Burundi - recente ontwikkelingen
Kamerbrief inzake Burundi - recente ontwikkelingen
Kamerbrief | 14 december 2010
Geachte voorzitter,
In de motie Ferrier/Voordewind/Waalkens van 24 november 2009 (kamerstuk
29 237 nr. 113) werd de regering verzocht om de Kamer te informeren
over het al dan niet verlenen van begrotingssteun voor het Burundese
begrotingsjaar 2010/2011. Mede met het oog op de begrotingsbehandeling
op 14 en 15 december a.s. informeer ik u hierbij over het verloop van
de verkiezingen in de afgelopen periode, de mensenrechtensituatie
alsmede over het besluit al dan niet begrotingssteun te verlenen aan
Burundi.
Algemeen
Burundi heeft de afgelopen jaren opmerkelijke vooruitgang geboekt. Het
land heeft zich ontworsteld aan een bloedige burgeroorlog en heeft
strijders van de verschillende vijandige gewapende groeperingen weten
te integreren in het Burundese leger en de politie. Nederland heeft een
significante bijdrage geleverd aan het vredesproces door ondersteuning
en hervorming van de veiligheidssector, het financieren van de
noodzakelijke overheidsuitgaven en programma's gericht op economische
ontwikkeling. Een reeks van verkiezingen dit jaar had het vredesproces
moeten bezegelen. Dat is maar ten dele gelukt. De stabiliteit in het
land blijft mede daarom nog fragiel.
Het verloop van de verkiezingen
In de periode van mei tot september 2010 vond een serie van vijf
verkiezingen plaats, achtereenvolgens voor de gemeenteraden (24 mei
jl.), het presidentschap (28 juni jl.), het parlement (23 juli jl.), de
senaat (28 juli jl.) en de heuvelraden (7 september jl.). De
verkiezingen zelf zijn volgens de vele internationale en nationale
waarnemers (6000 in totaal, waaronder een EU missie van ruim 80
waarnemers) eerlijk en zonder geweld verlopen en voldeden aan de
internationale standaarden. Wel vonden in de aanloop naar de
verkiezingen enkele gewelddadige incidenten plaats waarbij
jongerenafdelingen van de grote politieke partijen betrokken waren.
Mede als gevolg van internationale druk hebben de desbetreffende
partijen hieraan een halt toegeroepen. De Burundese politie en het
leger hebben zich gedurende het verkiezingsproces over het algemeen
professioneel gedragen en neutraal opgesteld.
Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen behaalde de regeringspartij de
Conseil National Pour la Défense de la Démocratie-Forces pour la
Défense de la Démocratie (CNDD-FDD) 64% van de stemmen. Een alliantie
van twaalf oppositiepartijen, waaronder de Forces Nationales de
Libération (FNL), de belangrijkste ex-rebellengroep die pas vorig jaar
tot politieke partij werd omgevormd, besloot zich daarop terug te
trekken uit alle daaropvolgende verkiezingen met als argument dat
grootschalige fraude was gepleegd. Internationale waarnemers
constateerden echter slechts enkele onregelmatigheden en vonden geen
bewijzen van fraude op grote schaal. In de periode rond de
daaropvolgende verkiezingsrondes werd het land opgeschrikt door een
serie van granaatexplosies, waarbij enkele slachtoffers vielen. Ondanks
regionale en internationale inspanningen liet het grootste deel van de
oppositie zich niet overtuigen om weer aan het verkiezingsproces deel
te nemen. President Nkurunziza werd dan ook zonder tegenkandidaten
herkozen. Aan de parlementsverkiezingen namen naast de CNDD-FDD slechts
vijf kleine oppositiepartijen deel. In het parlement zijn 81 van de 106
zetels aan de CNDD-FDD toegevallen. In de senaat (indirecte
verkiezingen) zijn 32 van de 34 te verdelen zetels door de CNDD-FDD
veroverd (er zijn 41 zetels in de senaat; die andere 7 zetels zijn
toegewezen). Hoewel de verkiezingen dus over het algemeen eerlijk en
vrij verliepen, zijn politieke stromingen slechts beperkt
vertegenwoordigd in de diverse bestuurslagen. De grootste winst van de
verkiezingen en het voorafgaande vredesproces is echter dat de
politieke strijd niet meer puur gedicteerd wordt door etnische
tegenstellingen. Ook het uitblijven van grootschalig geweld in deze
periode stemt tot optimisme.
Mensenrechten
Burundi heeft zich recent ontworsteld aan een bloedige burgeroorlog en
kent een gewelddadige samenleving waar veel incidenten en
mensenrechtenschendingen voorkomen. Wij verwijzen daarbij ook naar de
diverse Human Rights Watch rapporten. Sinds 2005 is de
mensenrechtensituatie sterk verbeterd, en over het afgelopen jaar is
deze situatie niet achteruitgegaan. De media kunnen veelal vrijelijk
over misstanden rapporteren en het maatschappelijke middenveld kan
redelijk ongehinderd opereren. Volgens de Verenigde Naties in Burundi
hebben deze organisaties een belangrijke rol gespeeld bij het goede
verloop van de verkiezingen en de grote betrokkenheid van de bevolking
hierbij. Wel heeft zich ook de tweede helft van dit jaar een aantal
zorgwekkende incidenten voorgedaan. Zo is recentelijk een aantal
personen vermoord onder nog niet opgehelderde omstandigheden. Ook zou
de Burundese veiligheidsdienst tijdens de verkiezingsperiode enkele
personen gemarteld hebben. Na internationale interventie zijn deze
martelingen gestopt. Tenslotte zijn onlangs enkele journalisten om
dubieuze redenen opgepakt en voelden leiders van een aantal
oppositiepartijen zich genoodzaakt naar het buitenland uit te wijken.
Nederland blijft samen met andere internationale partners actief zoeken
naar manieren om de politieke ruimte te verbreden en dialoog te
stimuleren. Daarnaast blijven we druk uitoefenen op de Burundese
autoriteiten om genoemde mensenrechtenschendingen te stoppen.
Het belang van een stabiele overheid
Nederland heeft sinds 2007 via het Wereldbankprogramma Economic Reform
Support Grant begrotingssteun verleend aan Burundi, en trok daarbij
gezamenlijk op met Noorwegen. Bij de beslissing begrotingssteun te
verstrekken aan een fragiele staat spelen andere overwegingen
-gerelateerd aan stabiliteit- een rol. Ook wordt de steun niet
rechtstreeks aan de overheid gegeven, maar via een betrouwbare partner
als de Wereldbank en in samenspraak met andere donoren. Dat geldt ook
voor Burundi. Ten behoeve van de stabiliteit van het land was en is het
noodzakelijk om de Burundese overheid in staat te stellen haar
basistaken uit te voeren en de salarissen van de eigen ambtenaren te
betalen. Naast Nederland hebben Noorwegen, de Wereldbank, de Afrikaanse
Ontwikkelingsbank en de Europese Commissie met begrotingssteun
bijgedragen aan de stabiliteit in het land. De Wereldbank, Afrikaanse
Ontwikkelingsbank en Europese Commissie zullen de begrotingssteun aan
Burundi in 2011 continueren, Noorwegen heeft nog geen besluit genomen.
Zoals aan de Kamer medegedeeld heeft Nederland de bijdragen over de
jaren 2007 tot en met 2009 uitbetaald, en is met de besluitvorming voor
de vierde betaling 2010/2011 van de toegezegde 4-jarige steun gewacht
tot na de verkiezingen in Burundi. Burundi heeft mede dank zij
internationale financiële steun inderdaad de stabiliteit weten te
bewaren de afgelopen jaren. Ook onze inzet op de ontwikkeling van de
veiligheidssector is daartoe cruciaal. Omdat de stabiliteit nog altijd
fragiel is, en gegeven de belangrijke rol die Nederland in het
vredesproces speelt, blijft een bijdrage aan de stabiliteit belangrijk.
Echter, gezien de beperkte controle op de uitgaven bij begrotingssteun,
acht ik een geoormerkte bijdrage meer verantwoord. Ik heb daarom
besloten om het komend jaar stabiliteitssteun te geven, in de vorm van
de betaling van achterstallige ambtenarensalarissen. Vorig jaar leidden
de lerarenstakingen om uitbetaling van die salarissen tot onlusten in
het land, juist in de periode in aanloop naar de verkiezingen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Knapen
Ministerie van Buitenlandse Zaken