Rijksoverheid
14 december 2010
Rechterlijke uitspraak zorgindicaties
Geachte voorzitter
Op 10 december jongstleden (brief met kenmerk 2010D50646) heeft u mij
verzocht om een reactie te geven op de rechterlijke uitspraak dat CIZ,indicaties
niet gemaakt kunnen worden op basis van vaststaande profielen, zoals
zorgzwaartepakketten (zzp's), en daarbij expliciet in te gaan op de gevolgen voor
de zzp,financiering en de gevolgen voor de pgb,voorstellen.
In antwoord hierop kan ik mededelen dat er eerder rechterlijke uitspraken zijn
geweest die erop neer kwamen dat het indiceren in zzp's zich niet verdraagt met
het Besluit zorgaanspraken AWBZ (BZA) en het Zorgindicatiebesluit (Zib).
Om die reden zijn het BZA en het Zib per 1 januari 2011 gewijzigd. De wijziging
van het BZA en het Zib is op 2 november 2010 vastgesteld en is inmiddels in het
Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2010, 764).
Over het voornemen om het BZA en het Zib te wijzigen is uw Kamer op
21 juni 2010 geïnformeerd door middel van toezending van het conceptbesluit
(Kamerstukken II 2009/10, 29 689, nr. 303) gelijktijdig met een wijziging van
onder meer het Besluit zorgverzekering.
Met de wijziging van het BZA is de aanspraak op zorg duidelijker gekoppeld aan
de zzp's. In de nota van toelichting op het wijzigingsbesluit is aangegeven dat de
zzp's, ter invulling van de aanspraak op verblijf/voortgezet verblijf met
samenhangende zorg bij ministeriële regeling worden omschreven. Bedoelde
ministeriële regeling heb ik inmiddels vastgesteld. De regeling zal binnenkort in de
Staatscourant worden gepubliceerd. Met de ministeriële regeling zijn de zzp's en
de cliëntprofielen in een bijlage van de Regeling zorgaanspraken
AWBZ opgenomen. Hierdoor zijn met ingang van 1 januari 2011 de zzp's als
invulling van de aanspraak op verblijf/voorgezet verblijf geregeld. Met de regeling
is het probleem dat het CIZ niet mag indiceren voor het bij het cliëntprofiel best
passende zzp, opgelost.
De regeling die met ingang van 1 januari 2011 van kracht wordt, houdt wel in dat
een oplossing gevonden moet worden voor de uitzonderlijke situaties waarin de
zzp,systematiek geen oplossing biedt.
Op dit moment is de financiering van zorg voor AWBZ,cliënten waarbij er sprake is
van een uitzonderlijke situatie geregeld in beleidsregels van de NZa. Er is een
toeslag extreme zorgzwaarte (beleidsregel CA,425). Of daar sprake van is wordt
niet getoetst door het CIZ, maar door het Centrum voor Consultatie en Expertise
(CCE). De procedure is dat een aanvraag gezamenlijk door de zorgaanbieder en
het zorgkantoor wordt ingediend bij de NZa voor verwerking in het budget voor
een toeslag voor cliënten met een extreme zorgbehoefte.Dit verzoek wordt
gehonoreerd indien er een positief advies is van het CCE en een uitgewerkt
bijzonder zorgplan. Het CCE helpt bij het opstellen van een bijzonder zorgplan als
er ernstige zorgen zijn over de kwaliteit van leven van een cliënt. Soms dreigt
iemand tussen wal en schip te vallen bij ingewikkelde medische en/of
psychiatrische problemen, ernstig probleemgedrag en/of gebrekkig
toekomstperspectief. Bij het opstellen van het bijzondere zorgplan zijn inhoudelijk
specialisten betrokken zoals orthopedagogen, psychologen, gedragsdeskundigen,
artsen, verpleegkundigen en psychiaters. Het CCE heeft veel ervaring met de hulp
aan mensen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking, een
ernstige meervoudige beperking, autisme, niet,aangeboren hersenletsel of
doofblindheid.
Naast de beleidsregel extreme zorgzwaarte heeft de NZa een aantal toeslagen
vastgesteld die aanvullend zijn op de basisprestatiebeschrijvingen van het zzp,
bijvoorbeeld voor clienten die zijn aangewezen op ademhalingsondersteuning
Ook de subsidie voor het pgb kent een uitzondering indien er sprake is van een
uitzonderlijke situatie. Het zorgkantoor en de cliënt kunnen dan het CVZ vragen
een hoger pgb vast te stellen.
Samen met het CIZ, de NZa en het CVZ heb ik bekeken of het mogelijk is per
1 januari 2011 de extra zorg in uitzonderlijke situaties niet alleen via de
bekostiging, maar ook via de aanspraken en indicatiestelling te regelen.
Dat bleek op deze korte termijn niet mogelijk te zijn. Er is geconcludeerd dat het
hier gaat om complexe materie waaruit niet op zeer korte termijn een eenduidige
formulering van de uitzonderingen is te destilleren.
Relevant is verder dat de huidige oplossing voor de extreme zorgzwaarte op dit
moment wordt geëvalueerd en dat het beter is die evaluatie eerst af te wachten.
Daarnaast is het voor het CIZ niet mogelijk om per 1 januari 2011 nieuwe taken
met betrekking tot de indicatiestelling op te pakken.
Daarom is afgesproken om vooralsnog de aansprakenregeling in de Rza beperkt te
houden tot zzp's en de huidige oplossing van uitzonderlijke situaties, via
uitsluitend de bekostiging, te handhaven.
In 2011 zal ik samen met het CIZ, de NZa en het CVZ aan een passende oplossing
binnen de aanspraken gaan werken. Bij het regelen van uitzonderingssituaties in
de toekomst zal ik zowel oog hebben voor zorg in natura als voor zorg die via het
pgb wordt ingekocht.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten,Hyllner