Rijksoverheid
9 december 2010
Vragen van het lid Lucas (VVD)
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Lucas van uw Kamer
inzake het instellen van een numerus fixus bij de Technische Universiteit (TU)
Delft.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met
kenmerk 2010717203.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Lucas van uw Kamer over het
instellen van een numerus fixus bij de Technische Universiteit (TU) Delft
1 Vraag: Heeft u kennisgenomen van het voornemen van de Technische
Universiteit (TU) Delft om een numerus fixus in te stellen voor de Bachelor
opleidingen Bouwkunde en Industrieel Ontwerp? 1)
Antwoord: Ja.
2 Vraag: Hoe verhoudt dit zich tot de in het regeerakkoord gemaakte afspraken
omtrent de afschaffing van de numerus fixus voor geneeskunde?
Antwoord: De door de TU Delft voorgenomen numerus fixus valt binnen de
grenzen van de huidige wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek (WHW). De WHW geeft een instellingsbestuur de mogelijkheid
jaarlijks het aantal studenten dat ten hoogste voor de eerste keer kan worden
ingeschreven voor een bepaalde opleiding vast te stellen (art. 7.53 WHW). Elke
instelling stelt binnen de beschikbare hoeveelheid financiële middelen eigen
prioriteiten en maakt afwegingen over de aard en de omvang van haar
onderwijsaanbod en de inzet van mensen en middelen die daarbij nodig is. De
TU Delft heeft de keuze om de instroom te beperken gemaakt, omdat zij
anders de kwaliteit van het onderwijs niet kan blijven garanderen.
Wanneer de instelling de keuze maakt om de instroom te beperken, mag deze
voor de desbetreffende opleiding naast het systeem van gewogen loting, een
percentage van de opleidingsplaatsen toewijzen aan geselecteerde studenten.
Dat percentage is op dit moment aan een maximum gebonden door de
volgende beperkingen: ten minste de helft van het aantal opleidingsplaatsen
wordt toegewezen door loting en daarnaast zijn alle gegadigden die een
gemiddeld eindexamencijfer van acht of hoger hebben behaald direct
plaatsbaar. In het wetsvoorstel 'Ruim baan voor talent' wordt voorgesteld de
loting niet langer verplicht te stellen, ook niet voor de opleidingen
geneeskunde, zodat een instelling kan selecteren aan de poort.
3 Vraag: Deelt u de mening dat als het voor opleidingen mogelijk zou zijn selectie
aan de poort toe te passen op basis van kwaliteit, dit soort willekeurige
toelatingscriteria overbodig zouden zijn?
Antwoord: Ja. Selectie verdient mijns inziens de voorkeur boven loting in die
gevallen waarin het voor opleidingen mogelijk is relevante selectiecriteria toe te
passen. Ik vind dan ook dat de in het vorige antwoord genoemde eis dat ten
minste de helft van het aantal opleidingsplaatsen door loting moet worden
toegewezen zou moeten vervallen.
4 Vraag: Kunt u aangeven op welke termijn selectie aan de poort mogelijk wordt
(uitwerking commissie Veerman) en hierover met de TU Delft in gesprek gaan,
zodat niet onnodig het systeem van numerus fixus wordt ingesteld?
Antwoord: Als eerste stap zal binnenkort het wetsvoorstel 'Ruim baan voor
talent' opnieuw in procedure worden gebracht. Dit wetsvoorstel maakt selectie
mogelijk voor programma's die gericht zijn op een hoog eindniveau (zoals
university colleges) en programma's die de instroom beperken om voldoende
kwaliteit te garanderen. Naast dit wetsvoorstel wil ik in de loop van 2011
voorstellen doen over waar nog meer ruimte voor selectie zou moeten worden
geboden. Deze voorstellen zal ik doen in de Stategische Agenda voor het Hoger
Onderwijs en Onderzoek die ik van plan ben in juni uit te brengen, waarna ik
het benodigde wetgevingstraject zal starten.
Tegen deze achtergrond acht ik een gesprek met de TU Delft niet nodig. Zij
handelt immers binnen de grenzen van de nu geldende wet.
1) NOS, 17 november 2010