Gemeente Utrecht

2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
141 Vragen van mevrouw A.H. de Boer en de heer J.L. Ravesteijn (ingekomen 18 november 2010
en antwoorden door het college verzonden op 14 december 2010)

Schriftelijke vragen inzake het re-integratiebudget.

Terwijl de raadscommissie Mens en Samenleving debatteert over de voortzetting van het jongerenloket lezen wij op de site van DNU een berichtje dat er in 2010 een overschrijding dreigt van ruim drie miljoen op de re-integratiebudget en dat de wethouder besloten heeft een aantal subsidieregelingen voortijdig stop te zetten. Dit bericht roept bij de GroenLinks-fractie de volgende vragen:


1. Klopt het dat er een tekort dreigt op het re- integratiebudget? Zo ja, wat is dan de precieze omvang van dit tekort?

Ja, dit is juist. Zoals in het dashboard SoZaWe tot en met het derde kwartaal 2010 (u op 30 november 2010 aangeboden onder ons nummer 10.089186) vermeld, verwachten we in 2010 een tekort van E 4,5 mln op het re-integratiedeel (W-deel) van het participatiebudget.


2. Als er inderdaad sprake is van een tekort wat zijn daarvan de oorzaken en op welke instrumenten heeft dit tekort betrekking?

De belangrijkste oorzaken van dit tekort zijn de volgende:
- Het aantal trajecten voor jongeren is hoger dan verwacht. De begroting was gebaseerd op 200 trajecten voor jongeren. De actuele prognose komt uit op een aantal van 367 trajecten. Dit verklaart 1,3 miljoen euro.
- Het aantal jongeren dat een stagevergoeding krijgt is hoger dan in de begroting was verwacht. Er was nog geen rekening mee gehouden dat alle jongeren op een traject een stagevergoeding ontvangen. De begroting ging uit van 100 'verloningen'. Door het verschil van in totaal 267 stagevergoedingen wordt 2 miljoen euro van het tekort verklaard.
- De uitstroom bij Vangnetbanen en Doe mee banen is minder groot dan het uitgangspunt in de prognose. Hierdoor lopen voor meer banen loonkostensubsidies door. Dit draagt voor 1,1 miljoen bij aan het tekort.
- Er zijn meer zorgtrajecten succesvol beëindigd dan verwacht hetgeen resulteert in een hoger aantal resultaatvergoedingen aan het reïntegratiebedrijf. Samen met diverse kleine voor- en nadelen draagt dit per saldo nog voor 0,1 miljoen bij aan het tekort.

Er zijn verschillende maatregelen genomen om tot lagere uitgaven te komen op het re-integratiebudget, zodat toegewerkt wordt naar een besteding binnen de beschikbare middelen. Het belangrijkste effect hiervan is zichtbaar in de aanbestedingen die in 2009 en 2010 zijn gedaan. Dit heeft bij de jongeren en de participatieplaatsen geleid tot een trajectprijs van minder dan de helft van de oude contracten. Er is soberder ingekocht en een aantal producten, zoals het ontwikkelplan nazorg, is niet meer apart ingekocht. In 2010 heeft dat al geleid tot lagere uitgaven op deze contracten, maar de grootste effecten zullen pas vanaf 2011 zichtbaar worden.


3. Hoe verhouden deze tekorten zich tot de resultaten? Hebben de overschrijdingen geleid tot een hoger resultaat, met andere woorden zijn hierdoor meer mensen uitgestroomd naar werk dan afhankelijk gepland?

Zoals uit het antwoord op vraag 2 blijkt, hebben de uitgavenoverschrijdingen voor een belangrijk deel te maken met een grotere instroom bij jongeren. Er is meer daardoor meer dienstverlening ingezet dan aanvankelijk gepland. Deze inzet was noodzakelijk om onze verantwoordelijkheid als gevolg van de WIJ waar te maken.

Zonder deze inzet zouden meer jongeren zijn ingestroomd in de uitkering en er minder zijn uitgestroomd naar school of werk. Bij trajecten voor zorgklanten (op inmiddels beëindigde contracten) zijn de resultaten beter dan begroot. De betere resultaten zijn bij deze trajecten veelal een hogere trede op de re-integratieladder. De effectiviteit van alle in 2010 gestarte trajecten zal via de effectiviteitsmeting worden vastgesteld. Deze meting wordt, zoals bekend, een steeds belangrijker middel om de keuzes voor de inzet van instrumenten en te contracteren partijen op te baseren. Daarnaast zal bij de evaluatie van de WIJ aandacht worden besteed aan de inzet van instrumenten en de effecten daarvan.


4. Heeft de GroenLinksfractie iets gemist? Zijn wij door het College eerder geïnformeerd over dit dreigend tekort? Zo nee, hoe komt het dat de pers eerder op de hoogte is dan de gemeenteraad?

De raad is eerder geïnformeerd over de mogelijke tekorten via het dashboard kwartaalinformatie SoZaWe over de eerste 6 maanden van 2010 (10.077967). Daar is een bedrag van 3 miljoen uit af te leiden. Bij de behandeling van de voorstellen over de aanpassing van de stage-vergoeding WIJ en de Voorjaarsnota is door het college gewezen op de moeilijke financiële situatie op het W-deel en de snelle uitputting ervan. Ook bij de recente begrotingsbehandeling heeft het college uitgesproken dat er negatieve financiële resultaten op dit onderdeel van de programmabegroting worden verwacht.

---- --