Wageningen Universiteit en Researchcentrum 16 dec 2010
Nummer: R

Niet knoflook, maar nitraat en sulfaat verlagen de methaanproductie in koeien en schapen. Een paar procent ervan in het veevoer halveert de hoeveelheid van het krachtige broeikasgas bij schapen. Dat blijkt uit onderzoek van Sander van Zijderveld.

Foto: Accurate meting van methaanuitstoot in respiratiekamer van Wageningen UR (Foto: Willem de Rooij/ Bureau Typografia)

Van Zijderveld, promovendus bij de leerstoelgroep Diervoeding van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, kwam twee jaar geleden in het nieuws toen hij koeien voer met knoflook voorschotelde. Labproeven met een nagebouwde koeienmaag hadden aangetoond dat knoflook de methaanproductie verminderde. Van Zijderveld, die bij voerproducent Provimi werkt, had zijn proef eigenlijk geheim willen houden. âMaar er was een journalist in de proefstal die duidelijk knoflook rook.â Achteraf bleek de ontdekking tegen te vallen. âIn de koe leidt knoflook niet tot methaanreductie en bovendien gaat de melk naar knoflook smaken.â Ook lijnzaadolie en poeder van de woestijnplant yucca, die eerder methaan reduceerden in het lab, deden niets in de koe.

Methaanboeren
Maar nu heeft Van Zijderveld twee stofjes ontdekt die de methaanproductie in schapen en koeien daadwerkelijk verlagen. Met dank aan emeritus hoogleraar Ron Leng uit Australië die adviseerde om nitraat (NO3) en sulfaat (SO4) in het voer te stoppen. De promovendus testte dat bij twintig Texelse schapen. De schapen die voer met 2,6 procent nitraat kregen, produceerden 32 procent minder methaan. Schapen die evenveel sulfaat kregen, lieten 16 procent minder methaanboeren. Een combi van de additieven leidde tot een halvering van de methaanproductie.

Onschadelijk
Het toedienen van 2,6 procent additief is veel, zegt Van Zijderveld. âAls je die concentratie plotseling aan de schapen voert, kan hun bloed minder zuurstof opnemen. Dat is ongezond en daarom zijn deze verbindingen nooit getest. Maar de Australische hoogleraar stelde: je moet de herkauwers er langzaam aan laten wennen. Hierdoor kunnen maagbacteriën de nitraat omzetten in een onschadelijk product dat ze kunnen gebruiken als voedingsbronâ Van Zijderveld toonde aan dat toediening geen nadelige invloed heeft op de gezondheid van het schaap. Hij publiceerde het onderzoek bij schapen in het Journal of Dairy Science.

Inmiddels heeft hij het nitraat ook getest bij een groep melkkoeien. Daar lijkt de effectiviteit van het additief minder dan bij schapen â de methaanuitstoot daalt gemiddeld met zestien procent. De promovendus is nog aan het uitzoeken hoe dat komt.

Burp
Technisch gezien zijn de additieven een succes. De veehouderij is een belangrijke producent van broeikasgassen, waaronder methaan. Dat ontstaat in de maag van herkauwers en komt via hun bek â burp â in het milieu terecht.

Maar hoe groot de methaanreductie ook is, Provimi kan dit vooralsnog lastig als voeradditief op de markt brengen. âHet nitraat en sulfaat bevorderen de melkproductie niet. Daarom heeft het additief nog geen economische waarde voor de boerâ, zegt Van Zijderveld. | Albert Sikkema

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.