Rijksoverheid


> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl

Ons kenmerk DLZ-U-3039040 Bijlagen 1 Uw brief 2010Z18307 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

Datum 14 december 2010 Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Voortman (Groen Links) over de gang van zaken bij bezwaar tegen indicatie door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Hoogachtend, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner



Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Voortman over de gang van zaken bij bezwaar tegen indicatie door het Centrum Indicatiestelling Zorg. (CIZ)


1 Bent u bekend met de column `Een aanbod dat ik niet kan weigeren'? 1) 1 Ja, ik heb de column gelezen. 2 Wat is uw reactie op de casus die in deze column naar voren komt? 2 Uit informatie van het CIZ is mij gebleken dat het CIZ in deze casus bij de heroverweging in bezwaar tot de conclusie is gekomen dat cliënt voor een lagere indicatie in aanmerking komt dan de indicatie waartegen het bezwaar is gericht. Een bezwaarde mag echter nooit in een nadeliger positie terecht komen door het indienen van bezwaar. Dat is in deze casus ook erkend en gezegd tegen de cliënt. Vervolgens is niet conform de werkinstructies van het CIZ gehandeld. Tegelijkertijd werd immers door de medewerker van het CIZ aangegeven dat de cliënt het bezwaar kan intrekken. Cliënt heeft dat als sturend en bedreigend ervaren en dat vinden ik en het CIZ ongewenst. Cliënt heeft over deze gang van zaken terecht bij het CIZ geklaagd. In reactie daarop is de afhandeling van het bezwaar overgenomen door een andere medewerker van het CIZ en heeft het CIZ excuses aangeboden voor deze gang van zaken. Het CIZ zal deze ervaring ook betrekken bij de (intercollegiale) toetsing van medewerkers met het oog op het trekken van lering daaruit. 3 Hoe vaak is een dergelijke casus reeds aan het College voor zorgverzekeringen voorgelegd? Wat heeft het College voor zorgverzekeringen in deze casussen besloten? 3 Op grond van artikel 58 van de AWBZ dienen alle bezwaarzaken waarvan het CIZ het voornemen heeft die ongegrond te verklaren, ter advisering te worden voorgelegd aan het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Dat geldt ook voor deze casus, waarover het CVZ overigens nog geen advies heeft uitgebracht. Omdat de in deze casus gevolgde werkwijze niet volgens de standaardwerkwijze van het CIZ is, liggen er geen vergelijkbare cases voor advies voor bij het CVZ. 4 Is het gebruikelijk dat over de herindicatie naar aanleiding van een bezwaar contact wordt opgenomen met de aanvrager? 4 Cliënten die in bezwaar zijn gegaan tegen een indicatiebesluit worden in het kader van de afhandeling van het bezwaar in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Dat schrijft de Algemene wet bestuursrecht voor. Het komt daarnaast vaker voor dat er contact wordt opgenomen met de cliënt, bijvoorbeeld omtrent onduidelijkheden in het bezwaar of ontbrekende gegevens, met het oog op een zorgvuldige beslissing op bezwaar.



5 Deelt u de mening dat deze situatie de schijn wekt dat gedreigd wordt met een lagere indicatie om te voorkomen dat het bezwaar wordt doorgezet? Zo nee, vindt u dit een normale gang van zaken? Zo ja, welke stappen bent u bereid te ondernemen om te voorkomen dat deze schijn alsnog ontstaat? 5 Voor een reactie op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2. 6 Deelt u de mening dat een bezwaar tegen een indicatie, gesteld door het CIZ, nooit mag leiden tot een lagere indicatie dan waartegen bezwaar is gemaakt? 6 Ja, zie tevens ook mijn antwoord op vraag 2.


1) J/M voor ouders Blog, `Een aanbod dat ik niet kan weigeren', november 2010






---- --