Rijksoverheid
Ontvangst rapport Commissie Corporate Governance
Ontvangst rapport Commissie Corporate Governance
Toespraak | 14-12-2010
Toespraak van minister De Jager bij ontvangst rapport Commissie
Corporate Governance
Toen hem gevraagd werd wat dat nu eigenlijk was, goede `corporate
governance', antwoordde Mervyn King, de Gouverneur van de bank of
England: "Good corporate governance is about 'intellectual honesty' and
not just sticking to rules and regulations." Inderdaad. Maar deze
'intellectual honesty' is natuurlijk niet vrijblijvend, verre van
zelfs. Dat wisten we al en dat weten we nóg beter sinds de
kredietcrisis door de wereld raasde. Want de afgelopen jaren hebben we
meer dan ooit gezien en gevoeld dat beursgenoteerde bedrijven niet
alleen een maatschappelijke rol maar ook een maatschappelijke
verantwoordelijkheid hebben. Binnen en buiten Nederland, binnen en
buiten Beursplein 5, binnen en buiten de bestuurskamer.
Daarom is er de afgelopen jaren hard gewerkt aan een set principes en
praktijken om corporate governance vorm te geven. Vanuit de Commissie
Peters, via de Code Tabaksblat naar de Code Frijns. Sinds 1 januari
2009 is er de nieuwe Corporate Governance Code waarover de Commissie
Streppel vandaag rapporteert: een reeks breed gedragen principes en
best practices die samen bepalen hoe we in ons land, in onze bedrijven
corporate governance invullen en uitvoeren. Principes en praktijken die
gebaseerd zijn op het commitment van de betrokken organisaties en
bedrijven. Principes en praktijken die steunen op zelfregulering en
draagvlak, vrijheid en verantwoordelijkheid.
En met resultaat!
Nederland behoort op het gebied van corporate governance en de daarbij
horende monitoring tot de voorhoede in de Europese Unie. Het is
duidelijk dat Nederlandse bedrijven goed beseffen dat evenwicht en
tegenwicht tussen bestuur, raad van commissarissen en aandeelhouders
essentieel is voor een succesvolle onderneming en dat iedere betrokkene
een deel van de verantwoordelijkheid daarvoor draagt.
Om dat evenwicht en tegenwicht in balans te houden is transparantie,
openheid van zaken, essentieel. Zeker omdat - door de kredietcrisis -
het vertrouwen van burgers in het zelfregulerend vermogen van grote
bedrijven een flinke knauw heeft gekregen. En het is een simpel
politiek axioma dat als het vertrouwen afneemt, de vraag om
transparantie omgekeerd evenredig toeneemt.
De Code bevordert transparantie: niet alleen omdat ondernemingen in hun
jaarverslag moeten aangeven of ze de Code hebben nageleefd, maar ook
door het werk van de Commissie Streppel en het monitoringrapport dat ze
vandaag publiceren.
En? Hoe staat het nu met de `intellectual honesty' van onze
beursgenoteerde bedrijven? Daarmee staat het goed maar nog niet goed
genoeg.
Zoals u weet werkt de Code volgens het `pas toe of leg uit'-principe.
In grote lijnen is het aantal keren dat er is uitgelegd in plaats van
toegepast voor de oude codebepalingen bijna hetzelfde als vorig jaar.
De nieuwe bepalingen in de code worden over het algemeen toegepast of
uitgelegd. In het rapport van de Commissie staan de precieze cijfers en
daaruit kunnen we één algemene conclusie trekken: de Code wordt
nageleefd maar zeker nog niet voor de volle 100 procent. En dat is niet
goed genoeg! Want ik ben het met de monitoringcommissie eens dat de
naleving van de Code 100 procent moet zijn. Want dat is wat
zelfregulering betekent - moet betekenen: de vrijheid om eigen
verantwoordelijkheid te dragen, maar dan ook de verantwoordelijkheid om
die vrijheid betrouwbaar en transparant in te vullen.
Dat past in deze tijd en dat past zeker ook bij de inzet van dit
kabinet zoals we dat hebben geformuleerd in het Regeerakkoord:
"Nederland moet zich blijven onderscheiden als een land dat mensen en
bedrijven duidelijkheid biedt en de ruimte geeft." Maar dat betekent
ook dat die ruimte heel soms moet worden ingeperkt ten behoeve van de
duidelijkheid. Dat is wat er is gebeurd toen het ging om de claw back
regeling: deze codebepaling is omgezet in wetgeving. De
maatschappelijke ophef over buitensporige beloningen maakte deze stap
noodzakelijk. Maar dat wil niet zeggen dat dat steeds een afweging zal
zijn. Integendeel! Code en wetgeving moeten niet tegenover elkaar
worden gezet maar kunnen elkaar aanvullen en ondersteunen. Dus:
zelfregulering waar het kan, wetgeving waar het moet. En ik ben er van
overtuigd dat er veel kan. Ik hoop het komende jaar te zien dat ik
gelijk heb; dat we een flinke stap dichter bij de 100 procent naleving
van de Code komen.
Daarom ben ik blij met de proactieve werkwijze van de commissie
Streppel. Jos Streppel en zijn commissie hebben het afgelopen jaar de
naleving van de Code actief bevorderd door ook te kijken naar de
kwaliteit van de uitleg die bedrijven geven als ze de Code niet
naleven, door de dialoog aan te gaan met de betrokken bedrijven over de
naleving en daarover bijeenkomsten te organiseren. Uw inzet was groot;
daarvoor mijn dank!
De commissie heeft niet alleen onderzocht hoe het staat met de naleving
van de Code, maar heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan om de
naleving te verbeteren. Eén van de aanbevelingen van de Commissie is om
accountants aan te sporen om het bestuur van de onderneming er op aan
te spreken als zij onderdelen van de Code niet naleven. Dat lijkt me
een uitstekend idee! Ook een andere goede aanbeveling wil ik hier even
noemen: meer transparantie over de stemketen. Uit het onderzoek van de
commissie blijkt namelijk dat het voor aandeelhouders vaak onduidelijk
is of hun stem daadwerkelijk is uitgebracht en of dit conform de
stemvolmacht is gebeurd. Verder komt ongeveer 75 procent van de
aandeelhouders van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven uit het
buitenland. Daarom zal de Commissie volgend jaar aan deze groep van
buitenlandse aandeelhouders extra aandacht besteden.
Geachte commissieleden,
Nogmaals mijn dank voor uw degelijke arbeid het afgelopen jaar. Ik ben
blij met uw rapport en met uw aanbevelingen. Daarmee laten we zien dat
we weer een stap verder zijn in de goede richting: 100 procent naleving
van de Code. Dat is belangrijk. Want, ook weer in de woorden van Mervyn
King: "It is clear that good corporate governance makes good sense."
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Financiën
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051