Gerechtelijke organisatie

Hoge Raad vernietigt veroordeling moeder wegens medeplichtigheid aan dood baby

Den Haag, 14 december 2010 - Op 17 december 2007 overleed in Enschede de anderhalf jaar oude baby Diego aan de gevolgen van zware mishandeling. De moeder van het kind en haar vriend werden vervolgd wegens betrokkenheid hierbij.

Procedure bij rechtbank en hof
De rechtbank Almelo heeft op 19 november 2008 de vriend vrijgesproken van moord, dan wel doodslag, dan wel zware mishandeling (met voorbedachten rade) met de dood van de baby tot gevolg. De moeder werd eveneens vrijgesproken van haar betrokkenheid daarbij. De officier van justitie is in beide zaken in hoger beroep gegaan. Het gerechtshof Arnhem heeft in hoger beroep op 23 juli 2009 de vriend veroordeeld voor zware mishandeling met de dood tot gevolg, tot een gevangenisstraf van zeven jaar.
De moeder werd veroordeeld wegens medeplichtigheid daaraan en wegens het in hulpeloze toestand achterlaten van de baby, tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Procedure bij de Hoge Raad
De moeder (mr. A.W. Syrier, advocaat in Utrecht ) en de vriend (mr. J. Boksem, advocaat in Leeuwarden ) hebben beroep in cassatie ingesteld. Op 26 oktober 2010 heeft advocaat-generaal Aben in zijn advies aan de Hoge Raad in de zaak van de moeder geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest maar uitsluitend wat betreft het opzettelijk haar vriend gelegenheid geven haar zoontje te mishandelen met de dood tot gevolg en tot verwijzing van de zaak naar een ander hof. In de zaak tegen de vriend heeft hij geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De uitspraak van de Hoge Raad
In de zaak van de moeder oordeelt de Hoge Raad dat het met opzet gelegenheid geven tot zware mishandeling met de dood tot gevolg, niet zonder meer uit de bewijsvoering kan worden afgeleid. Daarmee is opzettelijke medeplichtigheid onvoldoende gemotiveerd. Het hof âs Hertogenbosch zal de zaak wat dit betreft opnieuw moeten behandelen. De veroordeling voor het in hulpeloze toestand laten van de baby blijft in stand.

De Hoge Raad heeft in de zaak tegen de vriend het cassatieberoep verworpen met een verkorte motivering (onder toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie). De veroordeling van de vriend blijft dan ook in stand.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 14 december 2010. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Op dinsdag 14 december 2010 is persraadsheer Jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman van 12.00 â 13.30 uur via onderstaand telefoonnummer bereikbaar voor het geven van toelichting.

Den Haag, 14 december 2010
Mireille Beentjes, communicatieadviseur
Tel. 070-3611262

LJ Nummers

BO2957
BO2969

Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 14 december 2010 Naar boven