Ingezonden persbericht


Weloverwogen en evenwichtige wetgeving? Als het maar veilig is!

Op 15 december 2010 promoveert mw. M.A.H. van der Woude op haar proefschrift "Wetgeving in een veiligheidscultuur. Totstandkoming van antiterrorismewetgeving in Nederland bezien vanuit maatschappelijke en (rechts)politieke context".

Wetgeving, ook strafwetgeving, zou het resultaat moeten zijn van een zorgvuldige afweging door de wetgever van botsende rationaliteiten en daarmee corresponderende belangen en waarden. Echter, in de huidige veiligheidscultuur lijkt een dergelijke zorgvuldige en inzichtelijke afweging ver te zoeken. Zeker waar het de antiterrorismewetgeving betreft. In haar onderzoek 'Wetgeving in een Veiligheidscultuur' laat Maartje van der Woude zien dat dit niet altijd het geval is geweest.

Ten tijde van het Zuid-Molukse terrorisme in de jaren zeventig was de Nederlandse overheid zeer terughoudend in het creëren van speciale antiterrorismewetgeving. In 2001, na de aanslagen op het WTC in New York, is deze terughoudendheid ver te zoeken. Onder verwijzing naar de aard en de dreiging van het nieuwe internationale terrorisme zijn binnen een relatief korte tijd diverse antiterrorismewetten ontworpen en aangenomen. Door de diverse de wetgever adviserende organen (o.a. de Raad van State, het College Bescherming Persoonsgegevens en de Raad voor de Rechtspraak) alsook door de (straf)rechtswetenschap is fundamentele kritiek geuit tegen deze antiterrorismewetgeving. Niet alleen is van bijna alle wetgeving de noodzaak en de beoogde effectiviteit betwist, ook is herhaaldelijk gewezen op de gespannen verhouding van de wetgeving tot grond- en mensenrechten. Deze kritieken zijn grotendeels terzijde geschoven: de antiterrorismewetgeving moest en zou er komen!