Rechtbank Utrecht


Rechtbank heropent onderzoek moordzaak Zeist

16 december - De rechtbank in Utrecht heeft donderdag geen eindoordeel gegeven in de zaak van een 29-jarige vrouw die wordt verdacht van moord op een andere vrouw op 7 december vorig jaar in Zeist. De rechtbank oordeelde in een tussenvonnis dat het onderzoek naar de persoon van de verdachte op onderdelen niet volledig is geweest en heropende de zaak.

De 29-jarige vrouw wordt ervan verdacht een andere vrouw in december vorig jaar op een galerijflat in Zeist te hebben vermoord, door haar met een brandbare vloeistof te overgieten en haar in brand te steken. Het slachtoffer liep hierbij zulke ernstige brandwonden op dat zij korte tijd later overleed.

De rechtbank kwam op basis van een aantal bewijsmiddelen tot de voorlopige conclusie dat verdachte het slachtoffer door brandstichting van het leven heeft beroofd. Op een aansteker die op de galerij van de flat werd gevonden werd DNA-materiaal van verdachte aangetroffen. Daarnaast blijkt uit een getuigenverklaring dat de verdachte in ieder geval op 9 december 2009 een brandwond op haar rechterhand had. Zij vertelde verschillende verhalen aan getuigen over de oorzaak van die wond. De vrouw had zichzelf bij de politie gemeld met de mededeling dat zij vermoedelijk iemand vermoord had. Zij dacht net zo lang te zijn als de onherkenbare persoon die op videobeelden van de flat is te zien. Zij zegt zich van de bewuste periode niets te kunnen herinneren.

De officier van justitie eiste vorige week 23 jaar gevangenisstraf. De rechtbank kon echter nog niet oordelen over de toerekenbaarheid van het delict en de op te leggen straf. Hiervoor is nader onderzoek naar de persoon van de verdachte nodig.

Een psycholoog van het Pieter Baan Centrum die over de verdachte rapporteerde zei dat de vrouw klem zat tussen twee culturen: ,,Ze kwam in een spagaat tussen de twee culturen en het is goed denkbaar dat er een intern conflict bestond tussen het leven dat ze wilde, in vrijheid en autonomie, en de wens van haar familie voor het behoud van de eer van de familie en de traditioneel Afghaanse normen en waarden en de angst voor verstoting." Onder meer op basis hiervan en de verklaringen en houding van de verdachte op de zitting vorige week, heeft de rechtbank nu nader onderzoek door een gedragskundige gelast naar de doorwerking van deze "spagaat tussen twee culturen" in het gepleegde delict.

Wanneer de behandeling van de zaak in de rechtbank verder gaat is, op dit moment nog niet bekend. Er zal in ieder geval binnen drie maanden een zitting moeten plaatsvinden.

LJ Nummer

BO7539

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Utrecht Datum actualiteit: 16 december 2010