Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid

Den Haag, 14 december 2010

Vragen van de leden Jadnanansing en Van Dekken (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

over de maatschappelijke kosten en effecten van de wetgeving tegen langstudeerders


1. Heeft u kennis genomen van het artikel van een decaan van de TU Delft over de gevolgen van de strafmaatregel tegen langstudeerders en de beperkte maatschappelijke kosten die hun verlengde studie met zich meebrengt? (1)


2. Hoe kijkt u tegen deze breder in de hoger onderwijswereld levende opvattingen en inzichten aan omtrent de negatieve maatschappelijke gevolgen van de wetgeving tegen langstudeerders die u in voorbereiding heeft?


3. Deelt u de beschreven opvatting dat de kosten van een student met studievertraging vooral bij de student en zijn ouders liggen en dat de maatschappelijke kosten erg meevallen? Zo, nee kunt u dan informatie verstrekken waarin u een beeld van de maatschappelijke kosten schetst? Zo ja, bent u het met ons eens dat het noodzakelijk is dat u studenten en ouders op korte termijn informeert over de reikwijdte van de door u gewenste wetgeving tegen langstudeerders en mensen niet langer in onzekerheid houdt?


4. Bent u aanvullend met ons van mening dat het gezien de financiële gevolgen voor studenten en ouders noodzakelijk is om ook nadrukkelijk rekening te houden met bijzondere omstandigheden bij studenten, zoals ernstige ziekte of een handicap waardoor vertraging optreedt?


5. Bent u voornemens om in de aanstaande wetgeving uitzonderingen mogelijk te maken voor bijvoorbeeld studenten met een ernstige ziekte of handicap, gezien de maatschappelijke gevolgen voor dit soort kwetsbare studenten als u deze groep niet ontziet? Zo nee, waarom niet?

(1) http://www.lr.tudelft.nl/live/pagina.jsp?id=dfdc21dd-cb49-490a-a7dd-d8aedaa8c66d&lang=nl