CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël

Rondetafelconferentie CU: antisemitisme urgent probleem

zo 12-12-2010

De bestrijding van antisemitisme en de gevoelens van onveiligheid bij herkenbare Joden zijn weer op de politieke agenda gezet. Dat gebeurde op de rondetafelconferentie die de ChristenUnie in de Tweede Kamer op 15 december organiseerde. Hierbij een verslag.

Verslag rondetafelconferentie

De bestrijding van antisemitisme en de gevoelens van onveiligheid vooral bij als zodanig herkenbare Joden, staan op de politieke agenda. In januari vindt er een Tweede Kamerdebat over plaats. Ter voorbereiding daar op organiseerde Andre Rouvoet, fractievoorzitter van de Christenunie, op 15 december een rondetafelgesprek. Zes van de tien Kamerfracties hadden een Kamerlid, in de meeste gevallen de fractievoorzitter, afgevaardigd.

Na inleidende woorden door gastheer Rouvoet, gaven CIDI directeur, Ronny Naftaniel en Evelien Gans een aantal kernpunten uit hun onderzoeken en analyses weer van de staat van antisemitisme in Nederland. Naftaniel wees op de bevolkingsaantallen van de gediscrimineerde groeperingen in Nederland en oordeelde dat het aantal antisemitische incidenten relatief heel hoog is. Ook wees hij op het verband dat er bestaat met de problemen in het Midden-Oosten. Veel negatieve aandacht voor Israel leidt tot en stijging van antisemitische uitingen en gedrag. Het is onjuist, zo stelde hij, ervan uit te gaan dat de meeste antisemitische incidenten door Moslims worden gepleegd. Hierop volgden de uitwisseling van inhoudelijke opmerkingen, waarbij het spits werd afgebeten door het Centraal Joods Overleg. Namens het CJO zei Ruben Vis dat het goed is dat de politiek aandacht schenkt aan antisemitisme zoals door het initiatief om deze bijeenkomst te houden en de brede aanwezigheid van Kamerfracties (naast de ChristenUnie ook VVD, PvdA, CDA, GroenLinks en SGP) op z'n korte termijn en op zo'n druk moment , n.l. de laatste dag voor het reces.

Vis benadrukte dat de aanpak van antisemitisme en mix aan maatregelen moet inhouden: deugdelijke registratie, aanpak via het onderwijs, optreden bij antisemitische uitingen in stadions en in de openbare ruimte waarbij de nieuwe voetbalwet een inzetbaar instrument zou kunnen zijn, en het opleggen van taakstraffen die qua uitvoering verband houden met de gepleegde daad. Andere aanwezigen vertelden over hun ervaringen en over incidenten in hun naaste omgeving, zowel in Amsterdam als elders in het land, inclusief het feit dat aangiftes blijven liggen. Vis wees er op dat Nederland zich in internatonaal verband heeft verplicht om antisemitische incidenten te registreren, maar, zo vertelde een vertegenwoordiger van de gemeente Amsterdam, dit gebeurt niet op adequate manier. Omdat, zo verzuchte Ronny Naftaniel, de software die bij de politie wordt gebruikt die mogelijkheid niet biedt.

Ook wees Naftaniel op het verschil tussen het bij de politie melden van antisemitische voorvallen en het doen van een aangifte. Meldingen zij uitsluitend voor de statistiek, er gebeurt verder niets mee. Vis toonde voorbeelden van schokkende antisemitische incidenten op middelbare scholen in Den Haag en Amsterdam, waar blijkt dat de incidenten niet beperkt blijven tot als zodanig herkenbare joden. Naftaniel deed een beroep op de politici om op te houden met het gebruik van onwelvoeglijke taal en zo verruwing in communicatie tegen te gaan; daarin hebben leiders, inclusief politici een voorbeeldfunctie.

De rabbijnen Evers, Jacobs en Van de Kamp deelden hun ervaringen en die van anderen in hun omgeving met betrekking tot antisemitische incidenten en het doen van aangifte. Ook gingen zij in op het belang van respectabel naast elkaar samen te leven in Nederland en de ervaringen en initiatieven waarbij zij betrokken zijn. Mevrouw Slager van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap vertelde over de verkeerde beeldvorming die ontstaat doordat in een geschiedenisboek van een grote uitgever wordt gesteld dat Jeruzalem de heilige stad is voor christenen en moslims; niet voor joden.

Andere aanwezigen waren onder meer NIK-voorzitter Rob Heijmans, Farid Azarkan van het Samenwerkingsverband Marokkanen in Nederland, Zeinab Al Tourahbi van het Contactorgaan Moslims, en Hanneke Gelderblom van het Platform voor Godsdienstvrijheid. Azarkan ging in op de dialoog tussen Joden en Marokkanen. Al Thourabi zei te delen in de zorg om antisemitisme. Zij noemde het niet aanvaardbaar dat over de Holocaust op scholen niet kan worden gesproken en dat wanneer Joden vanwege onveiligheid niet in Nederland kunnen wonen, dit evenzeer voor moslims geldt.