappij. Daarbij is taal en rekenen van groot belang, maar sociaal-emotionele ontwikkeling ook. Als er teveel nadruk op de kernvakken komt, in combinatie met steeds meer toetsen, zal het onderwijsaanbod verschralen. Dit blijkt uit onderzoek in landen waar dit al is doorgevoerd."




Ingezonden persbericht