Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht
PB10-079 9 december 2010 9.30 uur

Inflatie stabiel

Inflatie onveranderd 1,6 procent
Inflatie eurozone blijft ook gelijk

De inflatie is in november uitgekomen op 1,6 procent. Vanaf juli is de inflatie vrijwel constant. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De prijsontwikkeling van kleding had een licht verhogend effect op de inflatie. Kleding was weliswaar een procent goedkoper dan een jaar geleden, maar in oktober was kleding nog 2,3 procent goedkoper dan vorig jaar. De prijsontwikkeling van diverse andere producten, zoals benzine en bloemen en planten, had daarentegen een licht verlagend effect. Per saldo bleef de inflatie onveranderd op 1,6 procent. Volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) bleef de inflatie in Nederland 1,4 procent. Volgens Eurostat kwam de inflatie in de eurozone uit op 1,9 procent. Daarmee was de inflatie in de eurozone ook ongewijzigd ten opzichte van oktober. Vanaf januari dit jaar behoort Nederland tot de vijf landen in de eurozone met de laagste inflatie. Grafiek: Inflatie (CPI) procent 4 3 2 1

www.cbs.nl

0 jan jan juli juli nov

2009

2010

Bron: CBS

CBS Persbericht PB10-079

pagina 1 van 5



Technische toelichting
Inflatie De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex Naast de nationale consumentenprijsindex is er ook een Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). Met de HICP is het mogelijk de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie te vergelijken. Definities, indelingen en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. Er wordt een HICP berekend voor de afzonderlijke lidstaten, voor de groep landen die de euro hebben ingevoerd (eurozone) en voor de Europese Unie als geheel. Verschillen nationale CPI en HICP Het verschil tussen de inflatie volgens de nationale CPI en de HICP van Nederland wordt vooral veroorzaakt door de prijsontwikkeling van de toegerekende huur eigen woningbezit, de uitgaven van Nederlanders in het buitenland en enkele consumptiegebonden belastingen. Deze productgroepen hebben op dit moment een opwaarts effect in de CPI, maar worden in de HICP uitgesloten. Voorlopige uitkomsten De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens. Meer informatie Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl). Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).

CBS Persbericht PB10-079

pagina 2 van 5



1. Inflatie, historische reeks Jan
1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Feb Maart

-1,1 0,7 0,8 2,3 3,2 4,2 2,3 2,9 2,3 2,0 2,0 2,3 2,2 1,9 4,6 3,6 2,4 1,1 1,8 1,0 1,8 2,2 2,0 1,0

April

-1,1 0,7 1,1 2,2 3,1 4,4 2,3 2,8 2,3 2,0 1,8 2,4 2,2 2,1 4,9 3,6 2,1 1,4 1,5 1,2 1,8 2,0 1,8 1,1

Mei

-1,1 0,7 1,0 2,3 3,2 4,2 2,3 2,9 2,1 2,0 2,2 2,0 2,3 2,4 4,9 3,3 2,0 1,5 1,3 1,2 1,8 2,3 1,6 1,0

Juni

-0,8 0,8 1,0 2,3 3,4 4,0 2,1 3,0 2,1 1,8 2,2 2,2 2,3 2,7 4,5 3,4 2,0 1,4 1,6 1,3 1,7 2,6 1,4 0,8

Juli
0,1 1,0 1,1 2,4 4,5 3,1 2,2 2,7 1,8 2,2 2,3 2,0 2,1 2,8 4,6 3,4 2,1 1,1 1,6 1,3 1,5 3,2 0,2 1,6

Aug
0,2 0,9 1,1 2,4 4,6 3,5 2,0 2,6 1,5 1,9 2,6 1,7 2,6 2,5 4,7 3,3 2,1 1,1 1,8 1,4 1,1 3,2 0,3 1,5

Sept
0,2 0,9 1,3 2,7 4,4 3,4 1,8 2,7 1,5 2,0 2,6 1,7 2,2 2,9 4,7 3,3 2,0 1,0 1,8 1,1 1,3 3,1 0,4 1,6

Okt
0,1 0,7 1,4 2,9 4,5 3,0 1,9 2,8 1,3 2,4 2,3 1,9 2,1 3,1 4,3 3,2 2,0 1,4 1,6 0,9 1,6 2,8 0,7 1,6

Nov

Dec

Jaar

-0,5 0,7 1,1 2,5 3,9 3,7 2,1 2,7 2,0 2,1 2,2 2,0 2,2 2,6 4,5 3,4 2,1 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2

In procenten -1,3 -1,2 0,6 0,5 0,8 0,9 2,2 2,3 3,2 2,9 4,1 4,4 2,5 2,4 2,4 3,0 2,4 2,4 1,9 1,8 2,3 2,2 1,8 2,2 2,2 2,1 2,0 2,0 4,2 4,5 4,0 3,8 2,4 2,4 1,3 1,2 1,5 1,6 1,3 1,1 1,4 1,5 2,0 2,2 1,9 2,0 0,8 0,8


-0,1 -0,2 1,0 1,2 1,2 1,3 2,8 2,6 4,8 4,9 2,9 2,6 1,7 1,7 2,5 2,6 1,6 1,7 2,3 2,5 2,5 2,3 1,7 1,7 2,2 2,2 3,0 2,9 4,2 4,4 3,1 3,1 2,0 1,7 1,3 1,2 1,8 2,0 1,0 1,1 1,9 1,9 2,3 1,9 1,0 1,1 1,6 *)


*) Voorlopige cijfers. NB. Van jan. 1987 ­ juli 1988: reeks werknemers met een laag inkomen 1980=100 Van aug. 1988 ­ jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 ­ sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100

Bron: CBS
2. Prijsstijging en bijdrage aan inflatie van enkele artikelgroepen weging Prijsstijging ten opzichte van een jaar eerder 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

2007 2008 2009
% 1,6 1,0 1,9 1,2 2,6 1,2 1,2 1,8 -2,8 -0,7 -1,4 3,5 2,9 2,9 2,3 2,5 5,6 4,8 0,3 2,1 2,1 0,3 3,9 -4,1 -1,3 2,2 4,2 3,8 4,2 4,8 1,2 1,1 8,5 -0,5 1,8 2,4 1,0 -2,1 -1,9 0,5 1,3 3,9 2,5 4,0 -1,8

2010 Jun
0,8 -0,7 4,1 -2,0 -1,6 0,8 1,5 3,7 1,7 1,0 1,4 2,4 1,8 3,8 4,5

Jul
1,6 0,7 3,7 1,8 1,4 0,6 0,7 3,6 2,2 -0,6 -1,4 1,8 1,6 3,8 3,6

Aug
1,5 1,3 3,5 -1,6 1,6 0,9 1,0 2,6 2,1 -0,5 -1,4 1,5 1,7 3,8 3,5

Sep
1,6 1,3 3,5 -1,9 1,7 0,6 1,1 3,4 3,4 -0,4 -3,5 2,2 1,6 3,8 2,8

Okt Nov*
1,6 1,1 3,4 -1,6 1,7 0,6 0,4 3,0 3,5 -0,2 -3,5 2,3 1,7 3,8 3,5 1,6 1,2 3,6 -0,4 1,6 0,3 0,5 3,1 3,1 -0,9 -3,5 2,4 1,8 3,8 3,5

Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Alcoholhoudende dranken en tabak Kleding en schoeisel Huisvesting, water en energie Stoffering, huishoudelijke apparaten Gezondheid Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Onderwijs Hotels, cafés en restaurants Diverse goederen en diensten Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. Consumptie in het buitenland

100,0 11,3 3,0 4,8 23,9 6,5 1,2 10,8 3,7 10,8 0,1 4,7 11,3 3,4 4,6

Bijdrage aan de inflatie
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

procentpunt 100,0 11,3 3,0 4,8 23,9 6,5 1,2 10,8 3,7 10,8 0,1 4,7 11,3 3,4 4,6 1,6 0,1 0,1 0,1 0,6 0,1 0,0 0,2 -0,1 -0,1 0,0 0,2 0,3 0,1 0,1 2,5 0,6 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,4 -0,2 -0,1 0,0 0,2 0,4 0,1 0,2 1,2 0,1 0,2 0,0 0,4 0,2 0,0 -0,2 -0,1 0,1 0,0 0,2 0,3 0,1 -0,1 0,8 -0,1 0,1 -0,1 -0,4 0,0 0,0 0,4 0,1 0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2 1,6 0,1 0,1 0,1 0,3 0,0 0,0 0,4 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2 1,5 0,1 0,1 -0,1 0,4 0,1 0,0 0,3 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2 1,6 0,1 0,1 -0,1 0,4 0,0 0,0 0,4 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,1 1,6 0,1 0,1 -0,1 0,4 0,0 0,0 0,3 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2 1,6 0,1 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,3 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Alcoholhoudende dranken en tabak Kleding en schoeisel Huisvesting, water en energie Stoffering, huishoudelijke apparaten Gezondheid Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Onderwijs Hotels, cafés en restaurants Diverse goederen en diensten Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. Consumptie in het buitenland


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB10-079

pagina 3 van 5



3. Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar Nationale CPI Nederland Alle huishoudens Alle huishoudens afgeleid jaargemiddelden 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 maanden 2008
1)

Geharmoniseerde index (HICP) Nederland Eurozone Europese Unie

2,2 2,0 2,2 2,6 4,5 3,4 2,1 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2

2,0 1,7 1,7 2,2 3,6 3,4 1,9 0,9 1,4 1,5 1,5 2,2 0,9

1,9 1,8 2,0 2,3 5,1 3,9 2,2 1,4 1,5 1,7 1,6 2,2 1,0

1,6 1,1 1,1 2,1 2,3 2,2 2,1 2,1 2,2 2,2 2,1 3,3 0,3

1,7 1,3 1,2 1,9 2,2 2,1 2,0 2,0 2,2 2,2 2,3 3,7 1,0

januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november

2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 3,2 3,1 2,8 2,3 1,9 1,9 2,0 2,0 1,8 1,6 1,4 0,2 0,3 0,4 0,7 1,0 1,1 0,8 0,8 1,0 1,1 1,0 0,8 1,6 1,5 1,6 1,6 1,6 *)

1,9 2,1 2,0 1,9 2,1 2,4 2,9 3,0 2,8 2,5 1,8 1,5 1,4 1,5 1,5 1,4 1,2 1,1 -0,1 0,0 0,1 0,4 0,8 1,0 0,7 0,7 0,8 0,9 0,7 0,6 1,4 1,3 1,4 1,4 1,4 *)

1,8 2,0 1,9 1,7 2,1 2,3 3,0 3,0 2,8 2,5 1,9 1,7 1,7 1,9 1,8 1,8 1,5 1,4 -0,1 -0,1 0,0 0,4 0,7 0,7 0,4 0,3 0,7 0,6 0,4 0,2 1,3 1,2 1,4 1,4 1,4 *)

3,2 3,3 3,6 3,3 3,7 4,0 4,0 3,8 3,6 3,2 2,1 1,6 1,1 1,2 0,6 0,6 0,0 -0,1 -0,6 -0,2 -0,3 -0,1 0,5 0,9 1,0 0,9 1,4 1,5 1,6 1,4 1,7 1,6 1,8 1,9 *) 1,9 *)

3,4 3,5 3,8 3,6 4,0 4,3 4,4 4,3 4,2 3,7 2,8 2,2 1,8 1,8 1,3 1,3 0,8 0,6 0,2 0,6 0,3 0,5 1,0 1,5 1,7 1,5 1,9 2,0 2,0 1,9 2,1 2,0 2,2 2,3 *)

2009

2010

1)

In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptiegebonden belastingen en subsidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS/Eurostat

CBS Persbericht PB10-079

pagina 4 van 5



4. Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep Artikelgroep Weging % 0 1 Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Voedingsmiddelen Brood en graanproducten Vlees Vis, schaal- en schelpdieren Melk, kaas en eieren Oliën en vetten Fruit Groenten en aardappelen Suiker, zoetwaren en ijs Overige voedingsmiddelen Alcoholvrije dranken Koffie, thee en cacao Mineraalwater, frisdranken en sappen 2 Alcoholhoudende dranken en tabak Alcoholhoudende dranken Tabak 3 Kleding en schoeisel Kleding en kledingstoffen Schoeisel en schoenreparaties 4 Huisvesting, water en energie Werkelijke huur Toegerekende huur eigen woning Onderhoud en reparatie van de woning Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning Energie 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten Meubelen en vloerbedekking Huishoudtextiel Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin Dagelijks woningonderhoud 6 7 Gezondheid Vervoer Aankoop voertuigen Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen Vervoersdiensten 8 9 Communicatie Recreatie en cultuur Audio en video, computers en software Duurzame goederen voor recreatie en cultuur Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren Recreatieve en culturele dienstverlening Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren Pakketreizen 10 Onderwijs 11 Hotels, cafés en restaurants Restaurants, cafés en kantines Accommodatie 12 Diverse goederen en diensten Lichaamsverzorging Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) Verzekering Financiële diensten Andere diensten n.e.g. 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. Consumptiegebonden belastingen Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 14 Consumptie in het buitenland *) Voorlopige cijfers. 100,0 11,3 10,3 2,2 2,1 0,4 1,5 0,2 0,8 1,1 0,9 1,1 1,0 0,3 0,6 3,0 1,1 1,8 4,8 4,0 0,8 23,9 6,0 10,4 1,4 1,3 4,7 6,5 2,6 0,5 0,8 0,6 0,4 1,6 1,2 10,8 2,4 6,5 1,8 3,7 10,8 2,0 0,5 2,1 3,0 1,7 1,6 0,1 4,7 4,3 0,4 11,3 2,3 0,8 1,6 3,4 1,1 2,1 3,4 2,7 0,8 4,6 Mutatie in % nov '10 *) t.o.v. okt '10 -0,1 0,0 0,0 0,0 -0,1 0,7 -0,1 -2,0 -0,8 1,9 -0,6 -0,2 -0,2 1,0 -0,8 0,1 0,4 0,0 -0,4 -0,3 -0,8 0,0 0,0 0,0 -0,6 0,0 0,1 0,1 0,0 0,5 -0,5 -0,2 0,2 0,5 0,0 0,2 -0,1 0,9 -2,0 0,1 -0,5 -1,2 0,1 -1,1 -0,2 0,1 0,0 0,0 -1,2 0,0 -12,8 -0,1 -0,4 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -0,5 nov '09 1,6 1,2 1,3 0,1 -0,1 0,6 -1,2 -3,4 5,1 12,5 -1,1 -1,6 0,5 3,7 -1,3 3,6 2,0 4,6 -0,4 -0,7 1,2 1,6 1,6 1,6 0,2 1,7 2,1 0,3 -0,7 3,0 -1,1 2,9 2,4 0,4 0,5 3,1 0,2 5,6 -2,0 3,1 -0,9 -6,3 2,5 -0,6 2,4 -0,3 -2,4 -3,5 2,4 2,3 3,5 1,8 0,2 3,6 1,2 2,5 1,2 2,2 3,8 4,2 2,5 3,5 Bijdrage aan inflatie in %-punt okt '10 1,6 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 -0,1 -0,1 0,0 0,4 0,1 0,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,4 -0,1 0,1 0,0 -0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2 nov '10 *) 1,6 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,4 0,1 0,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,4 0,0 0,1 -0,1 -0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2

Bron: CBS

CBS Persbericht PB10-079

pagina 5 van 5






---- --