TNS NIPO

11 decmber 2010

Elite stelt andere prioriteiten dan burger
Het gaat langzaam, maar de elite wordt minder grijs en star (De Volkskrant - zaterdag 11 december 2010)

Mannelijke babyboomers vormen nog steeds de kern van de bestuurlijke top van Nederland. Heel langzaam wordt de elite echter iets minder oud en gesloten. En bezorgder over de toekomst.

Door: Wilco Dekker en Ben van Raaij

Man, blank, religieus opgevoed, universitair afgestudeerd en corpslid, werkzaam (geweest) bij bedrijfsleven of overheid, actief in gemiddeld tien bijbanen en geboren in het babyboomjaar bij uitstek, 1946. Zie daar de doorsnee vertegenwoordiger van de bestuurlijke elite, zoals die vijf jaar geleden in opdracht van de Volkskrant door TNS Nipo via een enquête in kaart werd gebracht, ter ere van de eerste Volkskrant Top 200.

Nu heeft TNS NIPO opnieuw de bestuurlijke elite gepeild. Een longlist van vierhonderd invloedrijke Nederlanders - van topondernemer tot wetenschapper, van burgemeester tot bankier, van cultuurpaus tot (oud-)politicus - is gevraagd naar hun achtergrond, activiteiten en opinies over actuele kwesties. Ruim 250 mensen reageerden, een respons van liefst 63 procent. En wat blijkt? De bovenlaag van Nederland wordt nog steeds gevormd door blanke, gestudeerde, gelovig opgevoede mannelijke babyboomers. Maar langzaam maar zeker gaan de luiken een klein beetje open.

Minder oud en mannelijk
Om van een frisse wind in de top te spreken gaat wat ver, maar de bestuurlijke elite van Nederland is gemiddeld iets jonger dan vijf jaar geleden: 59,7 jaar toen, 58,6 jaar nu. Het aantal vrouwen is licht gegroeid van 15 procent tot bijna 20 procent. Het een hangt samen met het ander, want vrouwen in de elite zijn gemiddeld jonger. Een op de vijf vrouwen is jonger dan 50, tegen slechts een op de acht mannen. Er zijn sowieso meer 'jongeren' nu: 15 procent van de respondenten is jonger dan 50, tegen 9 procent vijf jaar geleden.

Bijna tweederde komt uit de (lagere) middenklasse, wat de populaire stelling bevestigt dat Nederland een egalitair land is, waarin de top voor iedereen bereikbaar is. Aan de andere kant zijn 'de betere kringen' nog altijd bovenmatig goed vertegenwoordigd in de bestuurlijke elite: 2 procent is van adel, 32 procent komt uit de hogere burgerij.

Net als vijf jaar geleden is driekwart gelovig opgevoed: eenderde werd katholiek grootgebracht, bijna een vijfde hervormd en ruim eentiende gereformeerd, vergelijkbaar met 2006. Ook vergelijkbaar met toen: geen enkele van de 251 respondenten is islamitisch opgevoed.

Niettemin vindt de elite zichzelf in grote meerderheid voldoende open staan voor nieuwe mensen en ideeën, meer nog dan vijf jaar geleden. Driekwart vindt ook dat iedereen het maatschappelijk kan maken in Nederland, als hij of zij dat wil. Aan de andere kant erkent men ook breed dat de top nog steeds te veel een wit mannenbolwerk is. Ruim de helft wil meer nieuwe gezichten en standpunten. Hoe dat dan komt, dat verversing uitblijft als de elite volgens zichzelf toch voldoende open staat voor nieuwe mensen en ideeën? 'Ons kent ons, old boys network, gemakzucht, conservatieve levenshouding, angst voor het nieuwe', vat een respondent het probleem samen. Een ander, nog bondiger: 'Luiheid, angst, conservatisme, vriendjespolitiek.'

Netwerk
De bestuurlijke top van Nederland heeft nog steeds uitstekende contacten. De lijntjes met de politiek zijn kort: meer dan acht op de tien wordt wel eens benaderd door een minister of staatssecretaris over een dossier, van wie ruim een kwart geregeld. Andersom benadert een vergelijkbaar percentage zelf bewindslieden.

Het contact met het koninklijk huis is exclusiever: 16 procent zegt regelmatig contact te hebben met het koningshuis, 39 procent soms. De bestuurlijke elite treft elkaar geregeld in sociëteit, herenclub of eetclub. Vier op de tien topbestuurders is lid van een of meerdere van zulke gezelschappen.

Bedrijfsleven
Het bedrijfsleven rukt op in de top van Nederland ten koste van de (semi-)overheid. Vijf jaar geleden was iets minder dan de helft van de bestuurlijke elite werkzaam in het bedrijfsleven, nu is dat bijna zes op de tien. Omgekeerd werkt nu ruim eenderde bij de (semi-)overheid, tegen de helft toen. In het bedrijfsleven is nog altijd slechts een op de tien topbestuurders een vrouw, bij de (semi-)overheid inmiddels een kwart. De groei van het aantal vrouwen zit vooral daar.

Nevenfuncties
Actueel na diverse fiasco's in het toezicht: de bijbanen van de bestuurders. Of het door de groeiende kritiek komt is onduidelijk, maar gemiddeld heeft de elite nu acht nevenfuncties, een minder dan vijf jaar geleden. Ongeveer eenderde is niet meer actief in zijn of haar hoofdfunctie. 'Dat wordt vaak vergeten in de discussie over te veel nevenfuncties', zegt de liberale prominent Ed Nijpels. 'Ik heb geen hoofdfunctie meer, en dus meer tijd. Ik heb ongeveer twintig functies nu. Ik werk 60, 70 uur in de week. Maar ondanks al die functies heb ik nog vaak de vrijdag grotendeels vrij. Een riant leven vergeleken met de tijd dat ik minister was.'

Studie
Een academische studie blijft onontbeerlijk om de top te halen: 85 procent van de elite is afgestudeerd, van wie 18 procent ook is gepromoveerd. Nog iets meer dan vijf jaar geleden zijn rechten (34 procent) en (bedrijfs)economie (30 procent) carrièretechnisch de beste studies. In het bedrijfsleven gaat (bedrijfs)economie aan kop voor rechten, bij de overheid is het andersom. Op grote afstand volgen bedrijfskunde, politicologie, sociologie en geschiedenis.

Amsterdam (VU en UvA) is met krap een kwart nog hofleverancier van de bestuurlijke elite, maar Rotterdam nadert snel: 22 procent van de respondenten studeerde er, dubbel zoveel als vijf jaar geleden. Dat komt mede doordat het aandeel van het bedrijfsleven in de bestuurlijke elite is gegroeid. Vooral zij studeerden in Rotterdam. Op enige afstand completeren Leiden (15 procent) en Utrecht en Groningen (elk 14 procent) de top vijf van studiesteden.

Kloof
Actueel punt: weet de elite wel wat er onder het volk leeft? Dat staat te bezien, blijkt uit de enquête. De bestuurlijke elite is in doorsnee een gematigd gezelschap en plaatst zichzelf iets ter rechterzijde van het politieke midden. De gemiddelde Nederlander is nog iets rechtser, denkt de elite. Maar dat komt niet overeen met een peiling van TNS NIPO van april dit jaar. Daaruit bleek dat de gemiddelde kiezer iets linkser is dan de elite denkt.

De kloof is veel groter als gevraagd wordt naar het verschil in instelling. De bestuurlijke elite is een kosmopolitisch gezelschap, dat zich niet achter de dijken wil verschansen en Nederland vernieuwend en vrijheidslievend vooruit wil helpen in een open wereld. Met links of rechts heeft dat weinig te maken: de hele elite is - ongeacht de partijvoorkeur - internationaal ingesteld.

De gemiddelde Nederlander is veel traditioneler, denkt de elite. De gemiddelde burger hecht aan het nationale, aan traditie en aan handhaving van de orde, is de gedachte. Dit keer klopt de indruk wel, blijkt uit de peiling van TNS NIPO, al is het verschil minder groot dan de elite denkt. De gemiddelde Nederlander plaatst zichzelf precies in het midden: veel conservatiever dan de elite, maar lang niet zo traditioneel als de elite denkt. Maar het blijft een kloof, waar de bestuurskundigen Bovens en Wille de afgelopen week voor waarschuwden. In hun boek Diplomademocratie raden ze de (hoogopgeleide) bestuurlijke elite aan goed te luisteren naar de noden van het (laagopgeleide) volk, voordat dat zich cynisch en teleurgesteld afkeert van de maatschappij.

Politiek
Het politieke midden mag dan zijn versplinterd, in de bestuurlijke elite is daar weinig van te merken. De top steunt nog altijd vrijwel exclusief de oude middenpartijen CDA, PvdA, VVD, D66 en - veel minder - GroenLinks. Van de 251 respondenten stemt er niet een PVV of SP.

Ook bij de elite gaat de VVD aan kop. Bij het volk (de verkiezingen van 9 juni) was het verschil tussen VVD en PvdA klein, zo niet bij de elite: 34 procent stemt VVD, 22 procent PvdA, een veel groter verschil dan vijf jaar geleden, toen het verschil nog 2 procentpunten was. Daarna volgens CDA en D66 met elk 20 procent. Daarmee is D66 veel groter dan in het echt en wordt het beeld van de elitepartij bij uitstek bevestigd. De PvdA moet op haar positie in de top letten: nu zou nog maar 17 procent op deze partij stemmen.

Ook heel anders dan in het echt: nog steeds zijn zes op de tien respondenten lid van een politieke partij. In het echt is maar een paar procent van de bevolking partijlid. 'Het is een probleem: we beperken onze recrutering voor veel topfuncties tot leden van de politieke partijen. Dat wordt een heel klein kringetje', zegt SER-kroonlid Louise Fresco, geen partijlid.

Niet verwonderlijk gezien de afwezigheid van PVV en SP: de bestuurlijke elite had het liefst een middenkabinet gezien van VVD, PvdA en CDA (34 procent). Paarsplus had van 27 procent ook gemogen. Het huidige minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV krijgt de goedkeuring van slechts 10 procent.

Opvallend, gezien die geringe steun: de bestuurlijke elite heeft met 40 procent iets meer vertrouwen in dit kabinet dan de bevolking. Nog opvallender, meldt TNS NIPO: het vertrouwen in het kabinet Rutte verschilt bijna niet van het vertrouwen dat de elite in het voorjaar van 2006 had in Balkenende IV, dat toen ook net begonnen was. Ook heeft de elite aanzienlijk meer vertrouwen in dit kabinet dan het volk. Daar ziet 40 procent het kabinet Rutte volgend jaar vallen, bij de elite slechts 15 procent. Bijna eenderde ziet dit kabinet de vier jaar volmaken; bij het volk is dat maar eenvijfde.

Ook saillant: ruim de helft van de bevolking is tevreden over het regeerakkoord, bij de elite is dat maar ruim eenderde. Dat is niet zo gek, want de topbestuurders zouden andere keuzes gemaakt hebben. Niet bezuinigen op cultuur, ontwikkelinsgssamenwerking en integratie, wel op wonen (de hypotheekrenteaftrek), landbouwsubsidies en defensie. Onderwijs en wetenschap staan nog meer dan vijf jaar geleden stijf bovenaan als terreinen waarop extra zou moeten worden geïnvesteerd.

Populair
De nieuwe liberale premier Mark Rutte is de lieveling van de elite. In de enquete, die in oktober en november werd uitgevoerd, krijgt hij een 7,5. Dat is nog meer dan de 6,8 die hij krijgt van de gemiddelde Nederlander, wat volgens TNS NIPO normaal gesproken al een prima rapportcijfer is. Verder is de elite relatief mild over PVV-leider Geert Wilders, die een 5,1 krijgt. Dat is maar iets minder dan PvdA-leider Job Cohen, op wie de elite behoorlijk kritisch is: een 5,3.

Ook de steun in de bestuurlijke top van Nederland voor het koningshuis houdt niet over. Net als vijf jaar geleden vindt ruim de helft dat het koningshuis een louter ceremoniële functie moet krijgen. Alleen de CDA'ers in de bestuurlijke elite zijn het daar in meerderheid mee oneens. Bijna tweederde verwacht ook dat het koningshuis deze eeuw haar staatsrechterlijke functie zal verliezen.

Leiderschap
Grote waardering voor premier Rutte, maar niettemin: bijna driekwart van de elite vindt dat er gebrek is aan leiderschap in Nederland. Tien procent had liever gezien dat er een zakenkabinet was gekomen. De vraag of zo'n kabinet van onafhankelijke wijze mannen en vrouwen er in de toekomst vaker overwogen zou moeten worden, leidt tot grote verdeeldheid: bijna de helft vindt van wel, de andere helft niet. Bijna de helft geeft ook aan er niet over te peinzen zelf in zo'n zakenkabinet te gaan zitten. Eenvijfde laat dat graag in het midden, maar ruim een kwart van de bestuurlijke zwaargewichten is beschikbaar, als het land roept.

Populisme
In dat verband: over het algemeen is de bestuurlijke elite nog altijd positief gestemd over het land. Maar de zorgen groeien. Liefst 71 procent verwacht dat Nederland de economische wedloop met de VS en Azië gaat verliezen. Dat is 10 procentpunten meer dan vijf jaar geleden.

Overigens zijn volk en elite soms één: ook de top ergert zich vooral aan hufterigheid en verruwing. Daarnaast wordt provincialisme en intolerantie vaak genoemd, en het gebrek aan kennis van politici. En is men ook nog een beetje trots op Nederland? Jawel: vooral op het ondernemerschap en het bedrijfsleven, de cultuur, de positie in de wereld en - in mindere mate - het poldermodel. En, tenminste één respondent: 'op de wijsheid van Beatrix!'

F9098 | TNS NIPObase CAWI & PAPI | Het onderzoek is uitgevoerd vanaf 25 oktober tot en met 20 november 2010. In totaal werden 400 invloedrijke bestuurders aangeschreven, waarvan uiteindelijk 251 reageerden (respons: 63%).

Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 59 24) of met Tim de Beer (tel: 020 522 53 99), Electoraal Onderzoekers bij TNS NIPO.

Allemaal Politiek
Op www.allemaalpolitiek.nl, een initiatief van TNS NIPO, vinden continu actuele politieke discussies plaats. Meediscussiëren? Meld je aan op www.allemaalpolitiek.nl.

Wilt u op de hoogte blijven van andere gratis publicaties in de toekomst, dan kunt u zich abonneren op onze attenderingsservice.