Universiteit van Tilburg

Persbericht 11 december 2010

ONDER EMBARGO TOT 17.00 UUR

Proefschrift over grensoverschrijdend gedrag staten wint Max van der Stoel Mensenrechtenprijs

Uitreiking 10 december op internationale Dag van de Rechten van de Mens

Micha Gondek van de Universiteit van Maastricht heeft de Max van der Stoel Mensenrechtenprijs gewonnen voor zijn proefschrift over de extraterritoriale toepassing van mensenrechten. De Universiteit van Tilburg reikt jaarlijks de Max van der Stoel Mensenrechtenprijs uit om jonge en veelbelovende Nederlandse en Vlaamse onderzoekers op het gebied van mensenrechten aan te moedigen.

De jury prijst het goedgeschreven en gedocumenteerde werk van Micha Gondek en stelt dat de relevantie van het onderwerp de komende jaren alleen maar kan toenemen. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe mensenrechten worden toegepast wanneer het handelen van een staat mensen treft die zich buiten de betreffende staat bevinden. Voorbeelden van dergelijk gedrag zijn militaire acties en bezettingen, maar ook internationale samenwerking op het gebied van de misdaad en het doorsluizen van persoonlijke gegevens.

De prijs voor beste Masterscriptie gaat naar Masuma Shahid van de Erasmus Universiteit. Shahid onderzocht in hoeverre de Europese Unie bij het nemen van contraterreur maatregelen rekening heeft gehouden met mensenrechten en burgerrechten in de laatste tien jaar.

Lezing Bert Koenders
Voorafgaand aan de presentatie gaf Bert Koenders, voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking een lezing met als titel: 'Human Rights and the Millennium Development Goals'.

De Universiteit van Tilburg stelde in 1996 de prijs in voor het beste proefschrift aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten en de beste scriptie op het terrein van de rechten van de mens. Deze prijs gaat nu uit van de landelijke Onderzoekschool Rechten van de Mens. De prijs is vernoemd naar mensenrechten deskundige dr. Max van der Stoel na diens vertrek als bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg in 2002. De voordrachten worden beoordeeld door een jury onder wijlen voorzitterschap van prof. dr. Peter Baehr.