Provincie Flevoland Winkelend publiek in Almere

Provincie stelt 25 mln beschikbaar voor verdere ontwikkeling Almere

Publicatiedatum: 8 december 2010

Provincie Flevoland en de gemeente Almere stellen nieuw
meerjarenprogramma vast in het kader van Investeringsprogramma Flevoland-Almere 2011-2015 (IFA). De provincie stelt een bedrag van ruim 25 miljoen euro beschikbaar voor de versterking van het voorzieningenniveau van de stad Almere.

In 2006 hebben Provinciale Staten van Flevoland en de gemeenteraad van Almere ingestemd met het convenant Investeringsprogramma
Flevoland-Almere (IFA). Met de ondertekening van dit convenant heeft de provincie een bijdrage toegezegd van 100 miljoen euro voor de verdere ontwikkeling van Almere tot een volledige en volwaardige stad binnen de Randstad. De eerste programmaperiode liep van 2007-2011 en is inmiddels geëvalueerd.

Vijf programmapunten

In het nieuwe programma zijn vijf programmapunten vastgesteld. Het programma moet bijdragen aan het versterken van beroepsonderwijs & wetenschappelijk onderwijs, kunst & cultuur, sport, leisure (vrijetijdssector) en zorg. Het moet gaan om significante, betekenisvolle projecten die een duidelijke bijdrage leveren of een impuls geven aan de ontwikkeling van deze programmapunten. Economie, infrastructuur en natuur zijn buiten beschouwing gelaten omdat deze binnen de afspraken van het Integraal Afspraken Kader vallen. De provincie en Almere krijgen hiervoor van het Rijk extra middelen is de verwachting.

Heldere criteria

Projectaanvragen voor het IFA 2011-2015 moeten aan heldere criteria voldoen. Deze worden opgenomen in een toetsingskader. Zo moeten projecten financieel/economisch en maatschappelijk haalbaar zijn en binnen de gedefinieerde programmalijnen passen. Subsidie uit het IFA kan niet worden besteed aan exploitatie en beheer en het project moet aantoonbaar iets toevoegen op het bestaande aanbod. De voorkeur gaat uit naar projecten die andere beleidsprioriteiten versterken. Voor het versterken van beroepsonderwijs en WO geldt ook nog dat wanneer het gaat om een onderwijsinstelling, het onderwijsaanbod aansluit op de vraag van het bedrijfsleven en er sprake is van samenwerking met een bestaande kennisinstelling (in het geval van WO).

De provincie is verantwoordelijk voor de verwerking van de projectvoorstellen, de monitoring en de control.