Universiteit Leiden

Jan zonder Genade schreef gevoelige poëzie

De grote Leidse natuurkundige Johannes Diderik van der Waals ontving honderd jaar geleden de Nobelprijs. Maar uit recent opgedoken archiefstukken blijkt dat hij ook dichtte. Donderdag 9 december organiseert Museum Boerhaave in samenwerking met de universiteit een jubileumsymposium, waar ook wordt ingegaan op de sombere poëzie. Eén van de ontdekte fotoâs, gemaakt na het winnen van de Nobelprijs. âHet was een strenge, gesloten man.â (c) Erven Jan van der Waals

Eén van de ontdekte fotoâs, gemaakt na het winnen van de Nobelprijs. âHet was een strenge, gesloten man.â (c) Erven Jan van der Waals

âHeer! Waarom deet Gij mij dat aan, / Dat Gij het kleinood van mijn leven / Zoo spoedig van mij heen deedt gaan? / Hebt gij ze niet tot troost gegeven?â Dit schreef Johannes Diderik van der Waals op 3 januari 1882. Zes dagen daarvoor was zijn vrouw Anna Magdalena, na een langdurig ziekbed, op 34-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van tuberculose. Van der Waalsâ wereld stortte in. Hij raakte in een diepe depressie en zocht zijn toevlucht in de poëzie. Dezelfde poëzie die hij twintig jaar daarvoor had gebruikt om zijn liefde te betuigen voor de vrouw die hij nu naar het graf moest dragen.

Vriendenliefde en eigenbelang

Acht jaar lang zou Van der Waals uit de roulatie zijn. âHij deed af en toe wel wat in zijn studeerkamer, maar hij publiceerde niets in die periode,â vertelt Dirk van Delft, hoogleraar Materieel erfgoed van de Natuurwetenschappen aan de UL, en als directeur van Museum Boerhaave organisator van het symposium. âIn die tijd hoefden hoogleraren zich nog geen zorgen te maken dat je als je een paar jaar niet op topniveau publiceerde de laan werd uitgestuurd. Het was Kamerlingh Onnes, met wie hij goed bevriend was, die Van der Waals in 1889 overhaalde weer te gaan publiceren. Die deed dat uit vriendenliefde, maar ook uit eigenbelang, omdat hij voor zijn eigen onderzoek wilde verwijzen naar de theorieën van zijn leermeester Van der Waals.â

Terughoudend

Scan van een gedicht van Van der Waals dat hij op 3 januari 1882 schreef. (c) Erven Jan van der Waals

Scan van een gedicht van Van der Waals dat hij op 3 januari 1882 schreef. (c) Erven Jan van der Waals

Anne Kox, hoogleraar Geschiedenis van de Natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam, wist al sinds 1973 dat de gedichten bestonden. Kox: âDe familie is lange tijd heel terughoudend geweest en wilde niets uit handen geven. Pas heel kort geleden heb ik ze gekregen, via de weduwe van een achterkleinzoon van Van der Waals.â Kox stelde Museum Boerhaave op de hoogte en zal tijdens het symposium het gevonden materiaal presenteren en toelichten.

Wankelend geloof

Kox scande en transcribeerde alle gedichten. âJe kunt je voorstellen waarom de poëzie zo somber is; Zijn grote liefde overleed op jonge leeftijd, terwijl hij achterbleef met drie kinderen.â Uit de poëzie komt naar voren dat Van der Waals een gelovig man was. In het overgrote deel van de gedichten wordt God aangehaald of zelfs direct aangesproken. Kox: âHij had een rotsvast geloof, maar door de dood van zijn vrouw ging dat wankelen, en ging hij vragen stellen. Wat is dit voor God die dit doet? Waaraan heb ik dit verdiend? Er zitten enorme stemmingswisselingen in de gedichten, en een sterk verlangen naar een hereniging met zijn vrouw in de dood.â

Dacht hij ook aan zelfmoord? âNee, absoluut niet,â antwoordt Kox resoluut, âdat kwam volstrekt niet ter sprake. Hij wilde dood, graag zelfs, maar zoiets ligt volledig in de handen van God. Er werd zelfs niet gezinspeeld op die optie.â

Jan zonder genade

Origineel is de poëzie niet, de vorm evenmin als de inhoud. Toch is het volgens Kox een bijzondere vondst: âHij stond bekend als Jan zonder genade. Hij eiste het hoogste van zijn studenten en was een bijzonder strenge, gesloten man. Dan is het des te verbazingwekkender dat juist hij, een keiharde fysicus, zijn gevoelens op een dergelijke romantische manier uit.â

Broertje dood

De poëtische vondst gaat tevens gepaard met een vijftal nog nooit gepubliceerde fotoâs, gemaakt vlak na het winnen van de Nobelprijs. Dirk van Delft: âDat poseren deed hij zeer ongaarne. Uit alles blijkt dat hij absoluut niet het zonnetje in huis was. Aan aandacht had hij in elk geval een broertje dood.â

Publiekssymposium 100 jaar Nobelprijs J.D. van der Waals Tijd: donderdag 9 december 2010 van 14.00 â 17.15 uur. Na afloop is er een feestelijke borrel.
Het symposium is gratis toegankelijk. Belangstellenden dienen zich aan te melden Locatie: Museum Boerhaave, Lange St. Agnietenstraat 10 te Leiden
Nadere informatie: dirkvandelft@museumboerhaave.nl


---

-----------------
Twee gedichten van Van der Waals
(c) Erven Jan van der Waals

Eén van de eerste gedichten geschreven naar de dood van zijn vrouw

Een somber beeld vervult mijn hart â
Een duistere gedachte
Vol grievend wee en zielesmart
Vervolgt mij dag en nachte.

Een somber beeld vol zwarte rouw â
De duistere gedachte
Dat mij mijn engelreine vrouw
Ontviel door Godes machte.

Door Hem, die anders liefdrijk is;
Door Hem, God vol erbarmen,
Die mij zendt in een wildernis
En wegdrijft uit zijn armen

3 Jan 82

Voor zover bekend het laatste gedicht dat hij schreef

Was ât vergeefs reeds duizendmalen,
Mooglijk dat gij ditmaal vindt
Jaag om ât droombeeld in te halen,
Voort op vleuglen van den wind.
Toon nog eenmaal reuzenmacht.
Denk om wat bij zege u wacht.

Zoo geschiedt het telkenmale
Is mijn hart zoo afgemat,
Dat ik nauwlijks ademhale â
Weer zie âk scheemring op mijn pad
Die mijn uitgeput gemoed
Opzweept tot vernieuwden gloed.

Maar val al dat koortsig jagen
Bracht ik nimmer zegen meê
Altoos keer ik diep verslagen
Zonder hoop en zonder vreê.
Zou dan alle heil slechts schijn,
ât Leven niets dan wanklank zijn?

12 Febr 84

---

-----------------
(7 december 2010 / Coen van Beelen)