Universiteit van Tilburg


Persbericht 15 december 2010

Nederlands moeilijk voor meertalige mbo-studenten

Er gaapt een grote kloof tussen de ideaalbeelden van het onderwijs Nederlands in het middelbaar beroepsonderwijs en de dagelijkse lespraktijk. Meer inzicht in die praktijk met aandacht voor de ervaringen en opvattingen van docenten en studenten biedt aanknopingspunten voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dat concludeert promovenda Marja van Knippenberg op basis van een casestudy in een meertalige klas met zowel instromers vanuit het vmbo als vanuit een inburgeringsprogramma.

Een van de conclusies van het onderzoek is dat vooral docenten bepalen hoe de praktijk van het onderwijs Nederlands er uitziet. Dit gebeurt, bewust en onbewust, op basis van hun kennis, opvattingen, waarden en ervaringen. Van Knippenberg constateert dat de betrokken vakdocenten een sterke zorg voor hun studenten hebben en daardoor geen hoge eisen stellen aan hun Nederlandse taalvaardigheid.

Vanwege de complexiteit is het voor beleidsmakers van het Ministerie van OCW en het onderwijsmanagement moeilijk in te schatten wat ervoor nodig is om in meertalige klassen goed taalonderwijs te geven. Dat vraagt specifieke didactische competenties van zowel taal- als vakdocenten die daarvoor meestal niet adequaat zijn opgeleid. Daarnaast stelt Van Knippenberg vast dat ook de Nederlandse taalcompetenties van docenten niet altijd op voldoende niveau zijn. Ten slotte ontbreekt het volgens haar aan voldoende geschikt lesmateriaal voor mbo-studenten die hun taalvaardigheid nog in belangrijke mate verder moeten ontwikkelen.

Voortdurende veranderingen
Het onderzoek is uitgevoerd in een onderwijsveld dat wordt gekenmerkt door voortdurende veranderingen. In de loop van de jaren negentig van de vorige eeuw zijn de eisen aan taalvaardigheid Nederlands in het mbo geïntegreerd in de beroepseisen. Als gevolg daarvan is het vak Nederlands ondertussen in een groot aantal opleidingen van het lesrooster verdwenen. Anno 2010 maakt Nederlands wel weer deel uit van de kwalificatie-eisen in alle mbo-opleidingen. Dat is op zich een goede zaak, aldus Van Knippenberg, die daarbij aantekent dat er nog veel moet gebeuren om de kwaliteit van het onderwijs Nederlands overal op peil te krijgen.

Marja van Knippenberg (1957, Ubach over Worms) studeerde Taalwetenschap aan de Universiteit van Tilburg. Zij is werkzaam als taalbeleidsmedewerker bij een regionaal opleidingencentrum.