toezeggingen Wetgevingsoverleg 6 december 2010
Kamerbrief inzake toezeggingen Wetgevingsoverleg 6 december 2010
Kamerbrief | 13 december 2010
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Wetgevingsoverleg hebben wij toegezegd u voorafgaand aan de
begrotingsbehandeling informatie te verschaffen over de landen die
algemene begrotingssteun ontvangen, technische mogelijkheden voor het
verschuiven van onze bijdragen aan IDA 13/14/15, coherentie, religie &
OS en migratie & OS. Hieronder treft u per onderwerp onze toelichting
aan.
Begrotingssteun
In reactie op de discussie in uw Kamer tijdens het wetgevingsoverleg,
kom ik graag schriftelijk terug op het onderwerp begrotingssteun. U
vroeg mij naar de landen die in 2011 begrotingssteun krijgen. Het
aantal landen dat algemene begrotingssteun (ABS) krijgt, zal beduidend
kleiner zijn dan in 2010. Dit volgt uit de door dit kabinet
aangekondigde beleidswijziging en de bezuinigingen (44 miljoen euro op
algemene begrotingssteun in 2011).
Bij het maken van de keuzes heb ik laten meewegen dat ik het belangrijk
vind om een betrouwbare partner te zijn en zoveel mogelijk de gemaakte
overeenkomsten te respecteren. Daarnaast heb ik een zo groot mogelijke
zorgvuldigheid betracht bij het selecteren van landen die in de
toekomst geen ABS meer van Nederland zullen ontvangen. Het is immers
cruciaal om te kijken waar ABS het meest effectief kan worden ingezet.
Daarbij is ABS een bijdrage aan een nationale begroting van een
overheid waarmee wij ook een politieke en diplomatieke relatie hebben
en waar ook andere belangen dan alleen het OS belang spelen.
De volgende groep landen kreeg in 2010 ABS: Benin, Bhutan, Burkina
Faso, Burundi, Georgië, Ghana, Mali, Moldavië, Mozambique, Senegal, en
Zambia. Rwanda en Tanzania kregen in 2010 geen ABS wegens opschorting
van de betaling. In 2011 komen Rwanda (zie kamerbrief kenmerk:
29237124/2010D34467), Benin, Moldavië, Senegal en Tanzania niet in
aanmerking voor ABS. Met deze landen is geen langlopende verplichting
aangegaan. Daarnaast laten de diverse indicatoren voor het leveren van
begrotingssteun een gemengd beeld zien. Voor Georgië geldt dat er geen
ABS was voorzien voor 2011. De volgende landen komen in 2011 wel in
aanmerking voor ABS: Bhutan, Burkina Faso, Ghana, Mali en Mozambique.
Met deze landen zijn meerjarige verplichtingen aangegaan. Voor twee
landen (Burundi en Zambia) is de besluitvorming nog niet afgerond en
kan ik u op dit moment nog geen uitsluitsel geven. Ik verwacht dit op
korte termijn te kunnen doen (uiterlijk begin 2011) en zal u hierover
in samenhang met de bredere OS-partnerlandenselectie informeren. De
kortingen die met bovengenoemde keuzes gepaard gaan dekken de voorziene
bezuiniging van 44 miljoen euro.
Nederlandse bijdragen aan IDA 13/14/15
Verscheidene Kamerleden hebben gevraagd naar de technische
mogelijkheden om de bijdragen aan IDA 13/14/15 door te schuiven naar
volgende begrotingsjaren.
In reactie hierop kunnen wij het volgende meedelen. Donoren gaan voor
elke IDA-middelenaanvulling (die om de drie jaren plaats vindt) een
aparte verplichting aan. De werkelijke betalingen van donoren aan IDA
kunnen gespreid worden over de negen jaren die volgen op het aangaan
van de verplichting. Voorafgaand aan deze negen jaren wordt met IDA een
betalingschema overeengekomen. Van dit schema kan in overleg met IDA
worden afgeweken, dit noemen we een kasschuif.
Voor IDA13 en IDA14 zijn geen kasschuiven meer mogelijk, omdat voor
IDA13 alle betalingen inmiddels zijn gedaan en voor IDA14 de
betaalperiode in 2011 afloopt. IDA15 loopt in 2014 af, een deel van de
voorziene betalingen in 2011 kan naar 2012, 2013 en/of 2014 worden
doorgeschoven. Voor IDA16 moet nog een betalingsschema worden overeen
gekomen, een eerste betaling is voorzien in 2012.
Coherentie
De motie van het lid Ferrier (nr. 13) zien wij als ondersteuning van
het Kabinetsbeleid. Dit Kabinet heeft zich in het Regeerakkoord en de
basisbrief ontwikkelingssamenwerking helder over deze kwestie
uitgesproken.
Zoals u weet zal het kabinet begin volgend jaar reageren op de WRR
rapporten over ontwikkelingssamenwerking en over het bredere
buitenlandse beleid. In beide rapporten wordt stil gestaan bij de
noodzaak van een mondiaal perspectief in het beleid. In het WRR rapport
'Meer ambitie, minder pretentie' worden echter weinig concrete
suggesties gedaan. In de reacties van het kabinet op beide rapporten
zal de visie van het Kabinet op een praktische vormgeving van
coherentie voor duurzame ontwikkeling in het kader van een
mondialiseringsvisie, worden toegelicht.
In de tussentijd kunt u er op vertrouwen dat ook dit Kabinet er veel
aan gelegen is om te blijven investeren in de goede internationale
reputatie die Nederland op het terrein van beleidscoherentie voor
duurzame ontwikkeling geniet. Het Kabinet zal bij de vormgeving van
haar algehele beleid, ook ten aanzien van de positiebepaling in het
kader van de beleidsvorming binnen de EU, beleidscoherentie voor
ontwikkeling blijven meewegen. De door het lid Ferrier genoemde
beleidsterreinen (handel, klimaat, veiligheid en migratie) zijn daarbij
van bijzonder belang.
Religie en OS
Naar aanleiding van de vraag van Lid Ferrier over de rol van religie in
OS, merken we op dat op religie gestoelde organisaties en kerken een
belangrijke rol spelen in ontwikkelingssamenwerking.
De zogeheten faith-based organisaties blijken, zeker in fragiele staten
(bijvoorbeeld in de DR Congo) een belangrijke rol te vervullen wanneer
de overheid er niet in slaagt om diensten als onderwijs en gezondheid
te verlenen. Deze organisaties zijn, net als allerlei andere
maatschappelijke organisaties van belang bij het behalen van MDG's.
Kerken en religieuze leiders zijn belangrijk in de strijd tegen
HIV/Aids. In maart van dit jaar heeft het ministerie samen met CORDAID
en UNAIDS religieuze leiders van verschillende denominaties uitgenodigd
voor reflectie over die rol. In een slotverklaring zegden deze leiders
toe zich te zullen inzetten voor meer samenwerking tussen
geloofsgemeenschappen onderling en NGO's in de strijd tegen aids.
De afgelopen jaren is in het kader van het Kennisforum OS en Religie
met de faith-bases organisaties gewerkt aan een beter begrip van de
relatie tussen ontwikkeling en religie. Dit heeft ertoe geleid dat aan
de rol van religieuze leiders en kerken explicieter aandacht wordt
gegeven in politiek-economische analyses van onze partnerlanden.
Dergelijke `power and change analyses' zijn inmiddels in meer dan
dertig landen uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat religie en religieuze
leiders sociaal politieke invloed op ontwikkelingsprocessen kunnen
uitoefenen. Ambassades is verzocht waar opportuun deze bevindingen in
hun meerjarenprogrammering te verwerken.
Migratie en OS
Naar aanleiding van de vraag van Lid Ferrier over de voortzetting van
het beleid over ontwikkelingssamenwerking en migratie melden we dat
migratie en ontwikkeling een belangrijk coherentiethema blijft en dat
de daarvoor beschikbare middelen blijven gehandhaafd. Zoals in de uit
2008 daterende beleidsnotitie over internationale migratie en
ontwikkeling is aangegeven, zullen de op basis van deze beleidsnotitie
uitgevoerde activiteiten in 2011 worden geëvalueerd. Daarnaast zullen
wij, samen met de heer Leers, minister van Immigratie en Asielbeleid,
de Kamer een (voortgangs)brief sturen over migratie en ontwikkeling,
waarin we zullen aangeven welke accenten we willen leggen in de verdere
uitvoering van dit thema.
Binnen het ODA-budget worden in 2011 de volgende bedragen aan asiel&
migratie uitgegeven:
- Eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland: EUR
273 mln. (NB: in 2007 en 2008 was dit bedrag respectievelijk ca. 90 mln
en 170 mln, met andere woorden er is als sprake van een zeer grote
intensivering).
- Programma's en projecten voor terugkeer (HRT-regeling) en circulaire
migratie: EUR 9 mln.
- UNHCR: EUR 42 mln
Onder meer als gevolg van intensiveringen conform het Regeerakkoord
(hogere toerekening) komt het totaalbedrag in 2011 uit op circa EUR 350
mln. Deze budgetten zijn, ook in het verlengde van het Regeerakkoord,
ontzien in de OS-basisbrief.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Knapen
Ministerie van Buitenlandse Zaken