Rijksoverheid


Datum 8 december 2010

Commissiemededeling Europa 2020kerninitiatief Innovatie Unie (COM(2010)546)

Ons kenmerk
OI/I / 10173917
Uw kenmerk
147431U

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken hebben mij per brief gevraagd naar het oordeel van de regering over een aantal aspecten inzake de mededeling van de Europese Commissie betreffende het Europa 2020 kerninitiatief Innovatie Unie van 6 oktober 2010 (COM(2010)546). De brief werd mij toegezonden op 15 november onder het kenmerk 147431U. Met deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.
Investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie De Europese Commissie roept in haar mededeling Innovatie Unie op om investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie te ontzien bij bezuinigingen. In het regeerakkoord heeft het kabinet een forse vermindering van het aantal en de omvang van (met name) de thematische subsidieregelingen aangekondigd. De leden van uw vaste commissie voor Economische Zaken constateren daarbij dat enkele andere EUlidstaten, zoals Duitsland, in deze tijden van crisis tot verhoging van de uitgaven rond innovatie hebben besloten. Het kabinet kiest voor de volgende aanpak. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zal het innovatiebeleid coördineren. Hierdoor wordt het mogelijk meer samenhang aan te brengen tussen wetenschap, toegepast onderzoek en innovatie en het onderzoek en innovatiebeleid beter te laten inspelen op strategische terreinen van maatschappelijk en economisch belang, zogeheten economische topgebieden, zoals water, voedsel, tuinbouw, high tech, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie. Het beleid richt zich integraal op alle relevante vestigings en ondernemingscondities voor de topgebieden, waaronder regeldruk, aanbestedingsbeleid, duurzaamheid, fiscaliteit, hoofdkantoren, onderzoek en innovatie, exportbevordering en financiering.
Voor het ondernemerschap en innovatiebeleid wil het kabinet komen tot meer focus en massa in subsidies. Subsidies worden herijkt, gebundeld en vereenvoudigd, en alleen bewezen effectieve subsidies worden nog verstrekt. Een deel van de innovatiesubsidies zal in de toekomst worden omgezet in kredieten die via een revolverend fonds worden toegekend. Bij succes vloeit een deel van de middelen terug naar het fonds.
Pagina 2 van 4
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Innovatie
Ons kenmerk
OI/I / 10173917
Op deze wijze kan Nederland haar bijdrage blijven leveren aan de Innovatie Unie en kan de concurrentiepositie van Nederland geborgd worden. De contouren van het nieuwe beleid zullen in de komende maanden verder uitgewerkt worden, en in 2011 zal het kabinet dit nieuwe beleid vastleggen in een nota bedrijfslevenbeleid. In deze nota zal ook de aansluiting op het Europese beleid meegenomen worden.
Samenwerking kennisinstellingen en bedrijfsleven
De mededeling Innovatie Unie spreekt de ambitie uit om samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven te vergroten en te stimuleren. Het kabinet vindt een goede samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid van groot belang en zal de samenhang tussen kennis, wetenschap, toegepast onderzoek en innovatiebeleid versterken. Vooral op de topgebieden zal het kabinet de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen stimuleren. Per topgebied komt er een integrale agenda met concrete actiepunten ter versterking van de Nederlandse concurrentiekracht én een duurzame samenleving.
Uw vaste commissie voor Economische Zaken vraagt in dit verband ook hoe het beginsel van openbaarheid van onderzoek zich verhoudt tot de concurrentiepositie van innovatieve bedrijven. Het kabinet kan zich vinden in het streven van de Europese Commissie om vrije toegankelijkheid van onderzoeksresultaten te stimuleren voor zover het volledig met publiek geld gefinancierd onderzoek betreft. Indien kennisinstellingen en bedrijfsleven in consortia samenwerken, zullen deze consortia zelf moeten bepalen hoe zij omgaan met de toegankelijkheid van onderzoeksresultaten. Voor het kabinet is hierbij het uitgangspunt dat openbaarheid van onderzoeksresultaten niet ten koste mag gaan van samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven. Afstemming nationale en regionale onderzoek
en innovatiesystemen
Het kabinet is met de Europese Commissie van mening dat meer synergie tussen regionaal, nationaal en Europees beleid nodig is om kostbare fragmentatie van onderzoek en innovatiebeleid tegen te gaan. Hiervoor is het ook noodzakelijk dat lidstaten, regio's en andere stakeholders kiezen voor een beperkt aantal gebieden waarop zij willen excelleren. Op nationaal niveau doet het kabinet dit onder andere door te kiezen voor economische topgebieden waarop kennisinstellingen, bedrijven en overheid samenwerken. Op Europees niveau stimuleert de Europese Commissie dat deelnemers keuzes maken door in het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling de middelen te verdelen op basis van excellentie en door matching van de middelen te vragen. Hierdoor zullen deelnemers alleen meedingen in onderdelen van het kaderprogramma die passen in hun eigen strategie. Tot slot wil de Europese Commissie dat ook regio's kiezen voor een beperkt aantal sterktes. Dit kan door slimme regionale specialisatie via de structuurfondsen te stimuleren. Pagina 3 van 4
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Innovatie
Ons kenmerk
OI/I / 10173917
Om versnippering te voorkomen is het daarnaast noodzakelijk dat de verschillende belanghebbenden op Europees, nationaal en regionaal niveau beter samenwerken. Dit kan door gezamenlijk onderzoek en innovatieagenda's op te stellen. De Commissie heeft hier de laatste jaren al op ingezet door meer met programma's te werken en minder met open calls, bijvoorbeeld bij de gezamenlijke technologie initiatieven (JTI's). Ook lidstaten hebben hierin al een belangrijke stap gezet door nationaal publiek gefinancierd onderzoek via gezamenlijk programmeren op Europees niveau beter af te stemmen. De Europese Innovatiepartnerschappen (EIPs) kunnen nog een extra impuls geven aan samenwerking tussen belanghebbenden. Het kabinet heeft de Europese Commissie erop gewezen dat alle relevante belanghebbenden betrokken moeten worden bij het opstellen en realiseren van de onderzoeks en innovatieagenda's van de EIPs.
Deze toenemende mate van programmatisch werken zal concurrentie niet in de weg staan. Partijen kunnen binnen de gezamenlijk afgestemde onderzoek en innovatieprogramma's namelijk op basis van concurrentie middelen binnenhalen. Op deze wijze blijft het mogelijk om zowel samenwerking als excellentie te stimuleren.
Kennisterreinen
Uw vaste commissie voor Economische Zaken heeft gevraagd welke kennisterreinen volgens het kabinet in Europees verband prioriteit moeten hebben. Het kabinet kiest op nationaal niveau voor een aantal economische topgebieden. Deze topgebieden zullen ook bij het bepalen van de Nederlandse thematische inzet in Europa een rol spelen. Op Europees niveau worden thematische prioriteiten voor onderzoek en innovatie bepaald aan de hand van maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën. Het kabinet zal de Europese context meenemen in de agenda´s per topgebied. Het Europees octrooi
Terecht constateert de vaste commissie voor Economische Zaken dat besluitvorming over het EUoctrooi uiterst moeizaam verloopt. Het talenregime voor het EUoctrooi, waarover bij unanimiteit dient te worden beslist, vormt daarbij een belangrijk knelpunt. Of deze unanimiteit kan worden bereikt, is twijfelachtig. Het wordt steeds waarschijnlijker dat overeenstemming over het EUoctrooi alleen kan worden bereikt binnen een deel van de Europese Unie, en dat daarvoor de mogelijkheid van versterkte samenwerking moet worden benut. Kwekersrecht
Uw vaste commissie voor Economische zaken heeft geïnformeerd of het kabinet voornemens is om in te brengen dat het zogenaamde kwekersrecht in de landbouw goed gewaarborgd blijft binnen de EU en binnen de Innovatie Unie. Er is geen reden om te veronderstellen dat het kwekersrecht in de landbouw niet goed gewaarborgd zou zijn binnen de EU of de Innovatie Unie. Het ligt eerder in de rede dat het octrooirecht wordt aangepast ten gunste van plantenveredeling Pagina 4 van 4
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Innovatie
Ons kenmerk
OI/I / 10173917
dan dat kwekersrecht door wijziging ervan aan betekenis zou inboeten. Aan de Europese Commissie is inmiddels gevraagd om bij de lopende evaluatie van de Verordening inzake het Communautaire kwekersrecht en de toekomstige evaluatie van richtlijn 98/44/EG aandacht te besteden aan de problematiek van samenloop van kwekersrecht en octrooirecht. Voor nadere uitleg verwijs ik naar de lopende parlementaire gedachtenwisseling hierover (kamerstukken II 27 428, nrs. 162, 170, 174 en 175).

(w.g.) drs. M.J.M. Verhagen
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie


---- --