Vrije Universiteit Amsterdam
Neurale synchronisatie in de coördinatiedynamica
* Startdatum: 13-12-2010
* Tijd: 13.45
* Locatie: Aula
* Titel: Neural entrainment in coordination dynamics
* Spreker: S. Houweling
* Promotor: prof.dr. P.J. Beek
* Onderdeel: Faculteit der Bewegingswetenschappen
* Wetenschapsgebied: Bewegingswetenschappen
* Evenementtype: Promotie
Sanne Houweling toont in haar promotieonderzoek aan dat
cortico-corticale (tussen hersengebieden) én cortico-spinale (tussen
hersengebieden en ruggenmerg/spieren) synchronisatie een prominente rol
spelen bij de coördinatie van bewegingen. Het één geheel maken binnen
het zenuwstelsel kan uitstekend bereikt worden met twee beschreven
experimenten in combinatie met een wiskundige beschrijving in termen
van complexe dynamische processen. Houweling laat in het bijzonder zien
dat de tijdschaal, waarop de synchronisatie aan- en uitschakelt,
bepalend is voor het maximale bewegingstempo waarmee we linker en
rechter vinger nog ritmisch op elkaar kunnen afstemmen.
Het coördineren van beweging vereist een nauwkeurige afstemming van
activiteit binnen het zenuwstelsel. De neurale structuren die hierbij
betrokken zijn bevinden zich in verschillende delen van de hersenen: de
cortex, het corpus callosum en het cerebellum. Ritmische activiteit
vanuit de motorische schorsgebieden wordt bovendien geprojecteerd op
motorische eenheden in het ruggenmerg en spieren. Oscillerende
processen kunnen onder bepaalde omstandigheden hun gedrag op elkaar
afstemmen: er is dan sprake van synchronisatie. Op die manier vormen
meerdere processen één geheel. Neurale synchronisatie lijkt een
geschikt mechanisme om de informatie-uitwisseling die vereist is voor
de integratie van de neurale activiteit te bewerkstelligen.
Houweling manipuleerde in haar onderzoek de moeilijkheidsgraad van een
polyritmisch coördinatiepatroon. Tijdens het uitvoeren van
polyritmische vingerbewegingen (waarbij de vingers bewegen in een
bepaalde temporele verhouding: de linker vinger beweegt bijvoorbeeld
drie keer en de rechter vinger vijf keer in dezelfde tijd) moeten
vooral de interacties tussen linker en rechter motorische schorsen goed
uitgevoerd worden.
In het eerste experiment leerde een groep ongeoefende proefpersonen het
3:2 polyritme. Terwijl de uitvoering verbeterde werd de corticospinale
synchronisatie tussen de betrokken spieren en de contralaterale
motorische schors (zelfde hersengebied aan de andere kant van de
midlijn) steeds sterker. In het tweede experiment voerde een groep
percussionisten het 5:8 polyritme uit, terwijl het tempo werd verhoogd.
De bewegingsinstabiliteit die bij een kritiek tempo optrad ging gepaard
met een verhoogde overspraak tussen de bilaterale motorische
schorsgebieden.
Het volledige proefschrift is te downloaden via VU-dare
Zie het origineel
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam