Rijksoverheid

> Retouradres Postbus 20904 2500 EX Den Haag

De heer J.G.M. Alders Hoogte Kadijk 31b 1018 BE Amsterdam Nederland

DG Luchtvaart en Maritieme Zaken Directie Luchthavens Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20904 2500 EX Den Haag Contactpersoon -

Ons kenmerk VENW/BSK-2010/215271

Datum 14 december 2010 Betreft: Regionale Alderstafels Eindhoven en Lelystad

Geachte heer Alders, Als uitvloeisel van het Aldersadvies van oktober 2008 over de toekomst van Schiphol en de regio over de middellange termijn (tot en met 2020) heeft mijn voorganger u mede namens de staatssecretaris van Defensie gevraagd om te inventariseren of het mogelijk is om circa 70.000 vliegtuigbewegingen per jaar te accommoderen op regionale luchthavens. Hierbij is verzocht om eerst de mogelijkheden op de militaire luchthaven Eindhoven en de luchthaven Lelystad te onderzoeken. In juni 2010 heeft u een advies uitgebracht over de luchthavenontwikkeling Eindhoven. Het kabinet heeft ingestemd met uw advies met betrekking tot de ontwikkeling in Eindhoven. Bijgaand treft u de brief daaromtrent aan de Tweede Kamer aan. Ik wil u vragen om de uitvoering van het advies over Eindhoven inclusief de bij het advies afgesloten intentieovereenkomst tussen rijk, regio en Eindhoven Airport - voortvarend met betrokken partijen ter hand te nemen in lijn met het plan van aanpak. Daarbij verzoek ik u ook de voortgang te bewaken van de acties zoals die zijn geformuleerd in de intentieovereenkomst. Dit alles betekent dat ik u wil vragen de Alderstafel Eindhoven voort te zetten, en ons over de voortgang jaarlijks te rapporteren. Voorts heeft u naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer het afgelopen jaar met de regionale Alderstafel Lelystad eerst onderzoek gedaan naar de inpassingsmogelijkheden van een grotere luchthaven Lelystad in het luchtruim. In uw brief van september 2010 heeft u hier ook de laatste stand van zaken van geschetst. Uw tussenconclusie ten aanzien van de inpassing in het luchtruim is dat er van een eenvoudige inpassing van de luchthaven Lelystad geen sprake kan zijn. De onderzochte scenario's maken duidelijk dat hiervoor een goede afstemming met zowel de militaire als civiele functies noodzakelijk is. Een extra inpassingsscenario is noodzakelijk voordat eindconclusies over extra capaciteit op Lelystad kunnen worden getrokken.

Pagina 0 van 3

Mede namens de minister van Defensie wil ik u en uw regionale Alderstafel hartelijk danken voor het werk dat het afgelopen jaar verzet is. Uw tussenconclusie is helder en uw vraag richting de luchtruimbeheerders (i.c. de ministeries van I&M en Defensie) is duidelijk. Zoals u ook schetst zijn er de komende jaren verschillende internationale en nationale luchtruimontwikkelingen die tot (grote) veranderingen voor het luchtverkeer kunnen leiden. Daarnaast neemt door de voorziene luchtzijdige ontwikkelingen van Schiphol en de regionale luchthavens (w.o. Lelystad) de druk op het Nederlandse luchtruim toe.

DG Luchtvaart en Maritieme Zaken Directie Luchthavens

Datum 14 december 2010 Ons kenmerk VENW/BSK-2010/215271

Als bevoegd gezag voor het luchtruim hebben we geconstateerd dat het niet meer lukt om deze complexe vraagstukken zonder meer operationeel in te passen. Deze vragen om een integraal plan en strategische keuzes. Daarom zal ik samen met mijn collega van Defensie, en met de luchtverkeersdienstverleners, een Luchtruimvisie opstellen, die enerzijds inzicht geeft in de voorziene ontwikkelingen in het luchtruim en waarin anderzijds richtinggevende keuzes worden gemaakt ten aanzien van mogelijk conflicterende luchtruimclaims.

Begin 2011 zal de concept-startnotitie voor de Luchtruimvisie aan de Alderstafel Lelystad voor bespreking worden geagendeerd. Voor de zomer van 2011 is de Luchtruimvisie vervolgens in concept gereed ten behoeve van consultatie met belanghebbenden waaronder de Alderstafel Lelystad. Specifiek voor de situatie rond Lelystad moet deze concept-Luchtruimvisie voldoende basis bieden zodat u, samen met de LVNL en de Militaire Luchtvaartautoriteit, in de zomer van 2011 een extra inpassingsscenario voor Lelystad kunt formuleren waarmee u vervolgens uw eindconclusies kunt trekken. Tevens zullen de inzichten uit het inpassingsscenario bij de uitvoering van de Luchtruimvisie (op basis van een Uitvoeringsagenda en op basis van een concreet Nationaal Luchtruimontwerp) in het najaar van 2011 worden meegenomen.

Ik zou u mede namens de minister van Defensie willen verzoeken om daarnaast het komend half jaar met de betrokken partijen aan de regionale Alderstafel Lelystad verder invulling te geven aan de overige aspecten die van belang zijn voor een gewogen eindadvies, waaronder de samenhang met de regionale ruimtelijk-economische context, de potentiële knelpunten met betrekking tot de verstoring van natuurwaarden en de mogelijke effecten op de gewassen in de omgeving. Ik verwijs voor deze aspecten naar de brief van 5 februari 2009 waarin het verzoek tot advisering ten aanzien van de regionale luchthavens Eindhoven ­ Lelystad nader is toegelicht en uw reactie hierop (d.d. 16 april 2009). Ik zie uw integrale advies graag in het najaar van 2011 tegemoet. Ten slotte wil ik nog ingaan op uw vraag ten aanzien van de aanwijzing Lelystad en de daarbij behorende inpassing in het luchtruim voor de korte termijn. Op dit moment wordt eveneens gewerkt aan de inpassing van het vliegverkeer dat hoort bij het aanwijzingsbesluit Lelystad, door middel van de vaststelling van een aangepaste routestructuur. Hierbij is de huidige inrichting van de luchthaven (onverlengde baan zonder luchtverkeersleiding) en de huidige indeling van het luchtruim het uitgangspunt.

Pagina 1 van 2

Wanneer verdere ontwikkeling van de luchthaven binnen de kaders van de aanwijzing daar aanleiding toe geeft, zal - indien nodig - opnieuw naar de inpassing in het luchtruim worden gekeken. Op dat moment kunnen tevens eventuele nieuwe inzichten uit het hiervoor geschetste proces van de Luchtruimvisie worden betrokken. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

DG Luchtvaart en Maritieme Zaken Directie Luchthavens

Datum 14 december 2010 Ons kenmerk VENW/BSK-2010/215271

Joop Atsma

Pagina 2 van 2

---- --